Direct naar artikelinhoud
AnalysePale blue dot

Hoe een foto vanaf de rand van ons zonnestelsel de mensheid reduceerde tot een fractie van een pixel

Deze foto van de aarde werd genomen op 14 februari 1990 door Voyager 1, op 6,4 miljard kilometer afstand. De strepen die je ziet, zijn zonlicht dat weerkaatst in de camera. Onze thuisplaneet is op deze foto slechts 0,12 pixels groot. De foto werd een symbool voor de menselijke nietigheid.Beeld NASA / beeldbewerking de Volkskrant

Eén achteloze blik achterom van Nasa’s ruimtesonde Voyager leidde tot een iconische ruimtefoto: de Pale Blue Dot. Dertig jaar later inspireert en verbindt het nietig stemmende beeld van de aarde nog altijd.

Op 14 februari 1990, deze week dertig jaar geleden, bevond Nasa’s ruimtesonde Voyager zich zo’n 6,4 miljard kilometer van huis. Met hoge snelheid vloog het vaartuig richting de uitgang van ons zonnestelsel, toen haar aardse hoeders besloten de camera nog één laatste keer om te draaien.

De foto die dat opleverde − tegenwoordig beter bekend onder de titel Pale Blue Dot (vale blauwe stip) − bereikte een iconische status. En dat terwijl het resultaat strikt genomen niet eens zo mooi is. Een achteloze kijker ziet vooral een wazige, stoffige strepenpartij, veroorzaakt door zonlicht dat weerkaatste in de camera van de sonde. Wanneer je heel goed kijkt, ontdek je in één van die strepen een onooglijk blauw stipje. Toch is het dat stipje dat het hem doet. Die blauwe vlek is namelijk de aarde, ons kosmisch thuis, het ruimteschip waarop de gehele mensheid door een onbarmhartige kosmos toert.

Een minuscuul, kwetsbaar dingetje

Mede dankzij de tot de verbeelding sprekende woorden die astronoom Carl Sagan aan het beeld toevoegde (zie kader), ontpopte Pale Blue Dot zich tot hét internationaal symbool voor de kwetsbaarheid van onze planeet en de eenheid van de gehele mensheid.

‘Sagan gaf wetenschap iets magisch en mysterieus, iets mythisch’, zegt astronaut André Kuipers. Toen hij aan het Voyager-team voorstelde de foto te maken, vroegen veel mensen zich nog af: wat heb je daar in vredesnaam aan? ‘Het antwoord is simpel’, zegt Kuipers. ‘De foto laat zien dat de aarde een minuscuul, kwetsbaar dingetje is in een onmetelijk groot heelal.’

Datzelfde gevoel herinnert Kuipers van zijn tijd op het internationaal ruimtestation ISS. ‘Wanneer ik langs de aarde keek en daarachter dat pikzwarte heelal zag, voelde ik plots hoe beperkt onze planeet is. Al het leven dat ooit heeft geleefd, onze hele geschiedenis, speelde zich af in tien kilometer lucht, en tien kilometer water. Meer niet.’

Gezamenlijke lotsbestemming

Precies dat gevoel zouden meer mensen moeten ervaren, stelt Lydia Ruprecht. Zij coördineert bij VN-organisatie Unesco een initiatief dat onderwijs over ‘wereldwijd burgerschap’ stimuleert. ‘Deze foto illustreert op prachtige wijze de boodschap die we willen overbrengen op onze kinderen. Dat we ondanks al onze verschillende perspectieven en identiteiten uiteindelijk allemaal op elkaar lijken. Dat we deel zijn van één mensheid en een gezamenlijke lotsbestemming hebben’, zegt zij.

Volgens astronoom Ignas Snellen (Universiteit Leiden) moet je Pale Blue Dot zien als vervolg op de Earthrise-foto van de aarde, die astronauten van Apollo 8 in 1968 maakten vanuit een baan om de maan. ‘De blikverschuiving die deze twee foto’s veroorzaakten, zorgde ervoor dat we onszelf de afgelopen decennia steeds meer zijn gaan bekijken vanuit wereldwijd perspectief’, zegt hij.

De Earthrise-foto toonde de aarde voor het eerst vanuit kosmisch perspectief.Beeld NASA

Grijpen naar geweld

Toch realiseert lang niet iedereen zich dat we letterlijk allemaal in hetzelfde kosmische schuitje zitten, zegt Kuipers. ‘Deze foto zet je aan het denken. De maanlanding ook, met de historische woorden ‘we came in peace for all mankind’. Maar uiteindelijk vallen we toch vaak terug in onderlinge haat en nijd, en grijpen we naar geweld.’

