Terug naar de krant

Ze stuurden ouderen op reis met pgb-geld

Leeslijst rubriek De Zitting

Wie: Fatma en Mehmet

Kwestie: zorgfraude

Waar: rechtbank Den Haag

Leeslijst

Aan de zaak tegen het Nederlands-Turkse stel Fatma (38) en Mehmet (42) uit Schiedam zijn twee bijzonderheden: ze zijn niet komen opdagen en hun zaak dateert uit 2015. Reden van afwezigheid: ziekte, depressie en stress, veroorzaakt door het eerder dit jaar overlijden van hun acht maanden oude dochter aan een hersentumor. Het stel heeft nog twee dochters, en Fatma is weer zwanger. Volgens hun advocaten willen ze wel graag dat de zaak inhoudelijk wordt behandeld. Het duurde lang genoeg.

Het duo wordt verdacht van valsheid in geschrifte en gewoonte-witwassen. Koele termen waarachter volgens de officier van justitie een „geraffineerde” dan wel „uitgekookte” fraude schuilging, waarvan oudere, slecht geïntegreerde, soms analfabete Turkse migranten het slachtoffer werden. En natuurlijk zorgverzekeraar DSW die voor tonnen het schip inging. Het stel is eerder door de civiele rechter al veroordeeld tot het terugbetalen van 6 ton. De strafzaak is toegespitst op vijf concrete gevallen, waarin de staat 250.000 euro ten onrechte uitkeerde. Maar de omvang van de gehele fraude, die van 2010 tot 2014 duurde, zou op 850.000 euro zijn neergekomen.

Volgens de Inspectie SZW vertelde het duo oudere Turken dat in Nederland recht bestaat op persoonsgebonden budget (pgb) waaruit gratis zorg is te financieren, die dan bij hun tweemansbureau kon worden verkregen. Als lokkertje boden ze er „gratis vakanties naar Turkije” bij aan. Fatma instrueerde de ouderen dan hoe ze zich bij het gesprek met het Centrum Indicatiestelling Zorg moesten gedragen („langzaam lopen”), zodat er financiering voor zoveel mogelijk zorg kon worden verkregen. Fatma ging mee, ook om te tolken. Ze begeleidde haar klanten naar de ING-bank waar dan een aparte pgb-rekening werd geopend. Fatma nam het pasje van haar klant mee.

De post van de zorgverzekeraar DSW dienden de cliënten vooral ongeopend te laten, waarna Fatma die kwam ophalen. Haar klanten waren dankbaar. Begeleiding bij alles, nergens zorgen over en gratis hulp. Daarna was hun lot in handen van Fatma en Mehmet. Werkbriefjes werden vervalst, wie voor dure verpleging in aanmerking kwam, kreeg alleen huishoudelijke hulp, familie die al hulp bood, werd in dienst genomen. Bij de tickets naar Turkije hoorde ook zakgeld. In hun afwezigheid werd de zorg dan fictief verleend, maar wel afgerekend.

Het bewijs bestaat uit werkbriefjes met valse handtekeningen, een gefantaseerd kasboek en „cash betaalde” facturen van een uitzendbureau voor gefingeerde inhuur en een reisbureau dat al facturen verzond voordat het was opgericht. Dan zijn er nog WhatsApp-gesprekken waarin Mehmet opschept over het „belazeren van de staat”. En bezorgde conversaties over het wegsluizen van de opbrengst naar Turkije, liefst in cash of sieraden, naar vrienden of familie. De recherche las ook dat ze vreesden „hier [niet] heelhuids uit te komen”. En dat de bank hun geld in beslag zou nemen.

Uit financieel onderzoek bleek dat het bedrijfje van Mehmet en Fatma maar 39 procent van zijn omzet aan personeel kwijt was; 70 procent is in de branche gebruikelijk. Heel vaak was Fatma zelf het personeel. Het verweer van het duo komt erop neer dat klanten zelf mogen schuiven met de keuzes in de te leveren zorg. En dat er dus niets gezocht moet worden achter verantwoordingsfacturen waarop ‘verpleging’ is aangevinkt, terwijl het bij boodschappen doen is gebleven. En dat de zorg aan cliënten die helemaal niet in Nederland zijn, achteraf is gecompenseerd door dan juist méér te leveren. De voorzitter zou daar een vraag over hebben gehad. „Doe je dan twee keer boodschappen op een dag, in plaats van één keer?”

En dan is er nog een belastende getuigeverklaring van een schoonzus, die kort meedraaide in het bedrijfje. De pinpassen werden in de kluis thuis bewaard. Cliënten werden bang gemaakt als ze de post openmaakten. Dan zou een ‘boete’ volgen.

De rechtbank veroordeelt het stel precies tot dat wat de officier eist. achttien maanden cel en een beroepsverbod van drie jaar voor de zorgsector.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 2 december 2019.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in