Er gaat nog altijd geen week voorbij zonder dat diesels negatief in het nieuws komen. Vorige week kreeg Volkswagen, bij wie het dieselschandaal met sjoemelsoftware in 2015 allemaal begon, nog een boete van zo'n 135 miljoen euro in Canada. De week daarvoor was het raak voor het merk in Polen, waar het ruim 28 miljoen euro moest betalen. In beide gevallen vloeiden de boetes voort uit het gerommel met dieselmotoren.
Vorige week donderdag maakte de RDW bekend dat de Jeep Grand Cherokee en de Suzuki Vitara terug moeten naar de dealer om het probleem van een te hoge uitstoot van stikstofoxiden (NOx) te verhelpen. Lukt dat niet, dat start de RDW een intrekkingsprocedure voor de Europese goedkeuring van het model.
Automerken en brancheorganisaties hameren erop desondanks op dat de diesels van nu, zeker die aan de jongste Europese uitstootnorm voldoen, schoon zijn. Daar blijken nu echter ook de nodige kanttekeningen bij geplaatst te worden.
De Jeep Grand Cherokee diesel struikelt over de uitstoottest. (Foto: Jeep)
Partikelfilter onderdeel van het probleem
Aanleiding daarvoor is een recent onderzoek van de onafhankelijke non-profitorganisatie Transport & Environment, uitgevoerd door het Britse ingenieursbureau Ricardo. Daaruit blijkt dat het zogeheten partikelfilter in het uitlaatsysteem van dieselauto's tijdens het reinigingsproces voor flink meer schadelijke uitstoot van fijnstof zorgt.
Het dieselpartikelfilter (DPF) is sinds 2013 verplicht bij dieselmotoren. In combinatie met steeds strengere uitstootnormen zoals de Euro 6d-temp heeft dit ervoor gezorgd dat moderne dieselmotoren die aan deze norm voldoen, inderdaad veel minder NOx uitstoten. Dit geldt voor zowel een laboratoriumsetting als voor op de openbare weg. De CO2-uitstoot van diesels was al lager dan die van benzineauto's.
Uit een test van het Duitse blad Auto, Motor und Sport zou bovendien blijken dat de modernste diesels de lucht als het ware reinigen. Zelfs toen de concentratie aan fijnstof bij de luchtinlaat twintig keer hoger was, resulteerde dat niet in evenredige stijging in de uitstoot van fijnstof bij de uitlaat.
Meer vervuiling door schoonbranden
De grote 'maar' heeft desondanks met de uitstoot van fijnstof (in het onderzoek aangeduid als 'PM') te maken. Het aanwezige filter moet van tijd tot tijd gereinigd worden. Dit regelt de auto zelf door deze als het ware schoon te branden, ook wel regeneratie genoemd.
Tijdens dit proces komen er volgens de onderzoekers tot 1.848 keer meer fijnstofdeeltjes (PN) vrij. Uiteindelijk werd de wettelijke limiet voor de PN-uitstoot per kilometer met tussen de 32 en 115 procent overschreden tijdens de DPF regeneratie. Als ook de meest schadelijke ultrafijnstof (deeltjes van rond de 10 nanometer) wordt meegerekend, valt de uitstoot tussen de 11 en 184 procent hoger uit.
Bij de testauto's, een Nissan Qashqai en een Opel Astra, vindt het reinigingsproces ongeveer elke 420 kilometer plaats. Het schoonbranden gebeurde tijdens de test over een afstand van tot wel 15 kilometer, hetgeen een risico is als dit proces toevallig net in de stad van start gaat. Tevens bleef de uitstoot van fijnstof gedurende het eerste half uur na reiniging verhoogd.
Hoewel de PN-uitstoot de limiet overschreed tijdens de DPF regeneratie, bleef de totale PM-emissie wel binnen de geldende limiet. De NOx-uitstoot, die tijdens het reinigingsproces eveneens flink omhoogging (bij de Nissan met gemiddeld 133 procent), bleef de ook binnen de wettelijke limiet.
De limiet voor het aantal fijnstofdeeltjes per kilometer wordt overschreden. (Foto: Transport & Environment)
'Geen uitzondering maken voor Euro6-diesels'
Transport & Environment becijferde dat de 45 miljoen dieselauto's met dergelijke partikelfilters in de EU jaarlijks goed zijn voor 1,3 miljard van dergelijke reinigingssessies.
Dat deze en andere moderne dieselauto's ondanks de (tijdelijke) overschrijding van de PN-uitstoot een typegoedkeuring hebben, komt door een maas in de worldwide harmonized light-duty test procedures (WLTP). Die stelt namelijk in zoveel woorden dat als de DPF-regeneratie plaatsvindt tijdens een emissietest, de emissiestandaard niet toegepast hoeft te worden.
Gezien de testresultaten en de sterke toename in PN-uitstoot tijdens het reinigingsproces, raadt Transport & Environment beleidsmakers aan om de Euro6d temp-diesels niet als 'schoon' te bestempelen. Ook zouden dergelijke diesels, ondanks hun gunstige NOx- en CO2-uitstoot, niet in aanmerking moeten komen voor aankoopsubsidies. Tot slot zou voor deze voertuigen geen uitzondering gemaakt moeten worden in milieuzones.