Direct naar artikelinhoud
Beter LevenInterview

‘Wie zijn sperma optimaal op peil wil houden, komt het best om de drie dagen klaar. Op doktersadvies’

‘In 2060 zit meer dan de helft van de westerse mannen met een ernstig zaadprobleem.’Beeld Lukas Verstraete

De Belg krijgt steeds moeizamer kinderen op de door God voorziene wijze. Onze vrouwen drukken massaal op de snoozeknop van de biologische klok, en in ’s lands balzakken zwemmen de spermacellen elk jaar trager. Ligt de dalende zaadkwaliteit aan ons drankgebruik, onze smartphones of onze in pesticiden gedrenkte tomaten? Onze Man testte zijn kwakje en zocht het uit. ‘Sommige koppels vrijen gewoonweg te weinig. Je moet al verdómd slecht zaad hebben om een vrouw niet zwanger te krijgen.’

Het is elf uur op een druilerige dinsdagvoormiddag als ik de deuren van de fertiliteitsdienst van het UZ Gent openduw met maar één doel: klaarkomen in een potje. Een ziekenhuismedewerkster vertelt met een uitgestreken gezicht dat ik mijn ding mag doen in kamer B aan de andere kant van de gang. Ik moet nog even wachten, de ruimte is bezet. Met een verrassend klein potje en een discreet bruin zakje wacht ik in de gang tot een man met zijn papieren zakje kamer B verlaat. The stage is mine, voor een korte monoloog. Bij het kruisen wil ik mijn voorganger vragen hoeveel milliliter zijn staal bevat en of hij straks wil vergelijken, maar de man heeft overduidelijk geen zin om te keuvelen.

Het klaarkomkamertje is vijf vierkante meter absurditeit: een doordringende geur van ontsmettingsmiddel, een ongemakkelijke zetel, gedempte lichten, rondslingerende seksboekjes en een dvd-speler die niet werkt. Lukraak open ik het seksblad. ‘De meest bizarre manieren om tijdens de seks te sterven’, kopt het artikel. Als mijn zaadcellen al dood zouden zijn, dan is nu in elk geval de sfeer om zeep. Wat ook niet helpt, zijn de voetstappen en het getater op de gang. Maar de plicht roept. Na het eenzame en door de omstandigheden ietwat moeizame solo-optreden stap ik met mijn bruine zak en een sluimerende onzekerheid naar buiten. Wat als mijn journalistiek experiment uitwijst dat ik verminderd vruchtbaar ben?

In de 20ste eeuw keek de medische wereld bij vruchtbaarheidsproblemen in eerste instantie in de richting van de vrouw. Wanneer een koppel na maanden vrijen maar niet zwanger raakte, was dat natuurlijk háár schuld. Maar steeds meer blijkt het mannelijke zaad in een alarmerende staat. Waar in de Vlaamse kwakjes van de jaren 70 nog gemiddeld 100 miljoen zaadcellen per milliliter sperma rondzwommen, telden artsen er in de meest recente studie uit 2011 47 miljoen: meer dan een halvering in amper veertig jaar. Al bij de helft van de koppels met vruchtbaarheidsproblemen liggen die deels aan de man. In een derde van de gevallen is de man de enige verantwoordelijke voor het vruchteloze vrijen.

Guy T’Sjoen, endocrinoloog en androloog UGent: “De voorbije twintig jaar zie ik de gemiddelde zaadkwaliteit alleen maar zakken. Niets wijst erop dat die trend zal keren. Integendeel.”

(schuifelt nerveus op zijn stoel)

T’Sjoen: “Wat doet uw werkgever zijn journalisten toch aan? (lacht) Je hebt geluk dat je geen twintig jaar eerder geboren bent. In 2000 hadden we nog geen discreet kamertje met boekjes of een zetel, laat staan een televisie. Mannen moesten hun staal opwekken in een toilethokje op de fertiliteitsdienst. Met wat pech was een pechvogel in het hokje naast jou hetzelfde aan het doen.”

Ter zake graag, dokter T’Sjoen.

T’Sjoen: “Je zaad is in orde. Bovengemiddeld goed zelfs. Per milliliter sperma hebben we 51 miljoen zaadcellen gevonden. Een man met meer dan 40 miljoen zaadcellen heeft normaal gezien geen problemen om een vrouw binnen het jaar zwanger te maken. Ook de beweging en de vorm van je cellen zijn normaal: een ovaal hoofd met een kapje om de eicel binnen te dringen, een tussenlichaampje en een lange staart. En een spitant detail: het volume van je staaltje is groter dan gewoonlijk.”

