Direct naar artikelinhoud
EssayInclusiviteit

De scheiding tussen mannen en vrouwen in de sport: kan dat nog wel?

Links zit transvrouw Rachel McKinnon (Can.), rechts Amber Walsh (Aus.) voor de finale van de sprintkampioenschappen voor 35-39-jarige vrouwen in Manchester. McKinnon won.Beeld AFP

Wie telt als vrouw in de (top)sport? Over die vraag woedt een heftig debat. Hoe eerlijk is inclusiviteit? En is discriminatie wel oneerlijk?

en

Bij de Pacific Games, deze zomer, haalden twee jonge Samoaansen het podium bij het gewichtheffen, categorie vrouwen boven 87 kilo: Feagaiga Stowers (18) won zilver, Iuniana Sipaia (21) brons. Maar Tiulaepa Aiono Sailele Malielegaoi, de premier van de eilandengroep (220.000 inwoners), was niet tevreden. Zijn ongenoegen betrof niet zijn landgenoten, maar degene die met het goud naar huis ging. De 41-jarige Laurel Hubbard uit Nieuw-Zeeland had volgens de bewindsman helemaal niet mogen meedoen.

Hubbard is een transgender atleet, die eerder meedeed bij de jongens/mannen, maar sinds een aantal jaar als vrouw door het leven gaat. Ze wordt gezien als kanshebber op een medaille bij de Olympische Spelen volgend jaar in Tokio. Hubbard overtrad met haar deelname aan de Pacific Games geen regels: ze voldeed aan de ­eisen die internationale organisaties aan deelname van transgender sporters hebben gesteld. De Samoaanse premier erkende dat ook met zoveel woorden. Maar, redeneerde hij, het mag dan misschien mogen, eerlijk is het niet.

Eerlijk? Voor wie de meetlat blijft steken bij 1.60 meter is het wereldrecord hoogspringen buiten bereik en ligt een carrière als profbasketballer niet voor de hand (al was Avital Selinger, 1.75m lang, een gevierd volleyballer). Een fors lichaam is dan weer niet handig bij een ­Alpenetappe in de Tour de France of het maken van ingewikkelde sprongen op de turnmat of de kunstijsbaan. Topsport is per definitie oneerlijk, zo heet het, en doorgaans komen dan de grote voeten van Ian Thorpe (schoenmaat 52) of de lange armen van Michael Phelps voorbij. En dan hebben we het nog niet eens over sociaal-economische verschillen die sommige sporters veel voordelen geven; ze krijgen goede voeding en deskundige begeleiding. Een gelijk spelveld is een illusie, accepteer het nu maar.

Testosteron als onderscheidende factor

Dat doen we vaak, maar niet onbeperkt. Juist om sport toegankelijk te houden voor ­velen, sluiten we ook mensen uit. Voor de veiligheid en ja, ook voor de eerlijkheid. Bij judo en boksen bijvoorbeeld worden deelnemers in­gedeeld naar gewicht. Onderscheid naar leeftijd is standaard, voor sporters met een fysieke beperking zijn er de Paralympics, met een groot aantal aparte categorieën.

Daarnaast brengen bijna alle sporten mannen en vrouwen onder in verschillende competities. Niet onlogisch, als je een blik werpt op de ranglijsten in de atletiek. Neem het wereldrecord op de 100 meter: 9.58 bij de mannen (Usain Bolt, 2009), 10.49 bij de vrouwen (Florence Joyner-Griffith, 1988). Veelzeggender is wellicht dat alleen al in 2018 zo’n 3500 jongens en mannen sneller liepen dan de snelste vrouw op die afstand. Mannen lopen harder, springen hoger en verder, en kunnen meer gewicht verstouwen. Gemiddeld zijn ze langer, hebben ze een grotere longcapaciteit en sterkere botten.

