Direct naar artikelinhoud
ColumnStevo Akkerman

Klaas Dijkhoff voedt het idee dat alle politici zakkenvullers zijn

Klaas Dijkhoff voedt het idee dat alle politici zakkenvullers zijn

Altijd fijn als publieke figuren bereid zijn zich te laten kennen als wereldvreemde stoethaspels of gulzige graaiers, het verschaft ons kleine krabbelaars een beetje genoegdoening, een moreel overwinninkje waar we verder niets voor hoeven te doen. Of zoals Arnon Grunberg gisteren schreef in de Volkskrant: ‘Laten we vanaf heden deze definitie van ‘moraal’ hanteren: de stok waarmee de ander wordt geslagen, zonder dat degene die slaat zich schuldig hoeft te voelen, omdat hij straft in naam van het geluk van alle mensen’.

Daar zit wat in, dacht ik, en die gedachte kwam nogal ongelegen want ik wilde net beginnen aan een bestraffende column over Menno Snel en Klaas Dijkhoff. Misschien kon ik beter ophouden overal iets van te vinden en dat op papier te zetten, wat een rust zou dat geven aan mijzelf, om nog te zwijgen van het geluk van alle mensen. Maar er volgde een andere gedachte: dat het, in elk geval in de politiek, onmogelijk is geen morele oordelen te vellen, in feite is de politiek precies dat: morele oordelen vellen. Wat is goed voor de samenleving, wat niet?

Die verontwaardiging zoekt een adres

Als mensen tekort wordt gedaan, als ze vermalen worden door genadeloze systemen, dan is verontwaardiging geen goedkope, maar een terechte emotie. Die verontwaardiging zoekt een adres en kan moeilijk genoegen nemen met de vaststelling dat er sprake was van ‘institutionele vooringenomenheid’, zoals de commissie-Donner oordeelde over de Belastingdienst. Staatssecretaris Snel is daarbij als politiek verantwoordelijke een soort zondebok: hijzelf had part noch deel aan het toeslagen-drama, maar hij personificeert het falen van de staat.

Om die reden schreef ik eerder al dat het hem zou sieren om zijn ontslag in te dienen – als een symbolische daad, om te laten zien dat er grenzen zijn aan wat een overheid zich jegens burgers kan veroorloven. Snel vindt dat hij beter aan kan blijven, en daar zie ik de logica ook wel van in: het heeft weinig zin elk half jaar een nieuwe staatssecretaris op deze post te zetten. Als hij gedupeerden maar nooit meer naar de Belastingtelefoon verwijst en de Kamer voortaan tijdig en ruimhartig informeert.

De andere kop van Jut

Klaas Dijkhoff, de andere kop van Jut dezer dagen, is een ernstiger geval. Eerst verschool hij zich achter de regels om te rechtvaardigen dat hij naast zijn Kamerlid-salaris ook nog wachtgeld opstreek, een typisch geval van ‘het klopt wel, maar het deugt niet’. Oud-ministers Asscher en Ploumen zagen er van af, zij voelden wél aan dat wachtgeld geen bonus is, maar een vangnet voor wie tijd nodig heeft om een nieuwe baan te vinden na een publieke functie. Dijkhoff bleek vervolgens ook nog ten onrechte een reiskostenvergoeding te hebben ontvangen: 4900 euro, terwijl zijn partij hem voorziet van auto met chauffeur. Voor hem een luttel bedrag, maar daar gaat het niet om.

De fractievoorzitter van de VVD voedt zo het idee dat alle politici zakkenvullers zijn, en helpt de partijen die het moeten hebben van wantrouwen en onvrede. Niet goed, toch?

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug. Abonneer je op zijn column in onze mobiele app en lees hem als eerste.