Direct naar artikelinhoud
Interview180 graden

Maarten Boudry veranderde van mening: ‘Er is een groot probleem met de islam’

Wetenschapsfilosoof Maarten Boudry veranderde van mening over witte schuld.

Maarten Boudry: ‘De islam moet nog een inhaalslag maken. Maar het christendom was vroeger even intolerant.’Beeld Ivo van der Bent

Oude opvatting

‘Ik ben sterk anti-racistisch opgevoed. Mijn ouders waren links en progressief. Mijn moeder was aanhanger van alternatieve geneeskunde en mijn vader deed ontwikkelingshulp in verschillende landen. Ze hebben altijd Groen gestemd en er hingen anti-Vlaams Blok-stickers op ons toilet, de radicale partij die later is veroordeeld voor racisme.

‘Ik ben opgevoed met het idee dat iemand haten omwille van zijn huidskleur of achtergrond het allerergste is wat je kunt doen. Als kind en tiener werd ik daarin zelfs militanter dan mijn meer diplomatieke ouders. Ik was ervan overtuigd dat alle angst voor migratie en andere culturen en religies voortkwam uit racisme en uitsluitend een probleem was van witte mensen, oftewel ‘mijn’ groep.

‘Ik kan dat schuldgevoel nog steeds met gemak oproepen. Het is goed verwoord in het protestlied Bange, blanke man van Willem Vermandere. Vreemdelingen lopen alleen maar op tegen de xenofobie en argwaan van de ‘bange, blanke man’. Ironisch genoeg zag ik minderheden niet echt als volwaardig, maar als nobel en exotisch, met alleen maar goede intenties.

‘Ik had nauwelijks contact met moslims en ik had de Koran niet gelezen, maar ik was van mening dat alle negatieve percepties van de islam op vooroordelen berustten. De Vlaamse activist Dyab Abou Jahjah, voorvechter voor de Arabische minderheid, was tijdens mijn studententijd mijn held, omdat ik het fantastisch vond dat hij het aandurfde om ‘ons’ op onze plaats te zetten.’

Het kantelpunt

‘Rond mijn 20ste kreeg ik interesse in de sceptische beweging, die zich niet alleen tegen religie afzet, maar tegen allerlei vormen van pseudowetenschap, zoals de alternatieve geneeskunde van mijn moeder. Ik sloot me aan bij SKEPP, een sceptische vereniging in België, en ontwikkelde grote bewondering voor medeoprichter Etienne Vermeersch, een Vlaamse filosoof die begin 2019 is overleden. Hij kwam voor mij uit onverdachte hoek. Zo was hij heel anti-Vlaams Blok, net als ik. Maar tegelijkertijd was hij ook scherp voor de islam. Ik herinner mij een debat in 2003 op de Vlaamse televisie tussen Vermeersch en Dyab Abou Jahjah, mijn oude voorbeeld. Vermeersch gebruikte rationele argumenten en benaderde de islam op een onbevooroordeelde manier zonder politiek correcte schroom. Dat gesprek maakte indruk. Rond dezelfde tijd las ik een artikel in Trouw waarin Abou Jahjah stelde dat delen van de sharia via democratische weg ingevoerd moesten worden. Dat zaaide nog meer twijfel bij mij.

‘Ik heb heel lang volgehouden dat de sharia gewoon een rechtssysteem was als alle andere, maar ik begon in te zien dat in de Koran wel degelijk verontrustende zaken staan zoals het afhakken van handen en de doodstraf voor afvalligen. Die dingen kun je niet blijven negeren. Er kwamen barsten in mijn geloofssysteem en het drong tot me door dat het verkeerd was om ‘de vreemdeling’ altijd automatisch van elke blaam te zuiveren. Iedereen is gelijk, leerde ik van mijn ouders, en dat blijft een nobele gedachte, maar een vreemdeling kan ook af en toe iets verweten worden. Denkbeelden kunnen gevaarlijk zijn en niet alle culturen zijn gelijk.’

Nieuwe opvatting

‘Er is wel degelijk een groot probleem met de islam, een probleem dat door linkse politiek correcte mensen –waartoe ik mezelf rekende – veel te lang is doodgezwegen. Ik heb inmiddels een stapel kritische stukken over de islam geschreven: over homohaat, religie als voedingsbodem voor terreur en misogynie.

‘Met dit nieuwe standpunt heb ik natuurlijk de interesse gewekt van extreem-rechtse denkers. Voor hen ga ik nog niet ver genoeg, want de islam zou een oorlogszuchtige veroveringsideologie zijn die is erop uit om elke cultuur waarmee ze in contact komt te overmeesteren. Maar daar heb ik mij heel duidelijk tegen uitgesproken. Het angstvisioen van ‘Eurabië’ vind ik onzin.

‘Rechtse doemdenkers geloven dat de islam en het christendom totaal verschillende religies zijn en dat het christendom van nature vredelievend, liberaal en tolerant is. Daar ben ik het totaal niet mee eens. De islam moet nog een inhaalslag maken, dat klopt, omdat de Verlichting nu eenmaal door een samenloop van omstandigheden in West-Europa is ontstaan en niet in de islamitische wereld. Maar het christendom was vroeger even intolerant en dogmatisch.

‘Mijn grote frustratie is dat links de kritiek op de islam nooit op een genuanceerde, verantwoorde manier heeft aangepakt. Tja, dan lopen mensen met hun angsten naar populistische volksmenners, natuurlijk.’

Het effect

‘Ik heb inmiddels een olifantenhuid gekweekt, maar ik krijg veel kritiek. Mijn academische collega’s zijn niet altijd even vriendelijk. Zij zien mij als een verrader of een wolf in schaapskleren. Ik heb kortgeleden aan de Universiteit Gent de nieuwe Leerstoel Etienne Vermeersch gekregen, dus ik wil niet het slachtoffer uithangen. Maar voor veel collega’s aan mijn eigen faculteit blijf ik wel persona non grata. Niet toevallig was er veel ophef over die benoeming. De nieuwe hiërarchie van slachtofferschap en onderdrukking die is ontstaan, waarbij de blanke, heteroseksuele man bijna per definitie de boosdoener is, is bij uitstek iets dat je in de academische wereld terugvindt.

‘Tegelijkertijd dacht ik vroeger ook zo en ik hoop dat me dat iets milder maakt tegenover mensen die gedachtenloos dingen nazeggen, met hun deugden pronken of niet durven tegen te spreken omdat ze weten dat ze gedonder krijgen.

‘Ik ben een aantal vrienden verloren. In het laatste bericht dat ik naar een ex-vriend stuurde – nooit antwoord op gekregen – schreef ik hoe absurd het is dat een meningsverschil over een zevende-eeuwse profeet onze vriendschap heeft kapotgemaakt. Dat knaagt soms.’