De eerste flinke barsten in het vertrouwen van Nederlandse ondernemers over de economie zijn daar. Weliswaar zijn de ondernemers nog wel positief, maar een stuk minder dan eerder dit jaar.
In het begin van het laatste kwartaal van dit jaar daalde het vertrouwen van ondernemers fors op de index die het Centraal Bureau voor de Statistiek bijhoudt. Die graadmeter loopt van 20 (heel erg positief) tot min twintig (heel erg negatief).
Forse daling
In het derde kwartaal van dit jaar stond de index op 10,6, dit kwartaal daalt deze fors tot 6,6. In de afgelopen acht jaar was het hoogste punt 18,1 en het laagste min 11,7.
Het hoogste punt was in 2018, toen de economie op volle toeren draaide. Het laagste punt was in 2013, waarin de economie nog kampte met de naweeën van de crisis die begon in 2008.
Transport, bouw, autobranche
Vooral in de informatie en communicatie daalde het vertrouwen fors, net als in de transportsector. De enige bedrijfstakken waar het vertrouwen steeg, was in de autobranche, de detailhandel en in de vastgoedbusiness. In de autobranche is men overigens nog steeds negatief.
En, niet geheel verwonderlijk: ook bouwers zijn een stuk minder optimistisch, al zien ze in vergelijking met andere branches de toekomst nog best zonnig in. Dat ze toch ietsje minder vrolijk zijn, komt volgens het CBS mogelijk vanwege de PFAS- en stikstofproblemen.
Afwachtend over 2020
Over volgend jaar is het beeld wisselend, maar minder positief dan ze hoe ze vorig jaar aankeken tegen 2019. Minder dan een vijfde van de ondernemers verwacht voor volgend jaar dat de omzet nog verder zal stijgen.
In de bouw is het aantal ondernemers dat een daling van het aantal klussen verwacht, zelfs groter dan bouwers die denken meer omzet te halen.