Rutte laat ruimte voor hogere EU-begroting als Nederlandse afdracht gelijk blijft

Nederland hamert met Oostenrijk, Zweden en Denemarken tot dusver op een Europese begroting die maximaal 1 procent bedraagt van het inkomen dat alle EU-lidstaten met elkaar verdienen. Volgens Rutte is dat percentage echter geen doel op zichzelf: ,,Die 1 procent is een instrument om bij het doel te komen. Het doel is: geen afdrachtstijging.”

Voorzitter van de Europese Raad Charles Michel heeft een voorstel op tafel gelegd waarin de EU-begroting voor de komende 7 jaar stijgt naar 1,07 procent. Voor Nederland zou dit betekenen dat de jaarlijkse afdracht aan Brussel in 2027 met twee miljard euro extra toeneemt, mede doordat Nederland de korting die het nu nog krijgt uiteindelijk zou verliezen. Zo’n forse stijging van de afdracht is volgens het kabinet niet acceptabel.

Rutte weet niet of de 27 EU-landen deze week al tot een akkoord zullen komen. Wel is hij ervan overtuigd dat het voorstel van Michel niet de eindstreep haalt. ,,Het voorstel dat er nu ligt gaat het nooit worden”, aldus Rutte. Voor Nederland ‘moet het heel erg veranderen’, stelt hij. ,,Het eindresultaat telt en niet de snelheid van de onderhandelingen.”

Twee jaar geleden droeg een grote Kamermeerderheid de regering nog op zich in te zetten dat de Europese meerjarenbegroting in de periode 2021-2027 ‘bij voorkeur krimpt, maar hooguit gelijk blijft’ ten opzichte van de zevenjaarsbegroting die dit jaar afloopt. Rutte geeft nu dus een eigen draai aan die opdracht, door erop te hameren dat niet de begroting zelf maar de Nederlandse afdracht de grootste prioriteit is.

Daarmee bewijst hij lippendienst aan de oproep van regeringspartij D66 om zich niet ‘blind te staren’ op de veelbesproken 1 procent. D66-fractieleider Rob Jetten vreest dat het gehamer op dit percentage ten koste gaat van de door Nederland eveneens gewenste ‘modernisering’ van de EU-begroting, waarin de uitgaven aan landbouwsubsidies en regionale ontwikkeling nog altijd de hoofdmoot vormen. Volgens Jetten getuigt het van een ‘kortzichtige kruideniersmentaliteit’ als de Europese uitgaven aan klimaat, migratie en veiligheid naar beneden zouden gaan omdat Nederland vasthoudt aan het percentage van 1 procent.