Jammer dus dat ik mijn voorganger in kamer B niet kon uitdagen voor een duel.

T’Sjoen: “Je lacht, maar misschien had die man inderdaad net een minder staal afgeleverd. Eén Vlaamse man op de twintig heeft een zeer problematische zaadkwaliteit. Wie minder dan 15 miljoen zaadcellen per milliliter heeft, heeft veel minder kans om een vrouw zwanger te maken binnen het jaar. Steeds meer mannen zitten in die gevarenzone. Onze vrees is dat de zaadconcentratie in de geïndustrialiseerde wereld lineair zal blijven zakken. Als het zo doorgaat, zitten we in 2030 aan een gemiddelde van 23 miljoen zaadcellen per milliliter, en in 2060 aan 11 à 12 miljoen. Dan zit meer dan de helft van de westerse mannen met een ernstig zaadprobleem.”

Lode Godderis: 'Bij wie vaak in aanraking komt met pesticiden duurt het langer om een kind te krijgen.'Beeld Stefaan Temmerman

Daalt de zaadkwaliteit door onze levensstijl?

T’Sjoen: “Onze levensstijl is een factor. Soms is er een genetische oorzaak, soms is de vruchtbaarheid zwaar aangetast door de moeder die rookte tijdens de zwangerschap, maar zulke factoren verklaren de sterke daling van de afgelopen decennia niet. Eén van dé boosdoeners is overgewicht. De spermakwaliteit bij mannen met een BMI boven de 25 ligt lager dan bij de groep met een gezondere BMI. Logisch ook, want hoe meer vetmassa, hoe meer van het mannelijke hormoon testosteron in oestrogeen wordt omgezet. Dat vrouwelijke hormoon beïnvloedt de zaadcelproductie. Gemiddeld gezien neemt de BMI in Vlaanderen nog altijd toe. We worden steeds dikker en ons zaad wordt dus steeds slechter. De oplossing is soms relatief simpel. Niet zelden zie ik het testosteronniveau van obese mannen steil stijgen als ze enkele maanden diëten en gaan bewegen.

“Té gezond leven is ook niet goed. Hypersportievelingen leveren ook problematische stalen af, bijvoorbeeld mannen die zeer gezond eten en wielrennen en daardoor een laag vetpercentage hebben. Dat is leuk voor de foto's met het sixpack op Instagram, maar je testosteron daalt er wel door. Zo kom je in de problemen, een beetje zoals meisjes met anorexie. Zij stoppen ook met menstrueren.”

Wat met roken en drinken?

T’Sjoen: “Roken is nefast. Niet-rokers hebben gemiddeld 50 procent meer zaadcellen dan rokers. Alcohol heeft een beperkte impact, tenzij je elke dag meerdere glazen drinkt. Ik raad mannen in een slopend fertiliteitstraject zelfs niet af om nu en dan op café een pint te gaan drinken met vrienden. Het kan de mentale gezondheid op zware momenten helpen. Voorts weten we dat bepaalde drugs nefast zijn, cocaïne in het bijzonder: zware gebruikers hebben zelfs kleinere ballen dan gemiddeld.”

Knijpen spannende slips en strakke jeans onze zaadcellen fijn?

T’Sjoen: “Dat effect lijkt wel mee te vallen. Al speelt het wel een kleine rol bij minder vruchtbare mannen. Sowieso is zitten slecht voor je spermakwaliteit. Er is zelfs een studie die uitwijst dat te lang televisiekijken slecht is voor je zaad. Wie lang zit, sluit zijn ballen op in zijn broek. Door de warmte sterven zaadcellen af. Bij gamers is dat een ander verhaal. Zij geven hun ballen normaal gezien de nodige verkoeling door meer te bewegen tijdens hun spelletjes.”

‘Wie zijn sperma optimaal op peil wil houden, komt het best om de drie dagen klaar. Op doktersadvies’
Beeld Lukas Verstraete

Te weinig masturberen zou ook slecht zijn voor je zaad.

T’Sjoen: “Het gaat niet per se om masturberen, wel om klaarkomen. Wie zijn sperma optimaal op peil wil houden, komt het best om de drie dagen klaar. Op doktersadvies, schrijf maar op.”

