Direct naar artikelinhoud

Waarom spaarde commissie-Oosting minister Van der Steur?

'Het was fijn geweest als de mail van Van der Steur in het tweede rapport van de commissie-Oosting had gezeten', zegt PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt. 'Maar ik voel er niets voor de bal nu neer te leggen bij deze commissie, die zoveel goed werk heeft verricht.'

Minister Van der Steur tijdens het vragenuur in de Tweede KamerBeeld anp

Het is na de zoveelste onthulling van Nieuwsuur-journalist Bas Haan een van de vele vragen op het Binnenhof: hoe kan het dat alweer nieuwe informatie opduikt in het slepende dossier van de Teevendeal?

Oud-ombudsman Marten Oosting wil daar best op reageren, maar alleen op de procedure. En schriftelijk. 'De commissie is ontbonden; ik vind het niet op mijn weg liggen om nu als persoon commentaar te geven op het boek van Haan.'

Graven

In het maandag verschenen 'De rekening voor Rutte' drukt Haan een niet eerder gepubliceerde mail af van huidig minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie), die als Kamerlid toenmalig minister Ivo Opstelten adviseerde Kamervragen ontwijkend te beantwoorden. In een later debat, toen hij inmiddels Opsteltens opvolger was, zweeg Van der Steur daarover. Verbijstering in de Kamer: hadden we niet een punt achter deze affaire gezet?

Toch wordt het sentiment van Recourt breed gedeeld: de fout ligt niet bij Oosting. 'Ik heb altijd gevraagd: is dit alles?', zegt SP-Kamerlid Michiel van Nispen. 'Niet dus. Maar ik twijfel niet aan de beste bedoelingen van de commissie.'

D66-leider Alexander Pechtold: 'Het kabinet heeft een actieve informatieplicht. Daar zit het scheef, want je moet als volksvertegenwoordiger onderhand forensisch accountant zijn om aan informatie te komen.'

Je moet als volksvertegenwoordiger onderhand forensisch accountant zijn om aan informatie te komen
Alexander Pechtold
De commissie vond het niet zinvol om Van der Steurs inbreng op te nemen

Rapporten Oosting

Oosting publiceerde in december 2015 een dik rapport over de 'ontnemingsschikking' uit 2000 tussen toenmalig officier van Justitie Fred Teeven en hasjhandelaar Cees H., waarover Nieuwsuur had bericht. Dat onderzoek ging over de aard van de deal en de ministeriële verantwoordelijkheid. 

Na nieuwe onthullingen volgde in mei 2016 een 'nader onderzoek', over de vraag of ambtenaren moedwillig de rekening van de omstreden deal achterhielden. Op pagina 149 van dat tweede rapport staat dat Van der Steur bij concept-antwoorden op Kamervragen door Opstelten 'een aantal vragen en tekstuele suggesties' toevoegde. Meer niet. Had Oosting deze opmerkingen ('zeer kwetsbaar') bij nader inzien niet integraal moeten publiceren?

Lees ook:

Ard van der Steur koos voor de leugen. De meedogenloze reconstructie van onderzoeksjournalist Bas Haan. (+)

Vertrouwen Kamer in Van der Steur wankelt na nieuwe onthullingen Teevendeal.

Bonnetje

'De commissie heeft zich in beide onderzoeken gericht op gedragingen van de verantwoordelijke minister en van de ambtenaren onder diens verantwoordelijkheid', antwoordt Oosting. 'Aldus zijn daarbij gedragingen van de leden van de Tweede Kamer die destijds bij dit onderwerp betrokken zijn geweest alleen zijdelings en met name processueel aan de orde gekomen.'

Op het moment dat Kamerlid Van der Steur zat te schaven aan de concept-antwoorden aan de Kamer, werd elders - zonder dat hij dat wist - het beroemde bonnetje gevonden.

Daarom, aldus Oosting, 'vond de commissie het niet zinvol om ook diens inbreng op te nemen op conceptteksten waarvan de kern inmiddels was achterhaald door de vondst van 'het bonnetje'. Overigens hebben leden van de Tweede Kamer in de informatie op blz. 149 van ons rapport destijds kennelijk geen aanleiding gezien om minister Van der Steur op dit punt nader te bevragen.'