Direct naar artikelinhoud
ReportageAbortuskliniek

Deze abortusbuddy’s gaan vrouwen langs opdringerige activisten loodsen

De nieuwe abortusbuddy’s, onder wie Trees Luiten (links) en Micha de Jong (zittend vooraan). ‘Niemand, laat staan een vreemde, heeft zich met deze keuze te bemoeien.’Beeld Aurélie Geurts

In Rotterdam en Den Haag zijn vanaf maandag vrijwilligers oproepbaar die vrouwen afschermen van activisten bij de abortuskliniek. ‘We zijn geen activisten en geen hulpverleners. Het enige wat we doen is meelopen naar de kliniek.’

De keuzevrijheid van vrouwen bewaken. Dat is de drijfveer van hbo-student Micha de Jong (28) en de gepensioneerde Trees Luiten (70) om zich in te zetten als ‘abortusbuddy’. Vanaf maandag zijn zij met nog twintig vrijwilligers oproepbaar om vrouwen te begeleiden naar een abortuskliniek. De buddy’s moeten bescherming bieden tegen opdringerige anti-abortusactivisten.

Dit initiatief van de feministische actiegroep De Bovengrondse wordt gesteund door het Humanistisch Verbond. Het gaat om een pilot in Rotterdam en Den Haag, die zal worden uitgebreid naar andere steden in Nederland met een kliniek, mocht blijken dat de buddy’s in een behoefte voorzien. Ze zijn te boeken via De Bovengrondse, die de website Samennaardekliniek.nl heeft laten bouwen.

Aanleiding is de toenemende bedrijvigheid van anti-abortusactivisten voor sommige klinieken sinds pakweg anderhalf jaar. Coördinator Eva de Goeij van het buddyproject werd zelf ruim een jaar geleden uitgescholden bij het verlaten van de kliniek in Den Haag. Het idee achter de buddy’s is tweeledig, zegt ze: ongewenst zwangeren steunen in hun recht, nu dat door sommige activisten luidruchtiger ter discussie wordt gesteld, en de ‘pro choice’-beweging zichtbaar maken.

‘Uit nood geboren’

Arts Monique Opheij, voorzitter van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen, weet dat vrouwen geregeld boos, verdrietig of overstuur de wachtkamer binnenkomen. ‘Ze zijn voor de ingang lastiggevallen of aangesproken door vrouwen die zich voordoen als hulpverlener.’

Opheij is voor vrijheid van meningsuiting, zegt ze, maar vindt de toegangsweg naar een kliniek niet de juiste locatie om een visie op abortus te uiten. ‘De vrouwen met een afspraak in de kliniek hebben hun besluit al genomen en als ze nog twijfelen, blijkt dat uit het gesprek dat we binnen voeren. Bij twijfel volgt geen behandeling. Dat komt soms voor. Die mensen op de stoep zijn dus overbodig.’ Het genootschap staat daarom achter het buddysysteem, als buffer tussen de vrouw en de activisten. ‘Het is uit nood geboren’, zegt Opheij.

De bufferzones die gemeenten vorig jaar op aandringen van minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid instelden rond klinieken om anti-abortusactivisten op afstand te houden, werken nauwelijks, blijkt uit een rondgang van het Humanistisch Verbond. Bij de kliniek in Rotterdam staat een handjevol activisten een paar keer per week pal voor de deur en spreekt bezoekers aan, zegt directeur Gerrit Zomerdijk. De politie bellen heeft niet altijd zin.

Kees van Helden, directeur van de anti-abortusorganisatie Schreeuw om Leven, zegt dat zijn collega’s vrouwen voor klinieken respectvol aanspreken en de gesprekspartners vaak blij zijn met een gesprek. ‘Zeker twee keer per week besluit een vrouw daarna af te zien van abortus.’ Voor de kliniek in Rotterdam demonstreren volgens hem zeven verschillende groepen, onder wie mensen met spandoekteksten als: ‘Abortus is moord.’ Die benadering wijst Van Helden af omdat ze ‘averechts werkt’.