Haal ik de gsm beter uit mijn broekzak?

T’Sjoen: “Veel van mijn collega’s passen er toch mee op. 21 van de 27 publicaties wereldwijd vonden een verband tussen smartphones in de broekzak en verminderde vruchtbaarheid. Over de straling van de gsm zijn de meningen verdeeld, maar het staat buiten kijf dat de warmte van het toestel slecht is voor je sperma. Er is een reden waarom ballen in een zak buiten het lichaam hangen en niet in het lichaam zitten: daar is het te warm. De laptop op schoot, de zetelverwarming in de wagen: écht niet goed voor je sperma. Saunabezoekjes of regelmatig de ballen in zeer warm water laten marineren zijn in het verleden nog getest als anticonceptiemiddel.

“Tegelijk wil ik nuanceren. Jij zult je kansen niet hypothekeren door je gsm in je broekzak te stoppen. De aanbevelingen die ik hier geef, zijn vooral van belang voor de groep met een problematische zaadkwaliteit: mannen met net geen 15 miljoen zaadcellen per milliliter. Bij hen kunnen kleine gedragsveranderingen nog een verschil maken. De anderen moet je vooral niet betuttelen. De dalende zaadkwaliteit ligt immers voor een héél groot deel aan omgevingsfactoren: de beruchte hormoonverstoorders, dus.”

Lode Godderis, hoogleraar aan het centrum Omgeving en Gezondheid van de KU Leuven: “Die verstoorders hebben hetzelfde effect als het vrouwelijke hormoon oestrogeen, met een negatieve impact op ons zaad. De blootstelling aan die stoffen neemt nog steeds toe in het Westen. Het is een echte epidemie geworden.”

‘Wie zijn sperma optimaal op peil wil houden, komt het best om de drie dagen klaar. Op doktersadvies’

Waar zitten die stoffen zoal in?

T’Sjoen: “Zonder overdrijven: overal. In zacht plastic zoals voedselverpakkingen. In verf, parfums, make-up, kartonnen dozen voor hamburgers, tandpasta, speelgoed, de deodorant die je deze ochtend gebruikt hebt...”

Godderis: “Denk ook aan metalen. Zowel lood, kwik, chroom als cadmium hebben een duidelijk negatieve invloed op de vruchtbaarheid. Daarom riskeren metaalarbeiders slechter zaad te hebben.”

Is de onvruchtbaarheid ook groter in nog andere beroepen?

Godderis: “Zeker. Lassers hebben een lagere spermakwaliteit door de blootstelling aan chromaten. En wie in de tuin- en landbouw werkt, zit vaker met problemen door de pesticiden. Dé manier om vruchtbaarheid te meten is de time to pregnancy: hoelang duurt het om op een natuurlijke wijze een kind te krijgen? Bij mensen die regelmatig in contact komen met pesticiden, duurt het duidelijk langer.”

T’Sjoen: “Door de hitte spelen warme bakkers of koks bij wijze van spreken Russische roulette met hun zaadcellen.”

Godderis: “Solventen zijn ook schadelijk, wat van schilders een risicogroep maakt. De stoffen zijn niet alleen schadelijk voor de spermakwaliteit, ze tasten ook de vruchtbaarheid van de vrouw aan.”

Zijn we zeker dat deze stoffen mee verantwoordelijk zijn voor de verminderde vruchtbaarheid?

Petra De Sutter, Europarlementslid voor Groen en gynaecologe aan de UGent: “Er zijn voldoende studies die een rechtstreeks verband aantonen tussen hormoonverstoorders en onvruchtbaarheid bij dieren. Studies vonden ook al verbanden tussen hormoonverstoorders en diabetes, ADHD, obesitas, autisme, borst- en prostaatkanker... Wetenschappers hebben zelfs een causaal verband gevonden tussen de verstoorders en IQ-verlies. De Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat nu al járen, maar bij de industrielobby klinkt het nog steeds: sorry, deze studies zijn niet overtuigend genoeg om de producten te bannen.

“Het is overduidelijk dat de chemiesector en zijn lobby gericht twijfel zaaien. Enkele jaren geleden zetten de Amerikaanse chemiebedrijven de tegenaanval in door allerlei pseudowetenschappelijke studies te betalen die mist moesten creëren over hormoonverstorende stoffen. De belangen zijn héél groot.”