Transgender atlete Laurel Hubbard from New Zealand competes in the women's 90+ kg weight class competition at the Weightlifting World Championships at the Anaheim Convention Center in Anaheim, California, USA, 05 December 2017. Hubbard placed second in the Snatch category. EPA/MIKE NELSONBeeld EPA

Hoe dat komt? Eén term duikt steeds op: testosteron. Vrouwen maken gemiddeld veel minder van dit hormoon aan dan mannen. Ja, uitschieters naar boven of beneden doen mensen soms belanden ‘in het andere kamp’. Nee, je kunt niet simpel zeggen ‘hoe meer testosteron hoe beter’. Maar, zegt de Zuid-Afrikaanse sportwetenschapper Ross Tucker, het is een onderscheidende factor, aanzienlijk meer dan die lange armen of grote voeten. Tot een jaar of tien doen meisjes en jongens op het sportveld niet veel voor elkaar onder. Maar de boost die testosteron jongens in hun puberteit geeft, maakt dat de meisjes het nakijken hebben en houden; een 14-jarige jongen liep de 100 meter al eens sneller dan de huidige olympisch kampioene.

Waar iets als gewicht (tenzij ermee wordt gesjoemeld) een helder criterium is, zijn mannen en vrouwen heel soms niet zo helder te onderscheiden. Zie de al jaren lopende discussie over Caster Semenya, een Zuid-Afrikaanse atlete die als meisje is opgegroeid en zich vrouw voelt. Haar lichaam past echter minder in een helder omlijnd vakje; ze heeft te maken met, zoals dat officieel heet, differences in sexual development (DSD), vaak aangeduid als ‘intersekseconditie’. Ze maakt daardoor aanzienlijk meer testosteron aan dan de gemiddelde vrouw.

Waar kunnen transvrouwen terecht?

Nog ingewikkelder wordt het als de biologie wel helder is, maar de geest dat anders voelt. Aan welke competitie kunnen transgender sporters meedoen, wat in de discussie meestal betekent: waar kunnen transvrouwen terecht? In 2003 kwam het Internationaal Olympisch Comité daarvoor met richtlijnen. Transvrouwen waren welkom in de vrouwencompetitie op voorwaarde dat ze een chirurgische ingreep en minimaal twee jaar hormoontherapie hadden ondergaan. In 2015 werd de operatieverplichting geschrapt. Wel dienen transvrouwen schriftelijk een verklaring af te leggen over hun genderidentiteit (zeg maar: wie je denkt/voelt dat je bent) en kunnen aantonen dat gedurende een jaar hun testosteronniveau onder een bepaald niveau is gebleven.

We willen transgender atleten zo min mogelijk uitsluiten, maar tegelijkertijd eerlijke concurrentie garanderen, aldus het IOC. Het ziet daarbij testosteron als doorslaggevend element, net als eerder gebeurde in de zaak van Caster Semenya (al zijn de aan haar en vergelijkbare atleten gestelde voorwaarden niet precies hetzelfde).

Is dit voldoende voor eerlijke concurrentie in de vrouwencompetitie? Lastig is natuurlijk te beslissen wat dat in deze specifieke situatie inhoudt. Presteren op ‘vrouwenniveau’; wat betekent dat in de atletiek (waar de toptijden van mannen en vrouwen zo’n 10 procent verschillen), bij het gewichtheffen (waar de verschillen groter zijn), maar bijvoorbeeld ook in een contactsport als judo? Bovendien is nog niet zo duidelijk wat precies het effect is van het verlagen van testosteronniveaus via hormoontherapie op sportprestaties, laat staan op topsportprestaties.

Hardloopster Mokgadi Caster SemenyaBeeld Hollandse Hoogte / Imago Sportfotodienst GmbH

Onderscheid = discriminatie = verboden

Het aantal studies is beperkt. Recent onderzoek in Nieuw-Zeeland en Zweden lijkt erop te wijzen dat hormoontherapie, zeker op korte termijn, maar tot op zekere hoogte de effecten teniet doet die testosteron (en andere ‘mannelijke’ determinanten) eerder op het lichaam hebben gehad. Zo maakte het iemand niet kleiner. Spiermassa en -kracht (bijvoorbeeld in de bovenbenen) nemen wel af, maar in beperkte mate. Anders gezegd: de gevolgen van een ‘mannelijke puberteit’ laten zich niet zomaar wegpoetsen. Kun je dan spreken van een gelijk speelveld?