Sterrenkunde en ruimtevaart bieden broodnodige relativering, denkt ook Snellen. ‘In het dagelijks leven kijken mijn collega’s en ik diep het heelal in, naar zaken die zich afspelen op onvoorstelbaar grote afstanden van hier’, zegt hij. ‘Maar eigenlijk zijn we dan toch vooral bezig met onszelf. We proberen onze plek in de kosmos te begrijpen.’

Een klompje stof, zwevend in een zonnestraal

‘Kijk nog eens naar die stip. Dat is hier. Dat is thuis. Dat zijn wij. Daarop leeft iedereen die je liefhebt, iedereen die je kent, iedereen van wie je ooit hebt gehoord, elke mens die ooit heeft bestaan. Het is de samenballing van ons geluk en lijden. Duizenden religies, ideologieën en economische doctrines, elke jager en verzamelaar, elke held en lafaard, elke maker en vernietiger van beschavingen, elke koning en bedelaar, elk verliefd jong stel, elke moeder en vader, elk hoopvol kind, elke uitvinder en verkenner, elke docent van moraal, elke corrupte politicus, elke ‘superster’, ‘grote leider’ en elke heilige en zondaar uit de geschiedenis - ze leefden allemaal hier, op een klompje stof, zwevend in een zonnestraal.

De aarde is een heel klein podium in een uitgestrekte kosmische arena. Denk eens aan de eindeloze wreedheden waaraan de inwoners van een hoek van deze pixel de nauwelijks onderscheidbare inwoners van een andere hoek hebben blootgesteld. Hoe vaak ze elkaar niet begrijpen, hoe gretig ze elkaar vermoorden, hoe vurig hun haat is. Denk aan de rivieren van bloed die al die generaals en keizers hebben vergoten zodat ze, in glorie en overwinning, de tijdelijke meesters konden worden van een fractie van een stip.

Onze aanstellerij, onze ingebeelde belangrijkheid, de waan dat we een bepaalde bevoorrechte positie hebben in het universum − al die ideeën worden in twijfel getrokken door dit bleke licht. Onze planeet is een eenzame stip in het grote omhulsel van het kosmische donker. In onze obscuriteit, in al deze uitgestrektheid, schuilt geen enkele hint dat iets van elders zal komen dat ons kan redden van onszelf.

De aarde is de enige wereld die we kennen waarop leven kan voorkomen. Er is nergens een plek, niet op de korte termijn, waar onze soort naartoe kan verhuizen. Bezoeken, ja. Bewonen, nog niet. Wat je er ook van vindt: we zullen het met de aarde moeten doen.

Mensen zeggen weleens dat astronomie nederig stemt, dat je er karakter van krijgt. Er bestaat wellicht geen betere demonstratie van de menselijke verwaandheid dan dit verre beeld van onze kleine wereld. Voor mij onderstreept het onze verantwoordelijkheid om vriendelijk te zijn voor elkaar, en om die vale blauwe stip, het enige thuis dat we ooit hebben gekend, te behouden en koesteren.’

- Fragment uit Pale Blue Dot, Carl Sagan (1994)

Zoektocht naar een tweede aarde

Hetzelfde gevoel van nederigheid dat de Pale Blue Dot-foto aanwakkert, staat centraal in het onderzoek van sterrenkundige Ignas Snellen. Hij speurt in de kosmos naar exoplaneten, verre werelden die draaien om een andere ster dan de zon. Hij hoopt ooit een tweede aarde te ontdekken, een planeet waarop buitenaards leven loopt, zwemt of vliegt. ‘Dat zal het beeld dat we van onszelf hebben opnieuw doen kantelen’, zegt Snellen.

Volgens astronaut André Kuipers is zo’n ontdekking het ultieme vervolg op de foto die Voyager dertig jaar geleden maakte. ‘Pale Blue Dot liet al zien dat niet alles om ons draait. Letterlijk. Niet om ons als individu, als mens, als stam of als planeet. Zelfs niet om ons als zonnestelsel of als Melkweg’, zegt hij. ‘Met de ontdekking van buitenaards leven kunnen we daar nog iets aan toevoegen: ook als levende wezens zijn we dan niet langer uniek.’

Waarom het verliefde hart van een vrouw nu in de ruimte zweeft

Veertig jaar geleden vertrokken twee ruimtesondes met aan boord een gouden elpee vol muziek en aardse geluiden, een ‘cadeau’ voor aliens. Ann Druyan stelde de muziek samen en vertelt hoe dat ging. En: wat zou er op een nieuwe plaat moeten?

Waarom het verliefde hart van een vrouw nu in de ruimte zweeft
Beeld NASA