T’Sjoen: “Je kunt blijven palaveren over de gefabriceerde wetenschappelijke onenigheid rond hormoonverstoorders, maar er móét iets aan de hand zijn. De daling van de spermakwaliteit is duidelijk het sterkst in de geïndustrialiseerde wereld. In Afrika of Latijns-Amerika zakt het aantal zaadcellen niet of nauwelijks. Hoe verklaar je dat anders?”

De Sutter: “Wil je zekerheid? Stel een jaar lang, in een gecontroleerde omgeving, honderd gezonde jonge mannen bloot aan al die stoffen en vergelijk hun zaad ervoor en erna. Dat mag natuurlijk niet, het is totaal onethisch. Maar in mijn ogen hebben we nu al de bewijzen. De stoffen zijn massaal aanwezig, de kwaliteit van het sperma daalt en we zien overduidelijk bewijs bij dieren. Wat willen we nog meer?”

Guy T’Sjoen: ‘Warme bakkers en koks spelen Russische roulette met hun zaadcellen.’Beeld Tim Dirven

Terwijl andrologen alarm slaan over de dalende zaadkwaliteit bij mannen, uiten gynaecologen even vaak hun bezorgdheid over de steeds latere leeftijd waarop vrouwen mama worden. Voor het eerst in de vaderlandse geschiedenis zit de gemiddelde moeder bij haar bevalling op tram 3. Waar de Belgische mama in 1998 nog gemiddeld 29 jaar was bij de geboorte van een baby, is ze vandaag 31. Eenzelfde evolutie bij de eerste bevalling van Belgische vrouwen: twintig jaar geleden viel die gemiddeld op 27-jarige leeftijd, nu op 29 jaar. En dat is verre van onschuldig.

Herman Tournaye, hoofd fertiliteitsdienst UZ Brussel: “Dertig jaar geleden zaten hier in de wachtzaal van het UZ bijna alleen mannen met zware zaadproblemen en vrouwen met eileidermoeilijkheden. Vandaag is er een nieuw en groot probleem: de helft van de patiënten is al in de 40.

“Levensstijl is ook een belangrijke factor bij vrouwen. Roken en overgewicht tasten niet alleen de spermakwaliteit aan, ze verkleinen ook drastisch de kans op een zwangerschap bij de vrouw. Sommige fertiliteitscentra weigeren zelfs pertinent rokende vrouwen te helpen. Ook te veel sport en te weinig calorieën ontregelen de frequentie van de eisprongen. Maar de belangrijkste reden voor het verlies van vruchtbaarheid is nog steeds de leeftijd. Elke vrouw wordt geboren met een aantal eicellen, maar in de loop der jaren neemt dat aantal af en daalt ook de kwaliteit van de eicellen. De biologische klok bestáát. Mannen hebben in dat opzicht meer geluk: zaadcellen worden het hele leven lang opnieuw aangemaakt vanuit stamcellen. Al stijgt ook bij hen met de jaren de kans op embryo's met chromosomale afwijkingen.”

Petra De Sutter: ‘Vrouwen krijgen best zo jong mogelijk kinderen. Dat mag duidelijker gezegd worden.’Beeld Bob Van Mol

Zijn we ons daar voldoende van bewust?

Heidi Mertes, bio-ethica (UGent): “Vraag een willekeurige jonge vrouw wanneer ze in de problemen komt om een kind te krijgen en je zult vaak het antwoord krijgen: ‘Op mijn 40ste?’ Terwijl haar vruchtbaarheid al stevig begint te dalen vanaf haar 30ste en we de belangrijkste knik in de vrouwelijke vruchtbaarheidscurve op 35 jaar zien. Op die leeftijd is 15 procent van de vrouwen zelfs al onvruchtbaar. Tegen je 40ste is de kans op miskramen enorm gestegen, tot bijna 50 procent. Dan moeten veel vrouwen het sowieso doen met eiceldonatie - dat is even schrikken. Er zijn al infocampagnes geweest, maar die liggen toch gevoelig.”

Tournaye: “Om de haverklap zie je één of andere beroemdheid diep in haar veertigerjaren met een bolle buik poseren. Maar nooit lees je erbij dat ze enkel zwanger kon worden via eiceldonatie. Eén van de problemen, denk ik, is dat het idee ontstaan is dat fertiliteitsartsen een toverstokje hebben, dat we alles kunnen oplossen. ‘Keldert mijn vruchtbaarheid vanaf mijn 35ste? Oh, maar jullie kunnen toch bijna eicellen uit stamcellen maken?’ (lacht) Niet dus. Het verhaaltje van de verzekerde vruchtbaarheid is een eigen leven gaan leiden.”

