De Israëlische premier Benjamin Netanyahu

Eind november zette Turkije haar zinnen op een nieuw doel: Libië. Daar woedde een burgeroorlog die door velen al vergeten was. De strijdende partijen waren de overheid in Tripoli, ook de Regering van Nationaal Akkoord genoemd, en het Libische Nationale Leger geleid door een man genaamd Khalifa Haftar. De Libische regering was terrein aan het verliezen op het Nationale Leger, waarvan de uitvalsbasis het Oosten van het land was. Turkije steunt Tripoli terwijl Egypte Haftar steunt. Dat schrijft de Israëlische krant The Jerusalem Post.

De steun van Ankara kadert binnen een groter project om de Turkse invloed uit te breiden naar een niveau dat al in meer dan 100 jaar niet meer gezien is, niet meer sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog. De Europese machten dachten dat ze het Ottomaanse gebied in stukken konden verdelen en konden weggeven, maar nu is Turkije terug, met campagnes in Noord-Irak, Noord-Syrië, Libië, en zelfs de Perzische golf en Somalië.

Om te begrijpen hoe brandbaar de situatie in het Midden-Oosten vandaag is, is het belangrijk om te weten welke dynamiek er speelt.

In januari 1920, 100 jaar geleden, werd het vredesverdrag in Parijs afgesloten, waar de Grenzen van het Midden-Oosten willekeurig werden getrokken. Daardoor ontstonden de problemen die de regio vandaag nog kent. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen er nog andere verdragen, zoals het verdrag van Sèvres (1920) en Lausanne (1923), en hoewel we ons dat nu nog nauwelijks herinneren, ontstonden daar de huidige grenzen binnen het Midden-Oosten.

Laat ons beginnen in Libië, waar de meest recente ambities van Turkije liggen. Libië was het toneel van een proxy-oorlog waaruit de verdeeldheid binnen de islamitische wereld blijkt. Aan de ene kant stond de Moslimbroederschap, waar ook de regerende partij van Turkije aan gelieerd is. Aan de andere kant stonden de landen die tegen de broederschap zijn. De Turkse president Erdogan heeft steeds meer globale ambities, waar een campagne in het door oorlog verscheurde Libië volgens Turkse leiders die dichtbij Erdogan staan, een sleutelrol in zou kunnen spelen. Eerder stuurde Turkije al drones en pantservoertuigen naar Tripoli, maar het land kon het tij nog niet keren. In november beloofde Haftar dat hij Tripoli zou innemen en het land zou bevrijden van terroristen en andere milities. Daarop antwoordde Ankara dat de zelfverklaarde krijgsheer Haftar gestopt moest worden.

Wel vroeg Turkije een tegenprestatie voor de hulp aan Tripoli. Turkije vroeg de rechten over de Middellandse Zee tussen de beide landen. Als men een lijn trekt tussen Libië en Turkije, loopt die over Griekse eilanden als Kreta, behalve als die lijn wordt getrokken vanuit het Oosten van Libië. Dan loopt die door een smal stuk zee tussen Cyprus en de Griekse eilanden. Op dat stuk dat Libië met Turkije verbindt, zette Ankara haar zinnen. In ruil voor militaire steun aan Tripoli, eiste Ankara het stuk zee op als exclusieve economische zone. Daarmee zou Griekenland worden afgesneden van Cyprus en zou Turkije het recht krijgen om in dat gebied naar aardgas te zoeken. Het zou ook de Griekse en de Cypriotische droom aan diggelen slaan dat bedrijven als ENI onder de zee naar grondstoffen zouden zoeken.

Turks machtsvertoon

Deze actie is Turks machtsvertoon. De Turkse marine werd eropuit gestuurd om boringen uit te voeren rond Cyprus. Bovendien heeft het land nieuwe raketten die vanuit zee kunnen afgevuurd worden, en koopt het nieuwe boorvaartuigen aan. Cyprus meende Turkije voor te zijn door verdragen te sluiten met Egypte (2003), Libanon (2007), en Israël (2010), maar ondertussen heeft Turkije de handschoen opgenomen.

