Direct naar artikelinhoud
De EU-top over de Europese begroting deze week ‘gaat over u’
VoorbeschouwingBrussel

De EU-top over de Europese begroting deze week ‘gaat over u’

Beeld Studio Vonq

De extra EU-top van komende week over de Europese begroting laat velen koud. Ten onrechte, klinkt het in Brussel en Straatsburg. ‘Want dit gaat over u.’

 Is het wanhoop? Een achterhoedegevecht? Of toch dat zeldzame beschaafde geluid bij een onsmakelijk politiek moddergevecht tussen 27 egoïstische regeringsleiders? Wat het ook moge zijn, het Europees Parlement liet deze week luidkeels weten dat het óók meebeslist over de nieuwe EU-meerjarenbegroting (2021-2027) – en dreigde tegelijk met een snoeihard conflict als de EU-landen te gierig zijn.

“Als zij weigeren te bewegen en de standpunten van het parlement niet aanvaarden, dan zullen wij tot het uiterste gaan en de begroting verwerpen”, zo klonk het woensdag uit de mond van parlementsvoorzitter David Sassoli. Hij verhief zijn stem. “Wij zijn het enige EU-instituut dat de democratische wens van de bevolking respecteert.”

Zullen de regeringsleiders onder de indruk zijn? De begrotingskwestie ligt vanaf komende donderdag als een politieke tijdbom op tafel tijdens een speciaal hiervoor ingelaste Brusselse top. ‘Vanaf’, want die bijeenkomst kan wel eens een slijtageslag van een paar dagen en nachten worden. Sommigen zeggen dat dit juist een goed teken zou zijn, want dan is er kennelijk bereidheid om eruit te komen. Voor EU-raadsvoorzitter Charles Michel, wiens tweede top dit nog maar is, staat er veel op het spel. Mislukkingen zullen vooral de Belgische oud-premier worden aangerekend.

Verslaafd aan EU-subsidies

De schijnwerpers staan al maanden op de loopgravenposities van de lidstaten. In (te) karikaturale schetsen is dat een strijd tussen de netto-betalers zoals Nederland­­, die ‘geen cent te veel’ aan ‘Brussel’ willen ‘weggeven’, en de minder welvarende netto-ontvangers annex landbouwlanden. Die zijn, zo wil de karikatuur, verslaafd aan subsidies en willen altijd meer. Hongarije, Polen en Tsjechië zien de begroting graag stijgen.

Duitsland, dat verreweg het meeste geld inlegt, pleit weliswaar ook voor een Hollands-achtige zuinigheid, maar houdt zich meer op de vlakte. Op Frankrijk is al helemaal geen peil te trekken. President Macron laat zich voorstaan op zijn EU-hervormingsdrang, maar weigert tegelijk het gehate parlementaire verhuiscircus naar Straatsburg ter discussie te stellen en kent de macht van de Franse boerenlobby. Het Europese landbouwbeleid geldt, samen met de subsidies voor de arme regio’s, als ‘oude Europese begrotingspolitiek’. Toch zullen alleen al deze twee posten weer zo’n 60 procent van de gehele begroting blijven uitmaken, forse bezuinigingen erop ten spijt.

Voorzitter Charles Michel van de Europese Raad ontving op 5 februari premier Rutte om te overleggen over de komende EU-meerjarenbegroting. Aanstaande donderdag is er op dezelfde plek een cruciale top.Beeld AP

In de discussie lijkt het niet om de inhoud te gaan, maar om cijfertjes achter de komma. En die EU-begroting ís al zo klein, relatief gezien. De Europese Commissie zet in op een aandeel van 1,11 procent van het gezamenlijke bruto binnenlandse product, ofwel 1134,6 miljard euro over zeven jaar, iets hoger dan in de lopende periode 2014-2020. Een compromisvoorstel van het vorige Finse voorzitterschap kwam uit op 1,07 procent. Het parlement wil opstomen naar 1,3 procent. Gisteren kwam daar een nieuw percentage bij, eigenlijk het belangrijkste: het compromis-voorstel van Michel voor de komende top. Hij komt uit op 1,074 procent.