Volgens de Canadese Rachel McKinnon, filosoof, wielrenster en onlangs door Sky News uitgeroepen tot ‘de meest spraakmakende transgender atleet in de wereld’, leidt die discussie af van waar het werkelijk om gaat. Sport, betoogt zij, is een mensenrecht, sla het Olympisch Handvest er maar op na. Als transvrouwen winnen – vorige maand nog prolongeerde McKinnon haar titel als wereldkampioen sprint op de baan in de categorie vrouwen 35-39 jaar – heeft dat niets met oneerlijk fysiek voordeel te maken, maar met intensieve training, aandacht voor voeding, kortom met dat wat nodig is om de beste te kunnen zijn.

Transvrouwen zijn vrouwen, aldus McKinnon, onderscheid maken tussen verschillende categorieën is niets minder dan discriminatie: verboden volgens datzelfde Olympisch Handvest – en dat van een groep die het toch al moeilijk heeft. Transvrouwen zijn vrouwen – de chef sport van de Britse krant The Independent Jonathan Liew, zegt het McKinnon graag na. Stel, schreef hij, transgender tennissers overvleugelen de andere vrouwen – “wat is daar zo erg aan? Er zijn belangrijker dingen dan sport.”

De bekende voorvechtster van vrouwen- en homorechten, oud-toptennisster Martina Navratilova, kwam hierover eind vorig jaar in botsing met Rachel McKinnon. Het debat over transvrouwen in de topsport liep onaangenam hoog op en is nog niet geluwd. Waar McKinnon vindt dat je tussen vrouwen geen onderscheid mag maken, doet Navratilova dat wel. In een artikel eerder dit jaar in the Sunday Times liet ze zich kritisch uit. “Ik ben blij dat een transgender zelf mag beslissen wie ze wil zijn. Maar ik zou er niet blij van worden als ik als tennisser tegen haar een wedstrijd zou moeten spelen. Dat zou niet eerlijk zijn.”

Gelijk speelveld versus inclusiviteit transgenders

Ergens viel zelfs het woord ‘bedrog’, een term waarvoor Navratilova zich later verontschuldigde. Maar echt van gedachten veranderen deed ze niet, ook niet nadat ze zich voor een BBC-documentaire verder in het thema had verdiept. Ze had zich niet gerealiseerd met welke moeilijkheden transgenders te maken hebben, zegt ze daarin, maar toch blijft de vraag hoe de regels zo gemaakt kunnen worden dat iedereen voelt dat ’ie een eerlijke kans heeft om te winnen. Laten we vooral eerst meer onderzoek doen, bepleitte Navratilova.

Gelijk speelveld versus inclusiviteit? Sekse of genderindentiteit? Wat moet zwaarder wegen? Staat de vrouwensport op het spel, zoals diverse Britse en Amerikaanse ex-tosporters beweren? Hebben vrouwen die als vrouw geboren zijn, straks minder kans op medailles, sponsors, studiebeurzen? Of is er sprake van veel onnodige ophef: hoeveel transgender sportvrouwen hebben er tot nu toe eigenlijk op het podium gestaan?

Volgens de Britse socioloog Ellis Cashmore, die ook zijn opwachting maakte in de BBC-­documentaire van Martina Navratilova, zijn dat niet de goede vragen. Sport loopt achter bij ontwikkelingen in de maatschappij, stelt hij, waar mensen zich steeds minder thuis voelen in het hokje man of vrouw. In een genderfluïde samenleving kiezen mensen zelf hoe ze zich zien: man, vrouw of geen van beide, los van hun biologie. Ook sport kan niet blijven vasthouden aan een strikte tweedeling. “Ik denk”, zei hij, “dat een groot aantal sporten zich er bij neer moet leggen dat ze gemengd zullen worden, dat wil zeggen dat ze het binaire model compleet afschaffen en zich openstellen voor iedereen.”

In gewoon Nederlands: mannen, vrouwen, transgenders, ze verschijnen gelijk aan de start. Dat verlost internationale sportorganisaties in ieder geval van veel discussie, ingewikkelde regelgeving (en controle). 

