Direct naar artikelinhoud
CommentaarCeta

Ceta moet er gewoon komen

Handel kan naast het brengen van welvaart (zeker voor Nederland) ook bij uitstek een middel zijn om vreedzame relaties tussen landen te bevorderen. Maar als het debat vorige week in de Kamer over het nieuwe handelsverdrag tussen Canada en de Europese Unie (Ceta) exemplarisch is voor het klimaat in Nederland, dan zijn we dat hier volledig uit het oog verloren.

Een land dat zijn welvaart voor een groot deel bouwde op internationale handel en er nog immer voor een zeer groot deel van afhankelijk van is, wil zich wat politiek rechts en politiek links betreft achter de dijken verstoppen en vooral de ramen en gordijnen dicht houden. De oneigenlijke argumenten (en de onredelijke angsten) vlogen over en weer in het uitgebreide debat over het Ceta-verdrag. Het zou gedaan zijn met het streven naar meer dierenwelzijn in dit land, handel leidt per definitie tot armoede elders en met het (EU-)verdrag zou Nederland weer soevereiniteit inleveren, dan wel overgeleverd zijn aan een paar niet-Nederlandse rechters, die uiteraard het slechtste met Nederland voorhebben.

Niet de uitdaging, maar het defensief is leidend

Of er nu enige kern van waarheid zit in die argumenten van populistisch rechts en, bij andere gelegenheid, meer weldenkend links, is minder relevant dan de angst die uit de houding van diverse partijen spreekt. Niet de kans op een betere, want in internationaal perspectief gelijkwaardiger verhouding tussen Canada en de EU is nog een nastrevenswaardige zaak. De illusie dat Nederland zaken alleen kan opknappen stelt mensen kennelijk meer gerust. Niet langer de uitdaging, maar het defensief is leidend geworden.

Internationale handel is zeker sinds het aantreden van Trump als president van de Verenigde Staten in de verdachtenbank terecht gekomen. De Europese Unie, hoe zwak en besluiteloos ook door toenemend nationalistisch egoïsme, is als handelsblok nog invloedrijk genoeg om daar betekenisvol tegenwicht aan te geven. Het is op zijn zachtst gezegd ironisch dat in Nederland, handelsland bij uitstek, nu eng-nationalistische argumenten de boventoon zijn gaan voeren.

Fabeltjes over ambtelijke potentaten

De Canadese premier Trudeau noemde vorige week het Ceta-verdrag nog een progressief handelsinitiatief dat een bijdrage kan leveren aan een sterkere internationale orde. Dit argument kan niet worden gepareerd met fabeltjes over ambtelijke potentaten in Brussel die ons kwalijke zaken door de strot willen duwen.

Het ontwerpverdrag bevat genoeg waarborgen om de risico’s te minimaliseren die aan een dergelijk verdrag kleven (Canada heeft bijvoorbeeld minder moeite met dierenwelzijn of bijvoorbeeld het gebruik van hormonen). In ieder geval zijn er genoeg waarborgen, die de angst voor het onbekende onterecht maken.

Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.