We kunnen vrouwen toch moeilijk vragen om vroeger aan kinderen te beginnen?

De Sutter: “Biologisch gezien is het wenselijk dat vrouwen zo jong mogelijk kinderen krijgen. Dat ís gewoon zo en dat mag volgens mij wat duidelijker gezegd worden. Maar maatschappelijk gezien is dat vaak een illusie. Het is fantastisch dat vrouwen vandaag kunnen studeren en carrière maken. We willen toch niet terug naar de tijd waarin vrouwen jong kinderen kregen en dan maar thuisbleven?”

Hoe lossen we dat op?

De Sutter: “We moeten vrouwen in de eerste plaats de mogelijkheid bieden om hun kinderwens en hun professionele ambities te combineren, zodat ze die zwangerschap niet moeten uitstellen. Met een nog duidelijker en ambitieuzer ouderschapsverlof, bijvoorbeeld. Maar het grote probleem is dat de overheid niet álles kan doen. (lacht) Er zijn ook steeds meer vrouwen die op de biologisch optimale leeftijd nog niet in de juiste relatie zitten en nog geen verhouding hebben waarin het project om samen kinderen te krijgen centraal staat. Veel meer dan vroeger zijn onze dertigers single. Ik verwijs graag naar een studie waaruit blijkt dat de gemiddelde westerse man zich pas op zijn 40ste klaar acht voor een kind. Een vrouw die dezelfde leeftijd heeft als haar partner, zit dan al met een zéér slechte kans om nog natuurlijk zwanger te worden. Daar kun je vrouwen toch niet verantwoordelijk voor achten?”

De slogan 'een slimme meid krijgt haar kind op tijd' is dus passé.

De Sutter: “(glimlacht) Er zijn voldoende slimme meiden die hun kind krijgen als ze wat ouder zijn, of die zelfs volledig kinderloos blijven. We moeten opletten dat we vrouwen niet culpabiliseren. De manier waarop we met elkaar samenleven, is nu eenmaal drastisch veranderd. Kijk naar Japan: de geboortecijfers zijn er ronduit dramatisch. Je hoort soms dat er over dertig jaar geen Japanners meer zijn. Ook in de Verenigde Staten en Rusland zijn aan het ontvolken. Hoe los je dat op? Niet door met een beschuldigend vingertje te wijzen en al zeker niet alleen met kinderopvang, geloof me.”

Isabelle Ryckaert: ‘Het gaat om op de juiste leeftijd de juiste partner tegen te komen.’Beeld Geert Van de Velde

Isabelle Ryckaert, kinderwenscoach en zelf ongewenst kinderloos: “Bij mijn vriendinnen zitten heel wat ambitieuze carrièrevrouwen. Ik betwijfel of sommige maatregelen jongere mama's van hen gemaakt zouden hebben.”

Mertes: “Inderdaad. Mensen met een sterke kinderwens krijgen hun kinderen op een relatief jonge leeftijd, ongeacht hun carrièrepad. De groep die de zwangerschap uitstelt voor de carrière is klein. Dat is ook logisch. Als je aan het begin van je carrière staat, is het druk, maar daarna krijg je alleen maar meer verantwoordelijkheid. Je hebt niet méér tijd na een paar jaar carrière, geloof mij vrij. (lacht) Dat is een grote misvatting.”

Ryckaert: “Het gaat, denk ik, om op de juiste leeftijd de juiste partner tegen te komen. Sommige vrouwen blijven alleenstaand en hebben toch een kinderwens. Steeds meer vrouwen zijn hoogopgeleid en daardoor schuift de leeftijd waarop ze kinderen krijgen op. Wie sneller afstudeert, begint vroeger aan kinderen.”

Meer dan de helft van de Vlaamse vrouwen rondt intussen hogere studies af.

Ryckaert: “Vier of vijf jaar studeren, nog even genieten van het leven, wat reizen... En pas daarna een kindje maken.”

Mertes: “Dat fenomeen heet perpetual postponing. Sommige mensen willen wel kinderen, maar stellen het telkens voor onbepaalde duur uit. Omdat het te duur is, om in het buitenland te gaan werken, enzovoort. Tot ze na vele jaren de biologische klok voelen tikken en het snel moet gaan. Dat geldt voor vrouwen én mannen, maar vrouwen hebben nu eenmaal een striktere biologische beperking.”

