Direct naar artikelinhoud
InterviewWellesnietes

Heeft het zin om de CO2-uitstoot van je vliegreis te compenseren?

Bart Carlier (l.) en Wouter Dewulf.Beeld © Stefaan Temmerman

Een voor- en tegen­stander gaan in duel over een hot issue. Deze week: steeds meer mensen geven geld om de CO2-uitstoot van hun verplaatsingen te compenseren.   

Bart Carlier: ‘Je vliegreis compenseren zet mensen aan om voetafdruk te verkleinen’

Geld storten aan organisaties die bossen aanplanten of waterputten graven: almaar meer mensen zijn bereid de CO2-uitstoot van hun verplaatsingen te compenseren. ‘Mensen willen zelf actie onder­nemen voor het klimaat’, zegt BOS+-woordvoerder Bart Carlier. ‘Daarvoor is het verkleinen van de persoonlijke voet­afdruk essentieel.’

“Recent werd Treecological, het compensatiefonds van BOS+, gecontacteerd door Joker. De reisorganisatie wil haar aanbod duurzamer maken. In eerste instantie proberen ze meer klanten warm te maken voor een reis met de trein. Als het toch een verre trip inclusief vliegtuig wordt, willen ze klanten de mogelijkheid bieden de CO2-uitstoot van de vlucht te compenseren.

“De beste CO2-molecule is degene die we niet uitstoten. Maar je kan nu eenmaal niet alle vlieg- of autoreizen afschaffen. Denk dus eerst na of je verplaatsing écht nodig is, dan hoe die zo duurzaam mogelijk kan zijn, en tot slot hoe je de uitstoot kan goedmaken. Eerst reduceren, dan compenseren.

“Steeds meer mensen doen dat. Niet alleen particulieren, maar ook organisaties en bedrijven denken na over de klimaat­impact van hun verplaatsingen. In 2019 openden we 40 procent meer dossiers dan het jaar voordien.

“Treecological, en andere tools, berekenen eenvoudig hoeveel CO2 een verplaatsing uitstoot en hoe die gecompenseerd kan worden. De prijs hangt af van heel wat variabelen. Wij houden bijvoorbeeld rekening met de uitstoot uit de volledige keten van het vliegtuig. In die prijs zit dus niet alleen de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de verbranding van kerosine, maar ook die van de CO2 die vrijkomt bij winning, raffinage en transport van de brandstof en de productie en het onderhoud van het vliegtuig. Voor vluchten langer dan 500 kilometer vermenigvuldigen we de uitstoot maal drie, want dan gaat het vliegtuig hoger de lucht in, waar ook de uitstoot van fijn­stof, stikstof­oxides en waterdamp een negatieve klimaat­impact veroorzaken.

“Met het geld dat verzameld wordt, planten wij bomen die decennialang CO2 uit de lucht zullen halen. We bieden gebruikers de garantie dat hun CO2-uitstoot na twintig jaar tijd gecompenseerd is. Daarnaast is een onafhankelijke en op wetenschap gebaseerde monitoring cruciaal voor onze compensatieprojecten.

“Momenteel zijn we actief in Ecuador. Binnenkort volgen nog bossen in andere regio’s daar en ook België. Zuid-Amerika ligt niet om de hoek, maar onze levensstijl laat zich voelen tot in het Amazone­gebied. Die groene long is van cruciaal belang voor de hele wereld. Als we het woud er niet beter beschermen, zullen de gevolgen nefast zijn voor iedereen. Maar ook daar moeten we een draagvlak creëren. We sluiten langdurige contracten af met grond­eigenaars en zorgen ervoor dat de projecten gedragen worden door de lokale gemeenschappen.

“Ik ben ervan overtuigd dat compensatie werkt. Soms krijgen we het verwijt dat zulke systemen zorgeloos vliegen in de hand werken. Alsof mensen betalen voor aflaten. Dat is natuurlijk niet zo. Mensen willen zelf actie ondernemen voor het klimaat. Daarvoor is het verkleinen van hun voetafdruk en CO2-uitstoot essentieel. De compensatie helpt mensen om daar stil bij te staan. Meer nog: we zien dat de mensen dier er gebruik van maken, net heel bewust met mobiliteit omgaan.

