Direct naar artikelinhoud
ColumnHans Goslinga

De PVV accepteert in 2086 de islam

De PVV accepteert in 2086 de islam
Beeld Trouw

De PVV zal in 2086 de islam als deel van de Nederlandse cultuur en identiteit accepteren. Deze vermetele voorspelling deden de Groningse politicologen Paul Lucardie en Gerrit Voerman acht jaar terug in hun boek ‘Populisten in de polder’, zij het vooral als denkoefening en academische provocatie, niet omdat ze er zo zeker van waren dat het populisme een blijvertje is.

De periode van tachtig jaar was nochtans niet willekeurig gekozen. De wetenschappers trokken een vergelijking met de Anti-Revolutionaire Partij die, opgericht in 1879, pas in de jaren zestig van de vorige eeuw schoorvoetend de beginselen van de Franse revolutie aanvaardde. Zonder de vergelijking ver door te trekken, wilden zij aantonen dat het zo lang kan duren voordat een ideologie het loodje legt tegen een veranderende tijdgeest.

Het populisme is nu een kleine twintig jaar onder ons, wat andermaal de vraag rechtvaardigt of het meer is dan een tijdelijk verschijnsel, veroorzaakt door de onzekerheid der tijden. Lucardie en Voerman concludeerden in 2012 na hun verkenningen dat het, vooral in zijn nationalistische variant, een politieke traditie zou kunnen worden, al was die traditie dan nog een dunne, niet sterk geworteld in de samenleving.

Ideologische scholing

Dat is een groot verschil met de ARP, die zich met een kerk, een krant, een universiteit en bovenal een strijdbare en goed georganiseerde aanhang, gehard in de Schoolstrijd, in korte tijd een sterke positie in Nederland veroverde. In dit opzicht lijkt het Forum voor Democratie van Baudet als ledenpartij die ook nog wat aan ideologische scholing doet, wat meer op de ARP van Kuyper dan de ledenloze PVV van Wilders.

In de overheersende positie van de partijleider is er ook sprake van een overeenkomst, maar na het vertrek van Kuyper bleef de ARP bestaan en speelde zij nog decennialang een invloedrijke rol in het landsbestuur, terwijl populistische partijen (Leefbaar Nederland, LPF, Trots op Nederland) na het wegvallen van hun leider snel instortten. Zal er van de PVV veel overblijven na Wilders?

Ook in karakter kan het verschil nauwelijks groter zijn. De ARP was een beginselpartij, die daarom zo lang achter haar principes bleef staan; de populistische partijen zijn opportunistisch, daardoor wendbaar en schaamteloos in het oppikken van uitingen van onvrede. Het anti-islamisme van de PVV heeft wel een sterk ideologisch karakter gekregen, evenals de anti-EU-houding van PVV en Forum.

Geen duurzaam populisme

Lucardie en Voerman constateerden destijds dat Nederland een ‘normaal Europees land’ was geworden, met naast christen-democraten, liberalen, sociaal-democraten en groenen nu ook een nationaal-populistische stroming. Tegelijk hielden ze de mogelijkheid open dat ons land, Atlantisch gericht als het vanouds is, de Verenigde Staten en Canada zou volgen. Deze landen kennen al veel langer een populistische praktijk, maar tot nu toe steeds tijdelijk, niet duurzaam. In dat opzicht zullen de presidentsverkiezingen in november meer duidelijk maken.

Als het populisme blijvend is, zal het zich dan in 2086 schikken in de democratische rechtsstaat, die uitgaat van verscheidenheid van religies en overtuigingen? Als de geschiedenis van de ARP zich herhaalt, misschien wel. De diepste betekenis daarvan is toch de integrerende werking van ons staatkundig bestel. Het heeft van stugge calvinisten, die de volkswil als grondslag van het overheidsgezag verwierpen, christen-democraten gemaakt die de parlementaire democratie voluit hebben omarmd. Zoals het stelsel ook van socialisten sociaal-democraten heeft gemaakt.

Krakende principes

In de SGP gaan de dingen nog trager dan voorheen in de ARP, maar ook daar kraken de principes onder de geest van de democratie. In 1918 opgericht als antipapistische partij die een theocratie nastreefde, een natie op gereformeerde grondslag, zijn de mannenbroeders geen uitgesproken papenvreters meer, voelen zij de adem van de vrouwen in de nek, en ijveren zij nu voor een ‘christelijke natie’, te bereiken langs parlementaire weg (al is het theocratisch ideaal nog niet formeel opgegeven).

De geschiedenis laat dus zien dat in aanleg stelselvijandige partijen, vroeg of laat (al is dat geen wet van Meden en Perzen) van het stelsel deel gaan uitmaken. Anders gezegd, ons dikwijls verfoeide bestel van evenredige vertegenwoordiging werkt, bijna ongemerkt, verbindend. Terwijl de kiesstelsels op basis van ‘the winner takes all’ een verdelend effect op de natie hebben, stemmen verspillen en ook nog manipulatie (het hertekenen van districten in eigen voordeel) in de hand werken. Een lustoord voor populisten zonder twijfel, omdat zij gedijen bij polarisatie, maar allesbehalve een democratisch paradijs.

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.