Nachtmerrie echtpaar compleet: rechter kan niets doen aan stankoverlast huis

De bewoners van een woning in Holten sleepten de gemeente Rijssen-Holten voor Raad van State in Den Haag. Zij vinden dat de gemeente moet optreden tegen stank- en stofoverlast uit een paardenfokkerij pal naast hun huis. De gemeente weigert.

Mark Engelen voerde in Den Haag het woord voor de bewoners, zijn broer en schoonzus. Vanwege alle emoties konden zij het niet opbrengen om naar Den Haag te komen, vertelde hij.

Hun woning, die ze kochten in 2007, is in 1991 afgesplitst van het agrarische bedrijf ernaast. Bij dit bedrijf hoort een tweede bedrijfswoning en die staat er nog steeds. „Toen zat er helemaal niets van een agrarisch bedrijf in”, zei Mark Engelen.

In 2009 streek Gerard Egberink ernaast neer met zijn gezin. Hij kocht het bedrijf, bouwde met vergunningen een stal en begon een paardenfokkerij. Engelen maakte geen bezwaar tegen de vergunningen.

Pas toen hij naar eigen zeggen ernstige luchtklachten en andere overlast kreeg van het paardenbedrijf, trok hij bij de gemeente aan de bel. Dat was in 2016 of 2017.

De gemeente zegt niets voor hem te kunnen doen. De woning van Engelen en het bedrijf hebben nog altijd een agrarische bestemming. Het afgesplitste woonhuis is dan ook een bedrijfswoning met dito milieubescherming. Die is aanzienlijk minder dan bij een burgerwoonhuis.

De gemeente heeft Engelen ontheffing moeten geven van het verbod om als burger in de bedrijfswoning te mogen wonen. Dat is gebeurd, dus het wonen is legaal. Meer wil de gemeente niet doen en hoeft ze ook niet te doen, aldus het gemeentebestuur zelf.

De familie Engelen moet het doen met een huis in de stank.