Direct naar artikelinhoud
partneralimentatieWetswijziging

De partneralimentatie wordt verkort; vrouwen staan financieel op eigen benen

De partneralimentatie werd in 1830 ingevoerd. Toen was het gebruikelijk dat een gehuwde vrouw stopte met werken om voor de kinderen te zorgen.Beeld Valerie Geelen

Sinds 1 januari is de partneralimentatie flink versoberd. Is dat een logische stap om vrouwen financieel sneller onafhankelijk te maken?  

De man van Susan Stijnen (44) verdient meer en werkt fulltime. Om te kunnen zorgen voor hun twee kinderen gaat Stijnen in goed overleg parttime werken. In 2006 loopt hun huwelijk na zeven jaar op de klippen. Ze ontvangt vervolgens tien jaar lang partneralimentatie. “Dat geld had ik ook echt nodig”, zegt Stijnen. Toch vind ze het verkorten van de partneralimentatie geen slecht idee. “Iedere situatie is natuurlijk anders, maar als je minder lang geld krijgt, zul je eerder financieel zelfstandig moeten worden.”

Tot 1 januari kon een ex tot twaalf jaar lang partneralimentatie krijgen. Veelal is die ex een vrouw: in 2014 betaalden slechts 5000 vrouwen partneralimentatie, tegenover 41.000 betalende mannen. Zij betaalden gemiddeld 8300 euro per jaar aan hun ex, zo blijkt uit cijfers van het CBS.

Vanaf de afgelopen jaarwisseling is de partneralimentatie beperkt tot de helft van de tijd die het huwelijk heeft geduurd met een maximum van vijf jaar. Wel zijn er uitzonderingen voor ouderen, stellen met jonge kinderen en schrijnende gevallen.

Sneller financieel onafhankelijk 

Het doel van de verkorte alimentatietijd – die voortvloeit uit een initiatiefwet van VVD, D66 en PvdA - is dat mensen na een scheiding eerder financieel op eigen benen kunnen staan. Het heeft jaren geduurd voor de wet werd aangenomen. De drie christelijke partijen SGP, CDA en ChristenUnie boden weerstand. De wet zou volgens de ChristenUnie voorbijgaan aan de keuze van gezinnen als het gaat om de rolverdeling tussen man en vrouw.

Echtscheidingsadvocaat Saskia Braun zag eind vorig jaar nog een flinke piek in het aantal cliënten die op de valreep van verandering nog een verzoek indiende voor een echtscheiding. “Veelal vrouwen die toch graag gebruik wilden maken van de ‘oude’ partneralimentatie van twaalf jaar.” Volgens Braun – al elf jaar echtscheidingsadvocaat - blijft financieel naar elkaar omzien na een huwelijk wel belangrijk, maar was twaalf jaar te lang. “Vijf jaar is beter te overzien, voor zowel de betaler als de ontvanger. En het motiveert de ontvanger ook om sneller financieel onafhankelijk te worden.”

Taakverdeling

Maar helpen de nieuwe regels vrouwen meer financieel onafhankelijk te maken? Een woordvoerder van Atria snapt de aanpassingen, maar stelt dat de wet misschien vooruit loopt op de werkelijkheid. “Het is een feit dat veel stellen vervallen in stereotype rolverdelingen, waarbij de man meer verdient en de vrouw meer zorgt. Vaak staan stellen onvoldoende stil bij deze rolverdeling en sluipt de traditionele rolverdeling er vooral als er kinderen op komst zijn gewoon in. Het is belangrijk de taakverdeling vanaf het begin van het huwelijk te bespreken en eerlijk te regelen. Dan voorkom je gedoe als het fout loopt.”

Lies Punselie, hoogleraar familierecht aan de Universiteit Leiden, wil de regeling niet feministisch noemen. “Feminisme zit eerder in goede afspraken aan het begin van een huwelijk, waarin je kunt overleggen over een gelijke zorg- en werkverdeling”, zegt ze. Ze betwijfelt of de nieuwe regels wat dat betreft echt een verschil zullen maken. “We moeten nog maar zien of dit mensen motiveert hun eigen broek op te houden.”