De ‘vrekkige vier’ (Nederland, Denemarken, Oostenrijk, Zweden) leggen het plafond op precies 1,00 procent. “Wij begrijpen dat de begroting stijgt met de inflatie en de economische groei, maar dan vinden wij het ook wel weer welletjes”, zoals premier Rutte het op z’n ‘Zeeuws-meisjes’ uitdrukte op 7 februari, in de week dat hij het Nederlandse standpunt nog eens in Brussel onder Michels neus had gewreven.

Tegen de kruideniersmentaliteit van ‘de vrekkige vier’

Een in Brussel machtige landgenoot van Rutte, Gert Jan Koopman, zet zich al een tijdje af tegen die Hollandse kruideniersmentaliteit. Hij is directeur-generaal van de begrotingsafdeling van de Europese Commissie, iemand die normaal gesproken achter de schermen blijft. Maar Koopman grijpt de laatste maanden alle gelegenheden aan (onder meer op Twitter) om dingen uit te leggen, bijvoorbeeld dat Nederland van elke euro die het inlegt een euro of twaalf terugkrijgt als grootverdiener van de interne­­ EU-markt. Hij vindt dat Nederland zichzelf benadeelt door zich zo vast te bijten in die 1,00 procent. “De Unie gaat Nederland minder opleveren als die wordt afgeknepen”, zei hij deze week in de Haagse podcast ‘Betrouwbare Bronnen’.

Ook mythes als zou Nederland financieel het meest moeten ‘bloeden’ van alle EU-landen bestrijdt hij hardnekkig. “Als percentage van het nationaal inkomen is de Nederlandse bijdrage aan de begroting de laagste van alle EU-landen. Als je dat als maatstaf neemt, betalen de Bulgaren 50 procent meer.”

Gaat dit cijfergeneuzel eigenlijk wel ergens over? “Dit gaat over ons allemaal, vooral onze burgers”, zo probeerde een geëmotioneerde parlementsvoorzitter Sassoli deze week het debat minder abstract te maken. Studenten willen door met de populaire Erasmus+-uitwisseling, onderzoekers zijn afhankelijk van de EU-innovatie-investeringen, personeel dat in Amsterdam voor het zwaarbevochten EU-medicijnagentschap werkt, hoopt ook in januari volgend jaar salaris te krijgen en inderdaad, de boeren rekenen op hun inkomenssteun. Bovendien: als kritische EU-burgers érgens niet op zitten te wachten, zijn het besluiteloze, ruziënde politici, een beeld dat ongetwijfeld gaat overheersen tijdens de top komende week.

Het slotakkoord is het begin

Het Europees Parlement deed deze week verwoede pogingen om een voet tussen de deur te krijgen in de discussie, waarbij alle aandacht gericht lijkt op die top van donderdag en de koortsachtige voorbereidingen van voorzitter Michel. Alsof een beoogde unanieme overeenkomst op die plek het slotakkoord zal zijn. Nee, zeggen ze in Straatsburg, dan begint het pas. Hier moet een meerderheid het ook een mooie begroting vinden.

Het parlement organiseerde een urenlang seminar voor journalisten, waarin de roep om een ruimhartige begroting uitvoerig werd toegelicht. Ter afsluiting zei Raffaella De Marte, hoofd van de parlementaire media-dienst, tegen­­ de EU-correspondenten: “We hopen­­ op jullie steun.” Dat zul je de woordvoerders van de andere betrokken instituties toch niet zo snel horen zeggen.

