Terug naar de krant

‘Rotterdam kan maximaal 640 vluchtelingen opnemen’

Leeslijst interview

Bert Wijbenga (VVD) Wethouder Wijbenga pleit voor een lokaal quotum voor statushouders – op eigen titel. „Het is asociaal om géén grens te stellen.”

Leeslijst
Foto Marco de Swart/ANP

Maximaal 640 vluchtelingen per jaar ofwel één op de duizend inwoners. Zoveel vluchtelingen kan Rotterdam „verantwoord” opnemen, volgens integratiewethouder en locoburgemeester Bert Wijbenga (VVD). Hij is de eerste wethouder die een concreet quotum benoemt, zegt hij.

Wijbenga: „Als iemand mij zegt: het is asociaal dat jij een grens stelt, dan zeg ik: het is asociaal om géén grens te stellen. Want dan zeg je eigenlijk dat het allemaal wel kan en dat het wel goed komt.”

Onbegrensde immigratie brengt „risico’s” voor gemeenten en vluchtelingen met zich mee, stelt Wijbenga in een opinie-artikel op de site van de VVD in Rotterdam. Het legt druk op sociale woningen, onderwijs en de zorg, vindt hij. De mate van integratie is afhankelijk van de werkgelegenheid en de ontvankelijkheid van Nederlanders.

Gemeenten moeten daarom meer regie krijgen over de instroom van vluchtelingen, vindt Wijbenga. Nu bepaalt het Rijk halfjaarlijks hoeveel statushouders gemeenten moeten opnemen. Grote gemeenten zoals Rotterdam krijgen meer vluchtelingen toegewezen.

„Het is superplat”, zegt Wijbenga over het systeem. „Ik heb er ook geen regie op: zijn het Syriërs, Eritreeërs, of Chinezen? Ik zit aan het eind van de pijplijn en ik krijg er een aantal.”

De discussie is niet nieuw. In 2016 pleitte toenmalig burgemeester Cees van der Knaap van Ede bijvoorbeeld voor gemeentelijke quota voor asielzoekers in AZC’s.

Wijbenga doet zijn oproep in aanloop naar de nieuwe Wet inburgering die op 1 januari 2021 moet ingaan, en die gemeenten meer verantwoordelijkheid geeft. Ook reageert hij op uitspraken van vice-premier Hugo de Jonge (CDA), die onlangs in NRC pleitte voor „een voorspelbaar vluchtelingenbeleid” – zonder aantallen te noemen. „Als Hugo de Jonge zegt: ik wil een voorspelbare immigratie. Wat bedoelt hij daar eigenlijk mee?”

Lees ook Tweehonderd Syrische gezinnen in Rotterdam; het eerste onderzoek
Tweehonderd Syrische gezinnen in Rotterdam; het eerste onderzoek

De Rotterdamse coalitie bestaat uit VVD, D66, GroenLinks, PvdA, CDA en ChristenUnie-SGP. Wijbenga wilde dit interview samen met wethouder Richard Moti (werk en inkomen, PvdA) geven, maar die laat verstek gaan. „Statushouders” vallen onder Wijbenga, laat Moti’s woordvoerder weten. Wijbenga wil als wethouder „persoonlijk, professioneel” een „lokale feedback naar de landelijke autoriteiten” geven. Opmerkelijk, want een college spreekt doorgaans met één mond.

Hoe ligt zo’n quotum binnen het college en vooral het linkse deel?

„Het hele college is zich ervan bewust dat het inburgeren van een vluchteling in Rotterdam veel meer tijd en geld kost, en veel moeilijker is dan wordt erkend. Dat is een collegestandpunt.

„Ik heb dit in mijn portefeuille en zeg: nou heb ik ook steun nodig van het Rijk. Niet alleen in platitudes, maar ook zeggen wat een verantwoorde grens is in Nederland en voor een stad als Rotterdam.”

Wijbenga’s quotum van 640 vluchtelingen ligt hoger dan de cijfers van vorig jaar, maar veel lager dan die van de afgelopen jaren tijdens de vluchtelingencrisis. Vorig jaar moest Rotterdam 556 vluchtelingen huisvesten – met 492 is dat gelukt. In het piekjaar 2016 moest Rotterdam nog 2.039 vluchtelingen opnemen en werden er 1.447 gehuisvest.

Hoe komt u tot zo’n cijfer van 640?

„Ik vind dat promille mooi. Omdat het ook goed te bevatten is. Dat je zegt: als je een dorp hebt met tienduizend mensen, dan kan dat dorp ieder jaar tien mensen heus wel aan. Dat is een beetje het idee. En in Rotterdam is dat dan een heel groot dorp. Dat zijn er dan 640.”

Het is dus geen hard getal. Is het berekend dat 640 behapbaar is?

„Het is niet in beton gegoten. Kijk, Amsterdam bijvoorbeeld wil van zo’n quotum vast niks weten. En als zo’n quotum kán worden afgesproken, dan willen zij het waarschijnlijk hoger. Zij denken dan dat ze dat aankunnen. Politiek gezien, sociaal, economisch et cetera. En dat is me dan ook prima.”

Wat betekent het voor andere steden als u zegt: dit is de grens. Voor Amsterdam, Utrecht, Den Haag?

„Ik kan me voorstellen dat je er op landelijk niveau geen zin in hebt dat steden dit zelf gaan bepalen. Dan krijg je in iedere gemeenteraad helse discussies over hoeveel – en daar komt dan ook iets uit. Dan gaat een wat linksere, progressievere gemeente zeggen: doe maar wat meer. En een wat rechtsere, economisch of conservatief gerichte gemeente gaat misschien zeggen: ga maar laag zitten. Dan krijg je een heel grillig beeld. Eigenlijk vind ik dat je als regering met je gemeentelijke autoriteiten in gesprek moet over: wat is jullie praktijk? Wat is verantwoord? Als er dan verschillen ontstaan in gezamenlijk overleg, vind ik dat niet eens zo verkeerd.”

Een volgend kabinet moet zich uitspreken over een quotum, vindt hij. „Het heeft ook een heel belangrijke impact richting Europa. We zullen als land dan zeggen: beste mensen, u kunt wel denken in Europa dat ú bepaalt, maar we hebben zelf ook een grens van wat maatschappelijk verantwoord is. Dan hoop ik dat zo’n Rotterdams signaal uiteindelijk leidt tot een hele set aan maatregelen die maakt dat we niet meer aan het eind gewoon maar eventjes als een vogeltje met de bek omhoog ontvangen.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 13 januari 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in