Men moet begrijpen hoe Turkije de Grieken en de Cyprioten in het verleden behandeld heeft. In 1974 viel Turkije de eilandstaat binnen, om de rechten van de Turkse minderheid te beschermen. Sindsdien zijn de Turken er gebleven, en is Turkije het enige land dat het Noorden van Cyprus als een staat beschouwt die evenveel recht heeft om naar gas te zoeken als het Griekse deel. Om dat recht op te eisen stuurde Turkije ook drones naar Noord-Cyprus.

Voor Turkije is deze operatie een manier om te tonen dat het land niet van nog meer eilanden in de Middellandse Zee weggejaagd wil worden. Zo verloor het Ottomaanse rijk tijdens een oorlog met Italië in 1912 al de Dodecanesos, een groep eilanden bij Rhodos. Ook Rhodos zelf werd toen door Italië bezet. Tijdens de Tweede wereldoorlog kwamen de Dodecanesos onder controle van Duitsland, en in 1947 werden ze deel van Griekenland. Vandaag erkent Turkije dat de Dodecanesos technisch gezien bij Griekenland horen, maar vindt het land dat Griekenland de eilanden niet kan gebruiken om de wateren errond te claimen. Erdogan is van mening dat de eilanden op het Turkse continentale plat liggen en dat Turkije daardoor de rechten heeft op dat stuk zee.

Zowel de nieuwe Turkse claims op de Middellandse zee als de militaire campagne in Libië moeten gezien worden in het licht van het Turkse beleid sinds de val van het Ottomaanse rijk 100 jaar geleden. Ook Libië werd in 1912 door de Italianen veroverd op het rijk, maar nu zijn de Turken terug.

Turkije heeft sinds het einde van de Ottomaanse periode al met verschillende beleidsmaatregelen geflirt, en in de jaren 1920 leek het er enkele jaren op dat het land zelfs helemaal ontmanteld zou worden. Toch werden de Grieken uit het huidige grondgebied verdreven en zorgde een campagne van Turks nationalisme en secularisme ervoor dat de Europese machten Istanboel moesten opgeven en de huidige Turkse grenzen getrokken werden. Voor Ankara is dit nooit echt genoeg geweest. De Turken voelden dat hun voormalige machtspositie voorbij was.

Op een bepaalde manier zorgde dat in het Midden-Oosten ook voor reacties tegen het Joods nationalisme en het zionisme. Arabieren, die dit haatten, maar ook het nationalisme van Atatürk haatten, voelden dat er nu ook plaats was voor Arabisch nationalisme.

In Irak zijn nog steeds de problemen te voelen waar de Britse kolonisator het land mee opzadelden. Zo voegden de Britten het gebied rond Mosoel bij het jonge land. Dit zou meer Soennitische Arabieren in de staat brengen, die  de door hen aangeduide Hashemitische koning zouden steunen. Die koning kwam trouwens uit wat nu Saoedi-Arabië is, en was een broer van de koning van Jordanië, maar in Irak werd hij dus de eerste Irakees. Voor de Koerden in het gebied was dit niet van belang. Zij wilden vrijheid en onafhankelijkheid. Soms wordt vergeten dat er even een onafhankelijke Koerdische staat bestaan heeft. De republiek Mahabad ontstond in 1946, vlak na de Eerste Wereldoorlog. De republiek kon ontstaan als gevolg van onbeantwoorde vragen uit de jaren 1920. Die vragen gingen ook over of Hatay bij Turkije moest horen en over wat er met Rhodos moest gebeuren.

Arabische staten worden van binnenuit verscheurd

In de laatste 10 jaar is er wel een omwenteling aan de gang. Zo worden verschillende Arabische staten van binnenuit verscheurd. Omdat falende monarchieën of een falend Arabisch nationalisme deze staten verzwakken, kunnen religieuze extremisten daar nu veel invloed winnen. Dit wordt ook versterkt omdat de historisch machtige perifere staten Turkije en Iran hun invloed steeds verder proberen uit te breiden in het gebied. Hun historische macht in de vorm van het Ottomaanse en het Perzische rijk kwam in de jaren 1920 ten einde toen Europese machten hun rol overnamen.

Ondertussen sluit Europa zich steeds meer af, waardoor Turkije en Iran hun macht opnieuw kunnen uitbouwen. En daar is de Turkse campagne in Libië een symbool van.

K.L.

Bron: JPost