Direct naar artikelinhoud
BeschouwingNederlandse Syriëgangers

Op een matras in het IS-kamp kwijnt een Amsterdamse vrouw weg

Vrouwen en kinderen in het opvangkamp Al Hol in Syrië, 4 december 2019.Beeld Vincent Haiges

Wat doet Chadia (30) in een IS-kamp in Syrië? De Nederlandse, met een vuistdik psychiatrisch dossier, was bekend bij de ggz, de politie en de AIVD. Toch kon ze afreizen naar Syrië. Daar vegeteert ze. Waarom greep niemand in?

en

In de tent ligt een vrouw op een matras. Alleen. Midden op de dag, lunchtijd in het immense kamp Al Hol in Syrië. Rondom haar tent gaat het kampleven door. Kleine meisjes rennen door de blubber, hun gezichtjes bedekt door zwarte nikabs. Moeders lopen rond met etensbakjes. Eentje zwaait haar wijsvinger door de lucht, een door IS gekaapt gebaar dat in de moslimwereld verwijst naar de eenheid van God. Maar de vrouw op het matras krijgt hier niets van mee.

Ze verlaat haar tent zelden. Aan het hoofdeinde van haar matras staat een emmer voor luiers: een bezoek aan de latrine is haar teveel. Als je haar naam noemt, Chadia, dan richt ze zich even op. Hoe gaat het, Chadia? Donker haar, grijze trui, holle ogen die door je heen lijken te kijken. Chadia vertrekt haar gezicht. Grimast.

Alsof ze iets wil zeggen, maar niet weet hoe.

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie

De flat in Amsterdam Nieuw-West, waar Chadia al vijf jaar niet meer is geweest.Beeld Eva Faché

Hoe belandt een Nederlandse vrouw met een enorm psychiatrisch dossier tussen de IS-gangers in Syrië, hoewel haar familie na een eerdere vertrekpoging haar paspoort afpakte, meewerkte met de AIVD en de politie smeekte in te grijpen?

Thuis, in de flat in Amsterdam Nieuw-West waar Chadia al ruim vijf jaar niet is geweest, bladert haar moeder Hafida door een vuistdikke rode ordner. Sinds Chadia’s 14de heeft deze map zich gestaag gevuld met verslagen van jeugdzorgwerkers en psychologen. ‘Onhandelbaar’, ‘geen empathie’, ‘gesloten plaatsing’, ‘IQ van 70’, ‘schizoaffectieve stoornis’ - het zijn steekwoorden uit het leven van een zwakbegaafde, beïnvloedbare jonge vrouw met een ernstige psychiatrische ziekte.

Chadia wordt alleen opgevoed door haar moeder, haar vader heeft ze nauwelijks gekend. Op een glazen bijzettafeltje staat een foto van haar als vrolijk jong meisje, uit de tijd dat er nog niet zoveel bijzonders aan de hand leek. ‘Ik ging samen met haar naar de basisschool in Amsterdam-Zuid’, zegt Chadia’s neef Omar, die om de hoek woont, even oud is als zij en altijd een hechte band met haar had. ‘Toen was alles nog normaal.’ 

Omar en Hafida willen Chadia’s privacy beschermen en doen hun verhaal daarom zonder achternaam. De familie heeft een Marokkaanse achtergrond en is moslim. Hun moeders kozen bewust voor een gemengde school, zegt Omar. ‘Joden, Hindoestanen, je had daar echt een mix.’

Hafida’s dochter op haar verjaardag.Beeld Privé-archief

Op het vmbo blijkt dat Chadia anders is dan andere kinderen. ‘Ze kon niet meekomen in de klas en ze kon niet tegen gezag’, zegt moeder Hafida. ‘Ze zocht altijd de grens op, en snapte door haar lage intelligentie niet waarom sommige dingen niet konden. Zei ik tegen haar dat ze ’s avonds niet weg mocht, dan kon ze niet begrijpen waarom niet en het boeide haar ook niks. Ze ging gewoon.’

Chadia is extreem beïnvloedbaar, schrijven hulpverleners in de dikke rode ordner. Aangemoedigd door vriendinnen pleegt ze al op haar 14de voor het eerst straatroven. Ze lijkt volgens de verslagen niet te begrijpen wat voor impact dat heeft op slachtoffers. ‘Ze kan oorzaak en gevolg niet aan elkaar koppelen. Dat besef heeft ze niet’, zegt Hafida.

Ze wordt veroordeeld en voor anderhalf jaar in een jeugdinrichting opgenomen. In de jaren die volgen, worden haar psychiatrische problemen erger. Ze krijgt waanideeën, ziet mannetjes op de wc die er niet zijn. Het wordt door haar behandelaars rond haar 20ste geduid als een ‘schizoaffectieve stoornis’, een ziektebeeld met zowel psychoses als depressies en manieën. Pillen - kalmeringsmiddelen en antipsychotica - halen voor Chadia de scherpste randjes ervan af.

