Tweede Kamer stemt met kleinst mogelijke meerderheid in met Ceta-verdrag

Minister Sigrid Kaag voor Buitenlandse Handel stelde haar reis naar de Hoorn van Afrika uit om vanmiddag persoonlijk bij de stemmingen aanwezig te kunnen zijn. De afgelopen dagen sprak zij met verschillende partijen, ook in de Eerste Kamer, in de hoop een ruimere meerderheid bij elkaar te kunnen sprokkelen.

Uiteindelijk stemden alleen de regeringspartijen VVD, D66, CDA, ChristenUnie en ex-VVD’er Van Haga voor. De steun van de ChristenUnie was tot vorige week onzeker. De kleinste coalitiepartij was altijd tegen Ceta. In het debat, dat in totaal 15 uur duurde, liet Kamerlid Joël Voordewind zich uiteindelijk overtuigen.

Het standpunt van 50Plus, dat niet meedeed aan het marathondebat, bleef tot de stemmingen ongewis. In het verkiezingsprogramma keerde de partij zich tegen Ceta, maar de afgelopen dagen weigerde 50Plus zich uit te spreken over het verdrag. Dat de partij tegen stemde, was voor Kaag geen teleurstelling. ,,Ik had geen verwachtingen.”

Kaag noemde het ‘belangrijk’ dat het verdrag het in de Tweede Kamer heeft gehaald, ook al waren er maar drie zetels verschil. ,,Met een kleine marge, maar dat wisten we. Ook met één zetel verschil was het erdoor gekomen.” Kaag benadrukte dat er in de Eerste Kamer ‘een nieuwe weging’ plaatsvindt. 

Ze zei ‘voortdurend in gesprek’ te zijn met alle partijen en te hopen dat ze ‘op de inhoud’ hun zorgen weg kan nemen. ,,Dat het niet eenvoudig is, weet iedereen. Dat het wel zou moeten lukken, is voor mij ook heel duidelijk.” Volgens de D66-bewindsvrouw is dat ‘een heel belangrijk signaal voor hoe Nederland staat in Europa en in de wereld’. ,,Er wordt ook nu ook door Europa enorm meegekeken. Men vraagt zich echt af: waar is Nederland mee bezig?”

Ceta, waarover zes jaar is onderhandeld, trad september 2017 al grotendeels in werking. Alleen de speciale rechtbank voor investeringsbescherming, het zogeheten ICS, kan pas in werking treden als alle lidstaten van de EU het verdrag hebben geratificeerd. Veel landen deden dat al, maar in Frankrijk en Italië leven ook zorgen over het verdrag.