Direct naar artikelinhoud
Opinie op ZondagHolocaust

Het spookbeeld van Auschwitz blijft altijd bij ons

Zodra de overheid het individu niet meer beschermt, gaan de poorten van de hel open, schrijft Willem Melching.

Staatshoofden geleid door de Poolse president Duda (midden) bij de herdenking van de bevrijding van vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, 75 jaar geleden op 27 januari.Beeld AFP

Wie kijkt naar Auschwitz, kijkt in een donkere spiegel en ziet de gruwelen waartoe onze samenleving in staat is. Het beklemmende is dat de Holocaust nauw verweven is met onze moderne samenleving. ‘Auschwitz’ is het symbool van het absolute kwaad dat de moderne mens kan aanrichten. Alleen daar-om al zal het spookbeeld van Auschwitz altijd bij ons blijven. De Holocaust kwam voort uit twee factoren die zeker niet voor altijd zijn verdwenen: een moderne samenleving en een overheid zonder moreel kompas.

De Holocaust was een industriële massamoord, gedragen door een moderne en efficiënte staat. Alleen een moderne en hoogontwikkelde samenleving kan een dergelijke industriële massamoord organiseren. Daarom is ‘Auschwitz’ nog steeds herkenbaar, wij zijn niet zo heel verschillend van het Duitsland van de jaren 1933-1945.

Modernisering en technische vooruitgang zijn blijkbaar geen garantie voor beschaafd gedrag. Integendeel: juist dankzij hun technische en logistieke vaardigheden konden de Duitsers in een paar jaar tijd ruim vijf miljoen Joden ombrengen. Alleen een samenleving die in staat was een Volkswagen voort te brengen, kon ook een industriële massamoord organiseren. Auschwitz en Volkswagen zijn twee kanten van dezelfde medaille.

Geleidelijke radicalisering

Maar er is meer nodig dan alleen efficiëntie. De tweede component is radicalisering van een overheid die steeds meer zijn morele kompas verliest. De praktijk van de Holocaust was een chaotisch proces van geleidelijke radicalisering. De weg naar Auschwitz stond niet van te voren vast, het was een ‘kronkelweg’. Op deze weg namen de Duitsers, op initiatief van Hitler, telkens weer een nieuwe afslag die de massamoord een stap dichterbij bracht.

In zijn ideologisch manifest Mein Kampf repte Hitler met geen woord over een mogelijke massamoord. Wél was hij heel duidelijk over zijn plannen om van de Joden tweederangsburgers te maken. Zodra hij in 1933 aan de macht was, kwam er inderdaad wetgeving die de Joodse Duitsers rechteloos maakte. Hun landgenoten reageerden met onverschilligheid. Zo radicaliseerde de overheid en de burgers volgden gehoorzaam. Dat was niet omdat iemand ze dwong, de Gestapo was in deze jaren uiterst terughoudend. Verdere radicalisering hing samen met de Tweede Wereldoorlog. Zoals aangekondigd in Mein Kampf streef- de Hitler de vestiging van een Duits wereldrijk na. De verovering van Lebensraum moest gepaard gaan met een ‘raciale herordening’ van Europa; 40 miljoen mensen zouden moeten verhuizen. In dit plan zouden de Joden een ‘thuisland’ krijgen, ergens ver weg in Siberië.

Maar al snel liep de Blitzkrieg tegen de Sovjet-Unie vast. Hitler besefte in de loop van augustus 1941 dat de oorlog wel eens heel lang zou kunnen duren of dat hij hem zelfs zou kunnen verliezen. Zijn grote volksverhuizing zou dan niet verder komen dan de tekentafel. Daarom schakelde hij over van gedwongen migratie naar vernietiging. Ambitieuze SS-ers, ambtenaren en academici gingen aan de slag.

Vernietigingskampen

In een geheime toespraak op 12 december 1941 zei Hitler de bestuurlijke top dat hij ‘schoon schip’ ging maken met de Joden. Maar nog steeds was er geen eenduidig plan. Sommige nazi’s organiseerden grootschalige dwangarbeid, anderen waren al bezig met de constructie van vernietigingskampen.

Zodra de Duitsers aan de deportatie van Oost- én West-Europese Joden begonnen, verdween het idee van dwangarbeid al gauw naar de achtergrond. Ze hadden geen idee waar ze miljoenen mensen moesten laten, vernietiging kreeg daarom de voorrang. Typerend voor de bestuurlijke verwarring is het feit dat Auschwitz-Birkenau gebouwd was als werkkamp voor Russische krijgsgevangenen, maar vanaf de zomer van 1942 ook als vernietigingskamp voor Joden dienst ging doen. In het voorjaar van 1942 kwamen de deportaties op gang, ruim een jaar later waren de meeste Europese Joden omgebracht. De bevolking van Europa stak geen vinger uit om haar landgenoten te redden.

De les die we hier uit kunnen leren is even simpel als gruwelijk. Zodra de overheid het individu niet meer beschermt, maar zelf het voortouw neemt tot georganiseerde discriminatie en segregatie dan gaan onvermijdelijk de poorten naar de hel open.

Normaal gesproken is er een politieke en juridische ordening die ons in het gareel houdt. Maar in uitzonderlijke situaties – zoals oorlog in combinatie met een agressieve ideologie – vallen alle remmingen weg. Daarom is een herhaling van Auschwitz altijd mogelijk. Excuses zijn daarvoor geen remedie. Ook al zijn ze op hun plaats en welgemeend.

Willem Melching is historicus.