Op een matras in het IS-kamp kwijnt een Amsterdamse vrouw weg
Beeld Privé-archief

Haar moeder Hafida is de grip op de tiener intussen allang kwijt. Chadia blowt veel, gaat vaak op stap, heeft allerlei vriendjes. Haar lage IQ en psychische problemen maken haar beïnvloedbaar. ‘Eerlijk gezegd had het me niet verbaasd als ze in handen was gevallen van een loverboy’, zegt haar moeder. Maar het is niet een knappe pooier van wie Chadia uiteindelijk in de ban zal raken.

De vrouw in de moskee

Degene die haar wel in de greep krijgt, is een gesluierde vrouw die lezingen geeft in moskeeën en klaslokaaltjes in de buurt. De familie weet van niets. Ineens merken ze dat Chadia erg religieus wordt. Ze gaat een hoofddoek dragen. Later komen daar ‘gewaden’ en lange zwarte handschoenen bij. Moeder Hafida draagt zelf geen hoofddoek, laat staan dat ze iets begrijpt van vrouwen die ‘als een ninja’ in nikab de straat op gaan. ‘Voor mij heeft dat allemaal helemaal niets met islam te maken’, zegt ze. Maar Chadia is ervan overtuigd dat ze op deze manier met God in het reine kan komen.

‘Ze werd in de moskee bang gemaakt dat ze vanwege haar rebelse verleden na haar dood zou branden in de hel’, zegt Hafida. ‘Ze was heel verdrietig en in de war, had het over vuur en slangen. Ze deed niets anders meer dan huilen en bidden.’

Met blowen stopt ze van de ene op de andere dag. Maar ook haar medicijnen neemt ze niet meer. ‘Dat was het gif van de samenleving, hadden ze haar tijdens een lezing verteld’, zegt neef Omar. Hij maakt zich zo’n zorgen om zijn nicht dat hij haar op gegeven moment achtervolgt om te zien welke groepsbijeenkomst ze nou eigenlijk steeds bezoekt. Wat hij ziet, stelt hem niet gerust.

‘Ze liep naar een basisschool hier in de buurt die ‘s avonds de lokalen soms verhuurt. Ik kon daar gewoon naar binnen lopen en toen ik de deur opendeed, zag ik allemaal droevig kijkende vrouwen in een cirkel op de grond zitten, luisterend naar een vrouw die Maimouna werd genoemd.’

De vrouw in de moskee
Beeld Eva Faché

Omar zegt dat hij zijn nicht tegen haar zin uit de bijeenkomst weghaalt. Voor de familie begint een lange en vruchteloze gang langs instanties in Nederland om Chadia tegen zichzelf in bescherming te nemen. De politie zegt niets te kunnen doen zolang de vrouw geen strafbare feiten pleegt. Ggz-hulpverleners? Ook zij zeggen niet te kunnen ingrijpen zolang Chadia dat zelf niet wil en ze geen gevaar vormt voor zichzelf of haar omgeving.

In de zomer van 2013 belt Chadia vanuit Egypte naar haar moeder in Amsterdam. Ze klinkt verward. ‘Ze was daar op vakantie gegaan, zei ze, maar ze wilde nu heel graag naar huis.’ Haar moeder koopt een ticket en ze keert terug naar Nederland. Een paar maanden later pakt de dan 24-jarige Chadia opnieuw een koffer in. ‘Ze zei dat ze een lang weekend bij een vriendin ging logeren’, zegt Hafida. Als ze na een paar dagen niet terugkomt en haar moeder begint rond te bellen, is het een van Chadia’s vriendinnen die haar de schok van haar leven bezorgt.

Chadia zit in Syrië.

Najaar 2013, voor de eerste keer in Syrië

Het is najaar 2013, in Syrië is de opstand tegen dictator Bashar al Assad gaande. Die protesten worden meer en meer gekaapt door extremistische groeperingen. Maar in Nederland is er dan nog geen grote aandacht voor de jihadistische jongeren die afreizen naar het Midden-Oosten om deel te nemen aan de strijd. De familie van Chadia vertelt het hele verhaal bij de politie. ‘Ze werd via Interpol gesignaleerd’, zegt Hafida. ‘Ons werd verteld dat ze bij elke grensovergang waar ze zich zou melden, zou worden aangehouden.’

Na weken van schaars contact belt Chadia vanuit Syrië. Ze klinkt paniekerig. Ze is uitgehuwelijkt. Maar haar kersverse echtgenoot heeft haar laten zitten. ‘Die zat natuurlijk niet te wachten op een vrouw met zoveel psychische problemen’, denkt Omar. ‘Vrouwen moeten daar kinderen krijgen en de mannen verzorgen. Als vrouw zonder man ben je daar niks.’

Hafida koopt vliegtickets voor haar dochter om via Turkije naar Nederland te reizen. Chadia wordt op Schiphol door twee AIVD’ers opgewacht en naar huis gebracht, vertelt haar moeder. Op haar bank in haar flat op 4-hoog proberen ze zo veel mogelijk informatie uit haar dochter te trekken.