“Uiteindelijk zijn het vaak kleine initiatieven die inspiratie bieden aan de politiek. Bij de verschillende overheden rijpen de geesten wel dat we dringend in actie moeten schieten, maar concrete plannen blijven veelal uit. De burger moet niet altijd wachten. Als zij het goede voorbeeld geven en hun CO2-uitstoot compenseren, kan dat doorgroeien naar de top.” 

Wouter Dewulf: ‘Compenseren werkt averechts: je blijft het milieu schaden’

Betalen voor de compensatie van de CO2-uitstoot geeft een vals gevoel van milieubewustzijn, stelt transport­econoom Wouter Dewulf (UAntwerpen). ‘We kopen vooral ons schuldgevoel af.’

“Iets doen is nog altijd beter dan niets doen. Elke druppel op de hete plaat werkt. Maar we mogen onszelf geen illusies maken. Betalen voor de compensatie van de CO2-uitstoot van een vliegreis geeft een vals gevoel van milieubewustzijn.

“Als we iets willen doen aan de opwarming van de aarde én daarvoor ons reisgedrag willen aanpassen, dan is er maar één oplossing: minder vliegen. Door de economische groei worden we steeds rijker en kunnen we eenvoudig betalen voor de klimaat­compensatie. Daardoor veranderen mensen hun gewoonte niet en neemt de consumptie enkel toe. De International Air Transport Association (IATA) verwacht dat tegen 2035 het aantal passagiers wereldwijd nog zal verdubbelen tot ongeveer 7,2 miljard per jaar. Jaarlijks pompen alle vliegtuigen zo’n 800 miljoen ton CO2 de lucht in. Compenseren werkt eigenlijk averechts: mensen met geld blijven doen wat slecht is voor het milieu. We kopen vooral ons schuldgevoel af.

“Heel wat bedrijven, organisaties, overheden en ook universiteiten doen dat al. Dat kadert in hun sociale verantwoordelijkheid. Ze kiezen voor een compensatiefonds en daarmee is voor velen de kous af.

“Op die fondsen is er echter weinig controle. Je moet er een kiezen op goed geluk en hopen dat ze iets nuttigs doen met het geld dat ze krijgen. Eerlijk gezegd: ik heb daar mijn twijfels bij. Die fondsen doen hun best. Ze tonen veel goede wil en enthousiasme. Maar er is een compleet gebrek aan controle. Niemand weet wat de standaard is om van een succesvolle compensatie te spreken.

“Natuurlijk is het nobel om bomen te planten. Iedereen weet dat die CO2 uit de lucht halen en omzetten in zuurstof. Maar er zijn ook andere fondsen die andere initiatieven steunen. Tour­operator Sunweb koos eind vorig jaar voor een project dat de bouw van windmolens in India sponsort. Nog anderen graven waterputten in Afrika.

“Is dat beter? Ook daar investeer je in een duurzaam project. En de lokale bevolking kan de gevolgen van klimaatverandering opvangen. Je slaat dus twee vliegen in één klap, maar die initiatieven doen au fond niets aan de CO2-uitstoot.

“Bovendien hanteert elk compensatiefonds een andere reken­methode. Sommigen brengen alleen de CO2-uitstoot van een vliegreis in rekening. Anderen tellen ook de uitstoot van fijn­stof, een eventuele tussenlanding – opstijgen en landen zijn extra vervuilend – en geluids­overlast mee. Dat drijft de prijs op en kan potentiële geïnteresseerden afschrikken.

“Globaal gezien maakt de compensatie weinig verschil. Om het klimaat te redden, moeten we veel meer doen dan dat. Vliegreizen zijn niet goed voor de planeet, maar we mogen ons daar niet blind op staren. De externe kosten van een weekend aan zee of de jaarlijkse ski­reis zijn veel hoger. Dat zijn naast de CO2 bijvoorbeeld ook de uitstoot van fijnstof, kosten van ongevallen en file­vorming... Die worden nooit mee in rekening gebracht en dus ook niet betaald. In feite moeten we ook al die kosten internaliseren, zowel voor vliegreizen, als voor auto­rijden en het openbaar vervoer.

“De werkelijke kostprijs van onze vervuiling ligt zeker vier keer hoger. Dat we de CO2-uitstoot van een vliegreis compenseren, blijft beter dan niets doen. Maar het is ook allerminst het walhalla.”