Direct naar artikelinhoud
opinieWTO

Zonder de Wereldhandelsorganisatie is de wereld beter af

De Amerikaanse president Trump heeft de WTO (Wereldhandelsorganisatie) in feite op non-actief gesteld door de benoeming van nieuwe rechters in de beroepscommissie te blokkeren. Nu heerst weer het recht van de sterkste (Trump meent dat de VS dat zijn), schreef de Volkskrant in een hoofdcommentaar. Het einde van de WTO is juist goed nieuws, zeker ook voor armere landen, betoogt Pim de Zwart van Wageningen University. 

Roberto Azevedo, de Braziliaanse directeur van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) tijdens de persconferentie in Genève dinsdag.Beeld EPA

Dinsdag verliep de termijn van twee rechters in de Beroepscommissie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en omdat de Verenigde Staten weigeren nieuwe rechters te benoemen zijn er nu niet genoeg rechters om de commissie werkend te houden (Ten eerste, 12 december). Hiermee is de WTO effectief uitgeschakeld en dat is goed nieuws.

Hoewel handel via het proces van specialisatie in principe kan leiden tot economische groei, heeft dit per definitie winnaars en verliezers tot gevolg, omdat productie en werkgelegenheid zich verplaatsen van minder productieve naar meer productieve landen en sectoren. De baten van globalisering zijn in de afgelopen decennia op z’n zachts gezegd ongelijk verdeeld. Grote winnaars zijn de Chinese middenklasse en de allerrijksten in het Westen, terwijl de westerse lage- en middenklasse evenals de allerarmsten in ontwikkelingslanden de grote verliezers zijn.

Ongeremde vrijhandel is niet eerlijk. Chinese muntmanipulatie en productie onder slechte arbeidsomstandigheden met weinig oog voor duurzaamheid in Azië en Afrika zorgen voor oneerlijke concurrentie op de wereldmarkt. In het WTO systeem met ongeremde handels- en kapitaalstromen is er te weinig ruimte voor landen om belangrijke sectoren te beschermen en verliezers te compenseren, met wereldwijd politieke onrust en de opkomst van populisme als gevolg.

Hyperglobalisering

De dramatische gevolgen van hyperglobalisering kennen we ook uit het verleden. In de 19de eeuw vierde de globalisering dankzij de opkomst van stoomschepen, lage handelstarieven en de Gouden Standaard hoogtij. Zo groeide de wereldhandel in de periode 1817-1913 met 3.6 procent per jaar. Maar ook toen was er een keerzijde aan de groei: Europese boeren konden de concurrentie niet aan met de massaproductie van de Amerikanen – de Chinezen van de 19de eeuw – en moesten toekijken hoe hun inkomens daalden.

Uit zelfbescherming schroefden aan het einde van de 19de eeuw landen als Duitsland, Frankrijk en Zweden hun invoerbelastingen op. De toename van protectionisme zonder enige internationale afspraken loste de problemen echter niet op. Er moesten twee wereldoorlogen overheen voordat er een beter systeem werd opgetuigd.

Tussen 1950 en 1973, tijdens het zogenaamde Bretton Woods-systeem, groeide de wereldhandel met een ongelofelijke 8 procent per jaar. De handelstarieven lagen toen een stuk hoger dan nu en landen hadden meer ruimte om eigen kwaliteitseisen aan importen te stellen. Beperkingen op de wereldwijde verspreiding van kapitaal gaf staten de ruimte om belastingen te verhogen en overheidsuitgaven op te laten lopen zonder afstraffing door het grootkapitaal. Dankzij de opbouw van de verzorgingsstaat werden mensen in krimpende sectoren tegemoetgekomen.

Gezonder fundament

De WTO was met name gericht op het beperken van handelsbelemmering en het gladstrijken van regels, en behartigde de belangen van grote bedrijven en investeerders beter dan die van werknemers of het klimaat. Dankzij het einde van de WTO kan het wereldhandelssysteem weer op een gezonder fundament worden gezet. Nieuwe handelsverdragen kunnen afspraken gaan bevatten die onder het WTO-regime aangeduid zouden worden als ongeoorloofd protectionisme.  

De EU, als belangrijkste handelsblok in de wereld, en Nederland, als tweede grootste exportland binnen dat blok, kunnen hierbij het goede voorbeeld geven. Maak strenge afspraken over het klimaat en arbeidsomstandigheden onderdeel van nieuwe handelsverdragen. Voeg er afspraken over het invoeren van een gezamenlijke belasting op destabiliserende internationale kapitaalstromen aan toe. Beperk de mogelijkheden voor het creëren van belastingparadijzen en laat landen elkaar bij het binnenhalen van grote multinationals aftroeven met betere publieke voorzieningen: een goede infrastructuur en openbaar vervoer, scholen en ziekenhuizen en de aanwezigheid van een geschoolde, gezonde en productieve beroepsbevolking. 

Globalisering is geen natuurkracht, maar een menselijk proces, waarvan we de gevolgen kunnen sturen met nationaal beleid en internationale afspraken. Laat de race naar de bodem plaatsmaken voor de race naar de top.

Pim de Zwart is als economisch historicus verbonden aan de Universiteit Wageningen en het Centre for Economic Policy Research (CEPR) in Londen en doet onderzoek naar globalisering en ongelijkheid in de 19de en 20ste eeuw.

Sheila Sitalsing over de WTO

‘Nu is het niet ongebruikelijk dat er aardige woorden klinken op begrafenissen,’ aldus columnist Sheila Sitalsing, ‘ook als de overledene een zakkenwasser was, maar serieus: de WTO als laatste bastion tussen ons en de barbarij? Zulke goede PR heeft de organisatie in geen jaren gekregen.’