Aanvankelijk stond directeur Zomerdijk van de Rotterdamse kliniek aarzelend tegenover de abortusbuddy’s. Hij wil geen ‘oorlogszone’ en ‘polarisatie’ voor de deur. ‘Klinieken zijn er om zorgvuldige en veilige hulpverlening te bieden aan vrouwen die voor een abortus kiezen. Deze moet ongehinderd kunnen plaatsvinden.’ De garantie van De Bovengrondse dat de buddy’s zich neutraal opstellen en niet in gesprek gaan met demonstranten, stelt hem vooralsnog gerust.

Gedragscode

‘We zijn geen activisten en ook geen hulpverleners. Het enige wat we doen is meelopen naar de kliniek’, zegt Trees Luiten uit Schiedam. Met de overige 21 buddy’s, die zijn geselecteerd uit ruim 3.500 aanmeldingen, heeft ze een training gevolgd. Tijdens de begeleiding naar de kliniek is het niet de bedoeling vragen te stellen over de zwangerschap of abortus, en ook geen persoonlijke ervaringen te delen. De buddy’s hebben een gedragscode ondertekend waarin zij onder meer beloven na afloop de contactgegevens van de vrouw te wissen.

De gepensioneerde vrijwilliger zegt er moeite mee te hebben dat een ‘zwaarbevochten recht’ van vrouwen op abortus kennelijk weer verdedigd moet worden. Als buddy wil ze laten zien pal te staan voor dat recht. ‘Niemand heeft de waarheid in pacht. En niemand, laat staan een vreemde, heeft zich te bemoeien met de keuze van een vrouw haar zwangerschap te laten afbreken. Dat artsen en familieleden vragen stellen is al voldoende’, vindt ze. Uit haar nabije omgeving weet ze dat die keuze na zorgvuldig wikken en wegen en niet zonder hoofdpijn wordt gemaakt. ‘Geen vrouw doet dit zomaar.’

Zelf is de oma en moeder van twee kinderen nooit in zo’n situatie verzeild geraakt. Ze meent dat een abortus veel ellende kan voorkomen, bij zowel moeder als kind. ‘Kinderen moeten welkom zijn. In mijn werk in de jeugdhulpverlening en bij Slachtofferhulp heb ik gezien hoeveel ellende er kan ontstaan als kinderen niet gewenst zijn, als er geen perspectief voor hen is. Abortus kan een hoop problemen voorkomen als een vrouw die al ziet aankomen.’

Toch gezelschap

De 28-jarige Micha de Jong uit Rotterdam wil graag buddy zijn voor gekleurde vrouwen. Als Nederlandse met Curaçaose roots, opgegroeid in een religieuze familie van Jehova’s getuigen, weet ze hoe groot het taboe op abortus in deze groepen is. ‘Er wordt niet over gesproken. Daarom kiezen vrouwen die ongewenst zwanger raken vaak in het geheim voor een abortus. Een buddy voorkomt dat ze de gang naar de kliniek ook nog alleen moeten maken.’

De hbo-student weet dat ze zelf een ‘ongewenst’ kind was. Micha’s moeder was 17 jaar toen ze zwanger van haar raakte. ‘Het geeft zo’n rotgevoel, ook al zegt mijn moeder dat ze blij met me was. Iedereen wil een leven dat gewild is, het bestaan is al moeilijk genoeg. Ik heb van jongs af aan gezien hoe zwaar mijn moeder het had. Het is fysiek en mentaal heel ingrijpend om een kind te baren, en het dan ook nog in je eentje op te voeden en voor een inkomen te zorgen. Een vrouw moet er zelf voor kunnen kiezen of ze dat leven wil.’

LEES OOK:

Hoe activisten bij de abortuskliniek Fatima op andere gedachten brengen.

Pro-life heeft de wind mee: de macht van de anti-abortusbeweging wordt steeds groter.