Direct naar artikelinhoud
OpinieIntegratie

Met de integratie ging het dit jaar uitstekend

Het gaat indrukwekkend goed met de integratie, betogen D66-fractieleider Rob Jetten en Kamerlid Jan Paternotte. Het wordt tijd dat politici en media daar de ogen voor openen. 

en
Mohammed Ihattaren verkoos Oranje boven Marokko, ondanks de verleidingstechnieken van de Marokkaanse voetbalbond.Beeld BSR Agency

We hebben een klimaatcrisis en een fors stikstofprobleem. We hadden meer demonstraties in een jaar dan ooit tevoren. En we staan op het punt om onze twee-na-grootste handelspartner te verliezen als lid van de Europese familie. Zoveel uitdagingen in het afgelopen jaar maken het lastig om te zien dat het met één vraagstuk, waar in Nederland traditioneel grote zorgen over leven, juist indrukwekkend goed gaat: de integratie. Het enige waar die nog last van heeft is politici die blind zijn voor de vooruitgang. Laat hen de ogen openen. Om daarbij te helpen een beknopt jaaroverzicht.

Laten we beginnen met de wetenschap. Op 21 augustus lieten CBS-cijfers zien hoe snel Marokkaanse, Turkse en Surinaamse Nederlanders in het onderwijs de achterstand inlopen. In 15 jaar tijd is het deel van hen dat alleen de basisschool afmaakt meer dan gehalveerd, het aantal met een master- of doctortitel verdubbeld of zelfs verdrievoudigd. 

In het voorjaar kon het CBS melden dat Nederlanders met een niet-westerse migrantieachtergrond minder vaak verdachte van een misdrijf waren dan in enig jaar sinds het CBS in 2005 begon deze cijfers te registreren. Dat is mooi nieuws, omdat Nederland een land is waar ieder kind over elke ambitie moet kunnen dromen en vrij behoort te zijn van vooroordelen.

Op 12 november liet een rapport van Labyrinth bovendien zien dat Turkse Nederlanders een sterke band met Nederland voelen, al hebben ze ook last van discriminatie. Dat is een sterk contrast met alarmistische rapporten van jaren geleden, op basis waarvan werd gesuggereerd dat Turkse jongeren sympathie voor de Islamitische Staat zouden hebben.

Deze cijfers waren geen opening van het NOS Journaal. Eigenlijk is dat gek. Want stel je het omgekeerde voor. ‘Schoolprestaties Turkse Nederlanders in 15 jaar gekelderd, criminaliteit verdubbeld’, zou tot ophef in kranten en in Kamerdebatten hebben geleid.

Ihattaren 

Het mooiste moment was natuurlijk 3 november: het beeld van Ronald Koeman met één van de meest talentvolle Nederlandse voetballers, Mohammed Ihattaren. Hij mocht kiezen of hij voor Marokko of voor Nederland wil spelen. De Marokkaanse voetbalbond had alle verleidingstechnieken in stelling gebracht, en toch verkoos hij Oranje. Op pleintjes in heel Nederland kunnen jongens en meisjes voetballen en zeggen: ‘Ok, ik ben Frenkie. Jij bent Donny. En jij bent Mo.’ Een integratiesucces, waar in Nederland iedereen met een hart voor voetbal bij stond te juichen.

Vergelijk dat met twintig jaar geleden, toen Dries Boussatta in het Nederlands elftal kwam. ‘Ik was toch dat kutmarokkaantje dat in Oranje ging spelen’, zo omschreef hij de ontvangst. Sindsdien hebben anderen voor Marokko gekozen, soms omdat ze zich in Nederland in de hoek gezet voelden. Voor Ihattaren is Nederland zijn land.

Natuurlijk zijn er ook problemen. Lhbti-jongeren met een migratieachtergrond die niet zichtbaar zichzelf kunnen zijn. En in orthodoxe kringen de hardnekkige aanwezigheid van vrouwenonderdrukking en eergerelateerd geweld. Hatecrimes en eerwraak verdienen een keiharde aanpak. Maar ook hier zijn meer tekenen van vooruitgang dan het omgekeerde.

Het enige wat niet verbetert is de retoriek vanuit de politiek. Geert Wilders foeterde dit jaar weer zoveel hij kon tegen de ‘islamisering’ en het ‘Marokkanengif’. Minister Hoekstra sprak een lezing uit waarin hij vermoeide clichés aanhaalde over de eerste generatie gastarbeiders, zoals een anekdote over een oude man die bij de dokter voor zijn vrouw het woord voert. 

De VVD liet bij het jaarlijkse integratiedebat in de Tweede Kamer weten weliswaar vooruitgang te zien bij de tweede generatie, maar zich zorgen te maken over de derde generatie. Handig, want van de derde generatie nieuwkomers worden geen cijfers bijgehouden: wiens ouders beiden in Nederland zijn geboren beschouwen wij voor de statistieken (gelukkig) enkel als Nederlander.

De uitsmijter kwam eind oktober van Leefbaar Rotterdam met het plan voor een ‘Marokkanenaanpak’ tegen criminaliteit. Leefbaar wees op het feit dat 87 procent van de slachtoffers van gewelds- en zedenmisdrijven in Nederland ‘autochtoon’ is, en Marokkanen dus racistische motieven hebben waarbij ‘blanke’ mensen het doelwit zijn. Leefbaar vergat erbij te vermelden dat meer dan 90 procent van de Nederlanders autochtoon ís, en zij dus juist minder vaak slachtoffer van een misdrijf zijn dan Nederlanders met een migratieachtergrond.

In de hoek gezet

Het grootste probleem voor de integratie is het feit dat Nederlanders met een migratieachtergrond nog altijd de kop van jut zijn. Zolang mensen op basis van hun afkomst keer op keer keihard in de hoek worden gezet, zullen velen het gevoel hebben dat al hun harde werk toch niet leidt tot echte acceptatie in Nederland. Het is ook de portee van het SCP-rapport over integratie eerder deze week: jonge Nederlanders met een migratieachtergrond spreken Nederlands, werken, zijn steeds beter opgeleid. En toch worden ze als ‘anders’ gezien.

Onderzoeken naar vooroordelen leggen dit pijnlijke feit bloot: de combinatie van een strafblad en een typisch Nederlandse achternaam geven driemaal meer kans op een sollicitatiegesprek dan een smetteloos blazoen en een Marokkaanse naam.

Politici hebben hier een enorme verantwoordelijkheid. Om te bouwen aan een land waar iedereen die hier z’n best doet zich ook thuis mag voelen en gelijke kansen verdient. Bij Geert Wilders hebben we de hoop opgegeven, maar van alle andere collega’s in het parlement hopen we dat ze in 2020 hun naïviteit afleggen, en de ogen durven te openen voor de vooruitgang. 

Rob Jetten en Jan Paternotte zijn respectievelijk fractieleider en Kamerlid voor D66.