Direct naar artikelinhoud
Nieuwsaanpak drugscriminaliteit

Politie verlegt focus van straatroof naar ‘onzichtbare’ criminaliteit

Om zware drugscriminaliteit het hoofd te kunnen bieden, gaat de politie haar prioriteiten verleggen. Voortaan wordt minder mankracht ingezet om ‘zichtbare criminaliteit’ zoals straatroven en inbraken te bestrijden, en meer op het verwerven van kennis over complexe drugsnetwerken en geldstromen. 

Doorzoeking van een woonwagenkamp in Lith als onderdeel van operatie Alfa naar topcrimineel Martien R.Beeld Marcel van den Bergh

Dit zegt politiechef Hanneke Ekelmans, tevens de landelijke portefeuillehouder ondermijning, in een interview met de Volkskrant. ‘Op een moment dat je een zichtbaar slachtoffer hebt, dan is het heel moeilijk om te zeggen: we gaan hier niets mee doen. Dat leidt tot verontwaardiging. Maar als je daadwerkelijk wilt dat je op de lange termijn iets voor elkaar krijgt op het gebied van ondermijning, dan moet je die keuze maken.’

Het plan is in lijn met het eerder aangekondigde besluit van minister Ferdinand Grapperhaus (Veiligheid) om 350 voltijdbanen vrij te maken voor een nog op te richten Multidisciplinair Interventie Team (MIT), in de volksmond beter bekend als narcobrigade. Dat team gaat zich specifiek richten op ondermijning, waarmee het ontwrichtende karakter van criminaliteit op de samenleving wordt bedoeld. De moord op advocaat Derk Wiersum, in september van dit jaar, is hier een voorbeeld van. 

Minder zichtbaar

Het MIT is onderdeel van een bredere strategie die de politie afgelopen zomer – nog voor de moord op Wiersum – heeft vastgesteld om ondermijning aan te pakken. Die focust zich onder meer op het vroegtijdig signaleren van jonge criminelen, het dwarsbomen van criminele geldstromen en het vergroten van intelligence, zodat gerichter en tijdiger ingegrepen kan worden bij ontwikkelingen die een bedreiging vormen voor de rechtsstaat. Het OM, de Fiod, de douane en de Koninklijke Marechaussee worden hier nauwgezet bij betrokken.

De verlegging van prioriteit betekent dus dat de politie op sommige onderdelen minder zichtbaar zal zijn in de samenleving. Dit zorgt voor een zeker ongemak, zegt Ekelmans. ‘Ondermijning is veel abstracter.’ 

Het MIT heeft nadrukkelijk niet als doel Ridouan T., ’s lands meest gezochte crimineel, op te sporen. ‘Daar hebben we andere teams voor. De aanleiding voor de oprichting van dit team is de drugscriminaliteit, maar het dieperliggende probleem is het geld dat daarmee wordt verdiend. Daarin zit ’m het verziekende voor de maatschappij.’ 

Een geïntegreerde aanpak kan een goede aanvulling zijn op de regionale expertiseteams die zich nu al bezighouden met ondermijning, denkt Toine Spapens, hoogleraar criminologie (Tilburg Universiteit). Al is het ‘een ingewikkelde puzzel’ die jaren in beslag gaat nemen. Het succes valt of staat volgens hem met structurele financiering en een goede samenwerking tussen de verschillende eenheden en andere organisaties. 

Privacywetgeving

Overheidsdiensten werken nu nog summier samen, onder meer omdat het uitwisselen van informatie vanwege de privacywetgeving vaak niet mogelijk is. Grapperhaus is in samenwerking met de Autoriteit Persoonsgegevens bezig met het uitwerken van een wetsvoorstel om die gegevensuitwisseling te verbeteren. ‘Privacy mag geen schild vormen voor criminelen’, zei hij hier eerder over.

In een dit jaar verschenen onderzoek van bestuurskundige Pieter Tops en journalist Jan Tromp over ondermijning, in opdracht van de gemeente Amsterdam, blijkt dat de regie vaak ontbreekt en de overheid geen zicht heeft op de omvang van de drugscriminaliteit in de hoofdstad. 

Ook het capaciteitsprobleem bij de politie speelt parten. De 350 nieuwe medewerkers voor het MIT worden zo veel mogelijk geworven van buiten de politieorganisatie, zodat onderbezette eenheden niet verder worden verzwakt. Het gaat onder meer om financieel specialisten en data-analisten.