In het geweld van alle percentages onderstreept het parlement dat het als enige een inhoudelijk gedegen analyse heeft gemaakt van de noodzakelijke bestedingen­­. Die 1,3 procent is heus niet uit de lucht gegrepen, klinkt het. Het Verenigd Koninkrijk mag dan straks niet meer meebetalen, de behoeften en uitdagingen worden voor de EU alleen maar groter. Er komen zelfs nieuwe bij: klimaatbeleid, een forse uitbreiding van Frontex-personeel ter bewaking van de buitengrenzen, digitalisering, veiligheid en defensie.

Dat zijn bestedingen waarvan de EU-landen zelf toch ook zullen inzien dat ze Europees moeten worden aangepakt, zo luidt de boodschap in Straatsburg. Veel Europarlementariërs ergeren zich aan de toon die Rutte, de Oostenrijkse bondskanselier Kurz en de andere fanatiekelingen van de ‘club der vrekken’ aanslaan als het over de begroting gaat. Puur nationaal egoïsme, aldus de Vlaamse Europarlementariër Johan Van Overtveldt.

Een beetje verrassend om deze woorden uit zijn mond te horen is het wel. Van Overtveldts N-VA zit in dezelfde fractie als de anti-EU-partijen Forum voor Democratie, Alternative für Deutschland en de Zweden-democraten. Als voorzitter van de parlementscommissie begroting slaat Van Overtveldt een andere toon aan dan toen hij namens zijn Vlaams-nationalistische partij nog Belgisch minister van financiën was (2014-2018).

“We moeten op een Europese manier denken”, zegt de auteur van ‘Het einde van de euro’ (2011) nu. “De EU is geen machine waar je als land geld in stopt en waarvan je vervolgens hoopt dat je er zoveel mogelijk uit krijgt.”

De vraag is hoe heet die parlementaire soep wordt gegeten. Uiteindelijk komt het leeuwendeel van de EU-begroting immers uit nationale bijdragen, waarover het Europees Parlement niets te zeggen heeft. Daarom zet dat parlement ook zo in op verruiming van de zogeheten ‘eigen middelen’, het spaarzame geld dat rechtstreeks naar de EU-schatkist gaat, zonder tussenkomst van nationale instanties. Dat zijn nu alleen nog maar douane-afdrachten en een klein deel van de btw-heffingen.

Meer dan een rituele verzetsdans

Uitbreiding van die eigen middelen (met bijvoorbeeld de opbrengsten uit de bestaande CO2-emissiehandel, een nog niet bestaande plastic-taks, een gedroomde heffing voor internet-reuzen of een mogelijke CO2-importbelasting) zou de EU-begroting minder afhankelijk maken van het kortetermijndenken van nationale politici. In die droom ziet het parlement het aandeel van de eigen middelen stijgen van 20 naar 60 procent. Als het zo ver is, hoeven nationale overheden niet meer die zevenjaarlijkse rituele verzetsdans op te voeren.

Voorlopig kunnen de volksvertegenwoordigers niets meer dan verbale druk uitoefenen op geld waarop ze geen greep hebben. Sommige ervaren Europarlementariërs weten nog hoe de (ook al taaie) onderhandelingen van zeven jaar geleden gingen. “De leiders van de grote fracties van toen, Joseph Daul, Guy Verhofstadt en Martin Schulz (van achtereenvolgens de christen-democraten, de liberalen en de sociaal-democraten, red.) zeiden allemaal: ‘Over mijn lijk dat we instemmen met een magere begroting’”, zei de Belgische Europarlementariër Philippe Lamberts van de Waalse groene Ecolo-partij woensdag in Straatsburg. “Maar ze gingen uiteindelijk toch akkoord. Dit keer moeten we niet bang zijn voor een conflict.”

Lees ook:Het rituele gevecht over de Europese begroting is feller dan ooit

Al in oktober vorig jaar schreef Trouw: de spanningen over de meerjarenbegroting van de EU nemen gestaag toe. Nederland zit in de 1,00-procentclub: geen cent te veel.

Mag Brussel straks zelf belasting heffen?

EU-begroting bestaat nu vrijwel geheel uit afdrachten van lidstaten. Er is discussie over nieuwe vormen van financiering.