Direct naar artikelinhoud
Minaret

Bedreigde diersoorten zijn te redden met stokslagen, hopen ze in Atjeh

Sharia4animals. Zal de islamitische wet, met zijn lijfstraffen, er wel in slagen om zeldzame, met uitroeiing bedreigde dieren in Atjeh te redden? Een opgave waarin de seculiere wetten van Indonesië tot nu toe hopeloos faalden.

Stropers in Atjeh – een autonome regio in het noorden van het enorme eiland Sumatra – lopen, zo meldt Mongabay.com, voortaan niet alleen het risico van een stevige boete en een celstraf van vijf jaar, zoals in de rest van Indonesië. Hun dreigt ook een veroordeling volgens de sharia tot honderd stokslagen. Net als mensen die buitenechtelijke liefde bedrijven en andere deugnieten.

Geval apart

Atjeh, zo groot als Nederland plus Vlaanderen, is in Indonesië een geval apart, en was dat al in de koloniale tijd. Het Nederlandse bewind had vele decennia nodig om het gebied, toen een sultanaat, er militair onder te krijgen. Een omstreden icoon van de Nederlandse arabistiek en islamologie, Christiaan Snouck Hurgronje, speelde daarbij als adviseur een hoofdrol.

Atjeh was het eerste gebied in Indonesië waar de islam vaste voet kreeg, in de dertiende eeuw. Daarvoor was het hindoeïsme sterk in de archipel, zoals nu nog op Bali. Na de aftocht van de Nederlanders in 1949 kreeg ook het Indonesische bewind grote problemen in Atjeh. Pas in 2005, na de beruchte tsunami, kwam er vrede. Atjeh bedong het recht om eigen wetten uit te vaardigen. Het benutte die vrijheid om elementen van de islamitische strafwet in te voeren, waaronder die stokslagen, voortaan dus ook voor stropers. Een shariapolitie zorgt voor de handhaving.

Zwaaiend met de woestijnsancties probeert Atjeh de paar overgebleven neushoorns, tijgers, orang-oetans en andere bedreigde dieren alsnog te redden. Ze leven in een natuurgebied half zo groot als Nederland. Kan de sharia nog iets voor ze betekenen? De aantallen zijn meelijwekkend klein. Op heel Sumatra leven nog wel enige duizenden olifanten, maar de afname is alarmerend. De toestand van Sumatraanse neushoorns is rampzalig, schattingen komen niet boven de tachtig uit.

Er zouden nog 250 tijgers zijn op Sumatra. Op andere Indonesische eilanden legden deze roofdieren het loodje. Op Java viel het doek in 1965. Moordenaarsbendes richtten toen reusachtige bloedbaden aan onder echte en vermeende communisten. Ook de laatste Javaanse tijgers sneuvelden.

‘Sportieve’ toeristen

Eerder al gingen de tijgers op Bali ten onder. Daarin speelde het Nederlandse koloniale bewind een rol. Het liet ‘sportieve’ Europese toeristen met geld en moderne geweren tijgers van vlakbij doodschieten, nadat ze eerst al waren vastgelopen in metalen klemmen. Natuurlijk plaatsten die sportievelingen die apparaten niet zelf. Dat lieten ze vast en zeker over aan hun koelies. Getuige foto’s mochten die de terechtgestelde tijgers ook versjouwen. Kennelijk hoorde dat karwei niet tot de eervolle ‘white man’s burden’, in de koloniale ideologie de aanduiding voor de ‘beschavingsmissie’ van de Europese man in de rest van de wereld, die als een loodzware last op zijn schouders drukte, zo heette het.

Musea herbergen nog huiden en schedels van het Balinese roofdier. ‘Naar behoren gedocumenteerd’, meldt Wikipedia geruststellend. Biologen hebben het geliquideerde beest in 2017 postuum ingedeeld bij een wetenschappelijk meer correcte subspecies. Troostrijk.

En nu moet dus in Atjeh de sharia verlossing brengen. Moet je als dierenactivist blij zijn? Positief: Atjeh wil de dieren voor uitroeiing behoeden – maar dan wel met die idiote stokslagen.

In de rubriek ‘In de schaduw van de minaret’ leest u bespiegelingen over de islamitische wereld van Eildert Mulder, arabist en oud-redacteur van Trouw.

Lees ook:

Partij voor de Dieren wil onverdoofde rituele slacht alsnog verbieden

De Partij voor de Dieren hoopt de Kamer alsnog mee te krijgen in een verbod op onverdoofd ritueel slachten. ‘Vooral runderen raken niet binnen 40 seconden buiten bewustzijn.’