Heidi Mertes: ‘Eicellen invriezen haalt spanning uit een relatie. Misschien raakt een vrouw dan sneller natuurlijk zwanger.’

Momenteel hip in de VS: je eicellen invriezen. Zo kunnen vrouwen de biologische klok omzeilen.

Mertes: “In eerste instantie werd die techniek ontwikkeld voor kankerpatiënten. Omdat chemokuren de vruchtbaarheid in sommige gevallen zwaar aantasten, kunnen patiënten na genezing toch nog een kind krijgen. In ons land wordt het invriezen van eicellen voor kankerpatiënten sinds kort terugbetaald, dankzij minister van Volksgezondheid Maggie De Block. Toen de techniek ook opengesteld werd voor gezonde vrouwen, kwam er meteen veel kritiek: die vrouwen moesten zich maar op tijd voortplanten.”

Dat klinkt als kritiek van zure, grijze mannen.

Mertes: “(lacht) Dat klopt deels. Want de vrouwen die hun eicellen willen laten invriezen, zijn niet de 25-jarige carrièretijgers die hun kind wat later plannen. Het zijn vaak dertigers die geen partner hebben en ongerust zijn. Je kunt tegen zulke vrouwen toch niet zeggen: ‘Mevrouw, creëer een Tinder-profiel en maak snel een baby met eender wie’?”

Die techniek klinkt als de bevrijding van de biologische klok. Waar knelt het schoentje?

Mertes: “Het probleem is dat net de vrouwen die het nodig hebben, geen 20 meer zijn. Wie 37 is en aanklopt bij een fertiliteitscentrum, heeft vaak weinig kwalitatieve eicellen over. Niet elke vrouw heeft een voldoende sterke eicelreserve voor deze techniek. De kans dat een oudere vrouw later, met haar ingevroren eicellen, een kindje kan krijgen, is dus vrij klein.”

De Sutter: “Het grootste probleem is dat eicellen invriezen steeds meer gecommercialiseerd wordt. In Spanje kun je geen vrouwenblad meer openslaan zonder reclame tegen te komen als ‘Vries je eicellen in voor het te laat is.’ Daarmee culpabiliseer je vrouwen. Een jonge vrouw die zoiets leest, wordt doodsbang en gaat meteen haar eicellen invriezen. Dat kost veel geld en het geeft haar een vals gevoel van zekerheid. Bij zo'n behandeling is het de bedoeling om 20 cellen in te vriezen, wat sowieso niet haalbaar is voor alle vrouwen. Per eicel is er dan 5 procent kans op een zwangerschap. Zo wordt dat in de markt gezet: 20 eicellen, telkens 5 procent kans. Aha, 100 procent kans. Niet dus. Je hebt in het beste geval 65 procent kans om een kind te krijgen. Dat weten die vrouwen niet. Maar in de VS boomt de industrie: je kunt zelfs cadeaubonnen aan je vriendinnen geven, om hun eicellen te laten invriezen. ‘Freeze your eggs, free your career’, luidt het dan, 'een verzekering tegen onvruchtbaarheid' of 'een garantie op kinderen'. Dat is het allemaal níét.

“Ik stel mij ernstige vragen bij de commercialisering van zulke technieken. Enkele jaren geleden boden Facebook en Apple de techniek aan hun vrouwelijke werkneemsters aan. De boodschap is duidelijk: 'Wacht maar even met mama worden, wij vriezen je eicellen wel in op onze kosten.' En wat als ze 40 zijn? Worden ze dan toch aan de deur gezet met hun eicellen en niet eens de zekerheid dat ze een kind kunnen krijgen? De techniek kan de reproductieve vrijheid van de vrouw vergroten - een beetje zoals de pil in omgekeerde richting - maar mag geen wapen worden op de vrije markt.”

Mertes: “Gelukkig zijn we in België beter af. Hier krijgen vrouwen een medisch verantwoord gesprek met een psycholoog, en alle cijfers en informatie.”

Tournaye: “Veel vrouwen gebruiken hun eicellen niet. Ik kreeg onlangs een geboortekaartje van een vrouw die haar eicellen had laten invriezen. Ze had de man van haar leven leren kennen en had al twee keer op natuurlijke wijze een kind gekregen. Maar ze had geen spijt van haar beslissing om haar eicellen in te vriezen, schreef ze, want dat had zóveel druk en stress weggenomen.”

