Kijk voor meer informatie op Wetenschap.nu.
Iedere taal bestaat uit klanken, woorden en zinnen. Kinderen moeten onder meer leren wat deze woorden betekenen en hoe zinnen zijn opgebouwd. Uit onderzoek blijkt dat rijm hierbij kan helpen. In een studie naar het leren van woorden bij Engelstalige kinderen tussen de twee en vier jaar oud bijvoorbeeld, werd gevonden dat kinderen nieuwe Engelse woorden beter leren in een rijmende context dan in een niet-rijmende context.
Dat het leren van nieuwe woorden makkelijker gaat in een rijmende context komt waarschijnlijk doordat rijm helpt bij het voorspellen van woorden. Die voorspelbaarheid maakt dat kinderen woorden beter kunnen onthouden. Dat rijm lang blijft hangen, ervaren volwassenen ook: op latere leeftijd zingen zij sinterklaasrijmpjes zoals "Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, gooi wat in mijn laarsje, dank u Sinterklaasje" mee zonder erbij na te hoeven denken.
Op een vergelijkbare manier helpt voorspelbaarheid ook bij het leren van zinsbouw. Wanneer je weet dat zinnen rijmen, is het immers makkelijker om een zin op de juiste manier af te maken.
Herkennen van klanken
Naast woordbetekenis en zinsbouw, moeten kinderen ook leren welke klanken voorkomen in hun moedertaal. Het kunnen herkennen van verschillende klanken noemen taaldeskundigen fonologisch bewustzijn, en deze vaardigheid is belangrijk bij het leren lezen.
Kinderen met leesproblemen, zoals dyslexie, hebben vaak meer moeite met het waarnemen van klankverschillen dan kinderen zonder dyslexie. Rijm helpt bij het waarnemen van verschillende klanken. In een rijmende context vallen verschillen namelijk meer op. Bijvoorbeeld: in isolatie lijken de p- en b-klanken veel op elkaar, maar in de context van peer en beer is het verschil duidelijker.
Rijmonderzoek bij baby's
Om te kunnen onderzoeken of baby's klankverschillen waarnemen, maken wetenschappers gebruik van luistervoorkeuren. Dergelijk onderzoek wordt momenteel door taalwetenschapper Laura Hahn gedaan. Hahn promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen en onderzoekt of baby's van negen maanden oud het verschil horen tussen rijm en niet-rijm in een muzikale context. Dit is interessant om te weten, omdat veel ouders zingen met hun kind. Een groot deel van het taalaanbod van baby's bestaat dus uit liedjes.
Hahn en haar collega's ontdekten dat baby's langer aandacht hadden voor liedjes in een niet-rijmende context dan voor liedjes in een rijmende context. Uit dit verschil in luistertijd kun je opmaken dat baby's van negen maanden oud al onderscheid maken tussen rijmende en niet-rijmende liedjes.
Rijmend en zingend een tweede taal leren
Het is ook interessant om te weten of rijm, muziek en bewegen oudere kinderen helpt bij het leren van een tweede taal. Om dit te onderzoeken, zijn er speciale taalspeelhuisjes ontwikkeld. In de huisjes leren kinderen op een speelse en actieve manier een nieuwe taal.
Het idee is dat kinderen de huisjes in de toekomst kunnen gebruiken om een taalachterstand in te lopen. Die taalachterstand kan bijvoorbeeld zijn ontstaan doordat de kinderen op latere leeftijd naar een ander land geëmigreerd zijn.
Dus terwijl je aan de keukentafel zit te zwoegen op prachtige sintgedichten, draag je ongemerkt bij aan de taalontwikkeling van kinderen. En tegenwoordig worden we wat dat betreft verwend, want dankzij al die online woordenboeken is rijmen nu een fluitje van een cent.