Jonge stellen

Braun ziet dat juist wel gebeuren. “Met name bij jonge stellen zie je steeds meer gelijkheid in inkomen”, zegt ze. In zulke gevallen is partneralimentatie niet meer nodig. Of we partneralimentatie dan niet beter helemaal kunnen schrappen? “Nee”, antwoordt ze stellig. Ten eerste omdat het overheidskosten scheelt als mensen onderling naar elkaar omzien. Ten tweede omdat je in principe met elkaar trouwt voor de rest van je leven. “Een huwelijk kan altijd stranden, maar mensen richten hun leven wel met elkaar in. Zo geeft de een de ander bijvoorbeeld meer ruimte om carrièrekansen te pakken en levert de ander daar op in om voor het kind te zorgen. Of een kind vraagt meer aandacht dan eerder voorspeld, dat kan natuurlijk ook.”

Hoewel Susan Stijnen het inperken geen slecht idee vindt, moet ze ook toegeven dat ze niet zou weten wat ze had gedaan zonder de partneralimentatie die ze zelf jarenlang heeft ontvangen. “Het heeft er voor gezorgd dat ik me kon omscholen en nu fulltime kan werken als scheidingsbemiddelaar.”

Alleen weggelegd voor de hogere inkomens

Partneralimentatie werd in 1830 geïntroduceerd als een levenslange onderhoudsplicht van een man richting zijn ex-vrouw. Getrouwde vrouwen werden niet geacht te werken – voor vrouwelijke ambtenaren was dat lange tijd zelfs bij wet verboden – en het was destijds niet realistisch dat een vrouw na een scheiding in staat zou zijn in haar eigen inkomen te voorzien.

Partneralimentatie wordt in Nederland toegekend aan ongeveer zestien procent van de 33 duizend gescheiden stellen per jaar. Het aantal aanvragen ligt hoger, weet Braun. De meeste mensen die gebruik maken van partneralimentatie, hebben een gemiddeld of hoog gezinsinkomen, in de lagere inkomensgroepen komt partneralimentatie zelden voor, omdat daar geen geld voor is, en omdat de kinderalimentatie altijd voorrang heeft. Wie weinig verdient kan nog net de kinderalimentatie ophoesten, er blijft dan vaak geen geld over om ook partneralimentatie te kunnen betalen.

Lange tijd moest degene met het betere salaris – mits deze nog iets overhield na de eigen leefkosten en kinderalimentatie - zijn of haar ex-partner levenslang financieel ondersteunen. Dat was zo tot 1994, toen werden de regels aangepast en werd de partneralimentatie teruggebracht van levenslang naar twaalf jaar. “Dan zou het jongste kind in ieder geval naar de middelbare school gaan en dan was de vrouw vrij om deel te nemen aan de arbeidsmarkt”, verklaart advocate Saskia Braun.

 Uitzonderingen partneralimentatie

* Mensen voor 1 januari 1970 geboren en langer dan vijftien jaar getrouwd, hebben recht op tien jaar alimentatie.

* Bij echtparen met kinderen onder de 12 jaar houdt de ex-partner recht op twaalf jaar alimentatie tot het jongste kind twaalf jaar is.

* Na een huwelijk van minimaal vijftien jaar, waarbij de alimentatieontvanger de AOW-leeftijd binnen tien jaar na de scheiding bereikt, heeft hij of zij tien jaar recht op alimentatie.

* Het bereiken van de AOW-leeftijd door degene die alimentatie moet betalen, leidt niet meer automatisch tot het vervallen van de alimentatieverplichting.

* De rechter heeft in schrijnende gevallen altijd het laatste woord. De mogelijkheid om in zulke gevallen een langere termijn dan vijf jaar toe te wijzen, blijft bestaan.

Lees ook: 

Duurzaam trouwen doe je zo

Bij menig bruiloft worden kosten noch moeite gespaard. Hoe zorg je dat de mooiste dag van je leven niet ook de vervuilendste wordt?