Maar één vraagt blijft knagen: wie is dan de winnaar? 

Olympische spelen 2024: Wie staan er aan de start? 

Een gedachtenexperiment. Het is 2024. Parijs. Olympische Spelen in het land van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Zo dadelijk begint de 800 meter. Mag Semenya starten?

Variant 1: Eén inclusieve race

Na enkele jaren modderen met het onderbrengen van sporters in de vrouwen- dan wel mannencompetitie, en een groot aantal rechtszaken aangespannen door gedupeerde sporters, was duidelijk dat inclusiviteit de nieuwe norm diende te zijn. Daarom is nu gekozen voor een all inclusive-variant van de sport: geen vernederende sekse-testen meer, maar openstelling voor iedereen die aan de tijdslimiet voldaan heeft. Vroeger zouden we zeggen dat mannen en vrouwen tegen elkaar lopen. Nu zijn die aanduidingen achterhaald, de ‘Olympische Taalgids’ uit 2022 kent slechts ‘deelnemers’. Na enkele voorrondes staan vóór de startlijn – we spreken hier even in oude termen – louter mannen klaar.

Caster Semenya heeft de finale niet gehaald; haar persoonlijk record van 1.54.25 schoot tekort, in het jaar dat ze die toptijd liep, waren zo’n 3200 mannen sneller. Kijk daar! Op de Parijse tribune ontrollen vrouwen een spandoek: ‘Iedereen erin = wij eruit’.

Variant 2: Iedereen een eigen race

Caster Semenya straalt. Door de uitspraak van het Internationale Sporttribunaal in 2018 had ze anderhalf jaar niet in competitie hardgelopen, maar na het afschaffen van de testosteronnorm in 2021 kon de Zuid-Afrikaanse haar wedstrijdtrainingen hervatten. Het IOC nam de kritiek ter harte van sporters die ‘gelijkheid’ bepleitten: ze leden onder de discriminerende werking die van het achterhaalde vrouwen- en mannenkampioenschap uitging. Semenya heeft de finale gehaald van de categorie die, naar analogie van de Paralympische Spelen, voor sporters als zij in het leven is geroepen. Vandaag zijn er nóg zes finales voor de 800 meter, later op de dag die voor transmannen. Nu staat Semenya in de startblokken. Ze maakt goede kans om goud te halen op wat in de volksmond ‘800 meter intersekse’ is gaan heten.

Variant 3: Terug naar 2000

Talloze pogingen om de sport eerlijker te maken hadden de Spelen van 2020 in Tokio gekarakteriseerd. Onder de vijf cirkels van het olympische logo prijkten de woorden Equal Level Playing Field – en wie herinnert zich niet de chaotische taferelen die dat oplever­de? Demonstraties in hoofdsteden, en vooral het inzakken van de kijkcijfers en de ermee gemoeide inkomsten waren voldoen­de re­den om de pogingen tot het wegnemen van onderscheidingen tussen sporters te herzien. Beginpunt voor het terugkeren naar de situatie van begin deze eeuw, met aparte vrouwen- en mannencompetities, was het roem­- ruchte artikel ‘Sorry Semenya’, van de voorzitter van het IOC. Hij verdedigde daarin het trekken van grenzen tussen olympiërs als de enige manier om de sport begrijpelijk en eerlijk te houden, en aantrekkelijk voor het publiek – op een gemankeerde manier, waarbij sommigen (‘sorry Semenya’) verdrietig genoeg moesten worden uitgesloten.

Lees ook:

Hoe groot is het voordeel van Caster Semenya precies - als het er al is?

Zowel ethisch, juridisch als sportief zijn er veel vragentekens te zetten bij de discussie rond het zogeheten lichamelijk voordeel van atlete Semenya. Laat deskundigen naar al deze aspecten kijken, zegt lezer P.M. van Dijk uit Blitterswijck.

Er zijn twee categorieën mensen: zij die denken dat er vrouwen en mannen zijn – en zij die beter weten

De natuur trekt geen duidelijke scheidslijn tussen man en vrouw, mensen doen dat wel. Ook de wetenschap weet niet precies hoe dat moet.