Mertes: “Stel je maar eens voor dat je een kinderwens hebt en je op je 38ste een fijne man ontmoet. De biologische klok tikt. Snel-snel aan kinderen beginnen dan maar, voor het te laat is? Zo werkt het niet altijd. Eicellen invriezen kan spanning uit een relatie halen. Wie weet, wordt een vrouw daardoor iets gemakkelijker natuurlijk zwanger.”

Herman Tournaye: ‘Vroeger hadden veel mannen slecht zaad, maar ze maakten kinderen met 25-jarige vrouwen.’Beeld Bob Van Mol

Een mens zou bijna vergeten dat zo’n 85 procent van de koppels nog steeds zwanger wordt binnen het jaar. En verder worden elk jaar nóg eens duizenden Belgen geholpen in onze fertiliteitscentra. Ondanks alle onheilsberichten, pleiten gynaecologen voor een tikkeltje meer geduld.

Tournaye: “Op een natuurlijke wijze zwanger worden, is in de eerste plaats een kwestie van geluk. Bij koppels met een normale vruchtbaarheid bedraagt deze kans elke maand ongeveer 25 procent. Die kans daalt met de leeftijd van de vrouw en, natuurlijk, met een mindere zaadkwaliteit bij de man. Maar zelfs dan is niet zwanger raken na een klein jaar nog niet problematisch.”

Grijpen we te snel naar medische hulp?

Tournaye: “Misschien wel. Blijf het vooral proberen, zou ik zeggen – en dat kan ook tijdens een IVF-behandeling, hoe zwaar dat soms ook is.”

De Sutter: “Het is bijna normaal dat je panikeert na enkele maanden, met al de verontrustende cijfers die je online vindt. Bij sommige koppels lukt het echt niet om lichamelijke redenen, maar andere mensen hebben gewoonweg te weinig seks om zwanger te raken. Dat blijkt ook uit onderzoek. Zeker wie al een eindje in de dertig is, kan veel doen door voldoende seks te hebben tijdens de eisprong. Seks blijft toch de essentie.”

Tournaye: “Begin jaren 80, vóór de grote doorbraak van IVF, heeft een Schotse uroloog mannen met slecht zaad in de gaten gehouden. Na jaren opvolging was de conclusie: je moet al verdómd weinig zaad hebben om iemand niet zwanger te krijgen. Misschien lukt het niet na één jaar, maar wel na drie of vier. Maar dat is vandaag blijkbaar niet meer mogelijk.”

Logisch toch, als de biologische klok genadeloos tikt?

Tournaye: “Dat heeft er ongetwijfeld mee te maken. Ook vroeger hadden veel mannen slecht zaad, maar ze maakten wel kinderen met 25-jarige vrouwen. Dat is nu hoogst uitzonderlijk. Hoe dan ook is IVF duur en nog steeds vrij belastend voor het lichaam. Je kunt een derde van de IVF-behandelingen overbodig maken door eerst inseminatie te proberen. Maar dat duurt allemaal enkele maanden langer, en daar is geen tijd voor.”

T’Sjoen: “Ik vind dat we sowieso te veel investeren in spectaculaire en innovatieve manieren om kinderen te maken, terwijl we het échte probleem niet oplossen. Verminderde vruchtbaarheid is niet zomaar te verhelpen met medische begeleiding, ze wijst ook op een onderliggend gezondheidsprobleem, zoals rookverslaving en obesitas. Het lijkt soms alsof de gezondheid van de wensouders vergeten wordt, want we kunnen het vruchtbaarheidsprobleem tóch oplossen.

“Bij één patiënt op de dertig vinden we intussen een serieuze gezondheidsoorzaak voor verminderde vruchtbaarheid, zoals - in een zeldzaam geval - een beginnend stadium van teelbalkanker. Via onvruchtbaarheid hebben we zelfs al tbc ontdekt bij een man. Onvruchtbaarheid komt zelden alleen. En omdat we voor de grote meerderheid van mensen geen aantoonbare verklaring vinden, komen we weer uit bij hormoonverstoorders en andere chemicaliën. Kunnen jullie dáár eens geen stuk aan wijden?”

© Humo

‘Wie zijn sperma optimaal op peil wil houden, komt het best om de drie dagen klaar. Op doktersadvies’
Beeld Lukas Verstraete