Nu de autoriteiten eindelijk in actie komen, lijkt de nachtmerrie voorbij. ‘Ze was veilig en ik was opgelucht, dacht: nu gaat er iets gebeuren, nu is eindelijk duidelijk hoe ernstig het met haar is gesteld.’ Hafida hoopt dat haar dochter kan worden opgenomen, gearresteerd desnoods. ‘Ze moesten haar minstens een jaar opsluiten dacht ik, weg van die slechte invloeden, zodat ze weer terug op aarde zou komen.’

Dat gebeurt niet. De pogingen om Chadia opgenomen te krijgen, mislukken. Haar moeder hoort niets meer van de instanties. Contact leggen met Chadia wordt steeds moeilijker. ‘Ze had het alleen maar over wat allemaal niet mocht, wat haram was. Ze nam geen medicijnen dus ze zag allerlei dingen die er niet waren, ze durfde niet naar de douche of de wc.’

Najaar 2013, voor de eerste keer in Syrië
Beeld Privé-archief

In juli 2014 gaat de telefoon van haar moeder. Het is een jeugdvriendin van Chadia die met haar op Schiphol staat. ‘‘Ze wil weer weg en ik kan haar niet tegenhouden’, vertelde die vriendin mij. Ik zei: pak alsjeblieft stiekem haar paspoort af, dat merkt ze niet.’ De vriendin doet wat haar is opgedragen. Chadia kan niet inchecken op haar vlucht naar Turkije.

De vriendin geeft het paspoort aan Hafida. De familie doet wederom haar verhaal bij de politie. Neef Omar: ‘Ik weet nog dat ik in mijn wanhoop zei: het liefst zou ik haar thuis vastbinden zodat ze niet weg kan. Waarop de agent zei: dan bent u strafbaar.’

De familie laat zich enigszins geruststellen door het idee dat Chadia niet over haar paspoort beschikt en dus niet kan uitreizen. Maar twee weken later belt ze vanuit het buitenland. ‘Ze had bij de gemeente een identiteitskaart aangevraagd’, zegt Hafida. ‘En daarmee kun je ook naar Turkije vliegen.’ Ze doet dan nog alsof ze op vakantie is in een vijfsterrenhotel in Griekenland. Al snel blijkt Chadia opnieuw in Syrië beland. Het is een maand nadat IS daar het kalifaat heeft uitgeroepen.

Is er een uitweg uit het kalifaat?

Hoe het kan dat de psychisch zieke Chadia na haar eerste terugkeer uit Syrië voor een tweede maal kan uitreizen zonder op Schiphol te worden tegengehouden? Hafida heeft er nooit een antwoord op gekregen. ‘De AIVD heeft nota bene hier op deze bank gezeten.’ 

Een AIVD-woordvoerder kan hier niets over zeggen. ‘Over individuele zaken doen wij geen uitspraken. In het algemeen is het zo dat wij informatie aanleveren aan bijvoorbeeld politie, het Openbaar Ministerie of de marechaussee. Het is aan die overheidsdiensten om daar vervolgens op te handelen.’ De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) stelt dat als wordt vermoed dat iemand naar strijdgebied wil vertrekken, een paspoort ongeldig kan worden verklaard. Maar op een identiteitskaart - die Chadia voor haar reis gebruikte - heeft deze zogenoemde ‘paspoortmaatregel’ geen effect. Of Chadia’s paspoort ongeldig is verklaard, wil de NCTV om privacyredenen overigens niet zeggen.

Is er een uitweg uit het kalifaat?
Beeld Privé-archief

Waar Chadia haar jaren in het kalifaat precies doorbrengt, weet de familie niet en ze lijkt het ook zelf niet precies te beseffen. Vaak zijn er maanden zonder contact. Af en toe krijgen ze een voicebericht via Whatsapp. Hafida laat een voicemailbericht horen uit 2018. ‘Het land is heel klein geworden eigenlijk. Al weken zitten we hier maar op een stoel eigenlijk. Kun je zo spoedig mogelijk naar de politie gaan zo direct en hen informeren dat ik in Syrië zit en dat ik heel graag naar huis wil?’

Chadia verlaat Islamitische Staat met de laatste lichting vrouwen die vluchten. In het oorlogsgeweld raakt ze gewond aan haar voet: die wordt uiteindelijk deels geamputeerd. Ze belandt tussen bijna 70 duizend andere vrouwen uit het kalifaat in kamp Al Hol.

Buitenlandse vrouwen in het kamp hebben geen toegang tot gespecialiseerde medische zorg. De medicijnen die Chadia in Nederland nog enigszins lieten functioneren, zijn in Syrië niet voorhanden. En dus ligt Chadia hele dagen op haar matrasje. Dat ze nog leeft, is te danken aan twee andere Nederlandse gevangenen, die haar dagelijks bezoeken in haar tent, eten brengen en verzorgen. Een vrouwelijke Koerdische bewaker heeft geen goed woord voor de situatie over. ‘Nederland moet begrijpen dat dit niet kan.’

Wil ze terug naar Nederland? De vrouw op het matras grimast. Het lukt haar niet om woorden te vormen.

Is er een uitweg uit het kalifaat?