Direct naar artikelinhoud
AnalyseProvinciebestuur

De bestuurscrisis in Noord-Brabant laat zien hoe machtig het CDA in de provincie is

De later opgestapte gedeputeerde Renze Bergsma (CDA, Veiligheid, Bestuur en Organisatie) tijdens een statendebat over de landbouw.Beeld ANP

De bestuurscrisis in Noord-Brabant toont aan dat het CDA in de provincie oppermachtig is. In de stikstofcrisis kan de partij handig gebruik maken van de politieke versnippering.

Het vertrek van twee CDA-gedeputeerden in Noord-Brabant laat zien dat het provinciaal bestuur in Nederland uiterst kwetsbaar is in de huidige stikstofcrisis. Het kabinet komt deze week waarschijnlijk met impopulaire maatregelen die de uitstoot moeten verminderen. Die beperkingen zullen met name de boeren treffen, en het zijn de provincies die deze maatregelen moeten opleggen en controleren.

De CDA-fractie in de Provinciale Staten van Noord-Brabant stak daar vrijdagnacht als eerste een stokje voor. Het college in Brabant van CDA, VVD, D66, GroenLinks en PvdA had in het coalitieakkoord vastgelegd dat veehouders uiterlijk 1 april 2020 nieuwe vergunningen moeten hebben aangevraagd voor milieuvriendelijkere stalsystemen. Hoewel het CDA daarmee aanvankelijk akkoord was gegaan, ging de fractie de afgelopen week onder de druk uit de agrarische sector schuiven. Vrijdag spraken de CDA-Statenleden zich uit tegen de maatregelen, waardoor hun eigen vertegenwoordigers in het provinciebestuur moesten terugtreden. Renze Bergsma en Marianne van der Sloot zeiden niet meer ‘geloofwaardig’ te kunnen functioneren, omdat de verschillen tussen het coalitieakkoord en de opvattingen van de CDA-fractie te groot zijn geworden.

CDA vaak de cruciale partner 

Hoe het nu verder moet met het agrarisch beleid in Noord-Brabant is onduidelijk. De aanpak van stikstof door stalaanpassingen heeft in ieder geval geen meerderheid meer. VVD-gedeputeerde Christophe van der Maat liet weten nu niet te willen onderhandelen over een nieuw provinciebestuur. Het bestuur wacht af wat het CDA gaat doen. De taken van Bergsma en Van der Sloot worden voorlopig binnen het college opgevangen.

Een nieuw college met een nieuwe partner is geen sinecure. En dat geldt niet alleen voor Noord-Brabant, maar ook voor de andere provincies. Door de enorme winst van Forum voor Democratie bij de laatste provinciale statenverkiezingen in maart van dit jaar, en de afkeer om met die partij samen te werken, zijn er noodgedwongen in het hele land veelkleurige colleges ontstaan waarin een recordaantal van soms zeer verschillende partijen zit. Samen halen die net een meerderheid.

Traden in 2015 gemiddeld nog vier partijen tot Gedeputeerde Staten toen, in 2019 zijn dat er vijf of zes. Dat grote aantal partijen vormt weliswaar een breed draagvlak, maar bestuurlijk wordt het er niet makkelijker op. Zeker niet met een splijtend item als stikstof. De verschillen tussen GroenLinks en het CDA, die samen in het bestuur van Noord-Brabant zaten, worden in de snelkookpan waarin dit debat terecht is gekomen snel heel groot.

Het CDA bleek bij de provinciale formaties dit voorjaar een cruciale partner. De partij zit in maar liefst elf van de twaalf provinciebesturen en vormt als middenpartij vaak het cement tussen de andere coalitiegenoten. Daarmee heeft de partij veel bestuurlijke macht heroverd. Als de komende week, maar ook in de periode daarna, vanuit Den Haag impopulaire maatregelen op de provincie afkomen, kunnen de provinciale CDA-fracties uit protest de steun aan het college intrekken. Daarmee dreigen noopt al tot behoedzaamheid.

Lees ook: 

 Provinciaal CDA in opstand tegen nieuwe landbouwkoers

In de provinciale fracties van het CDA is tumult ontstaan over het plan voor de koerswijziging dat Nederland niet langer de tweede landbouwexporteur van de wereld moet willen zijn. Op het landelijk partijcongres eisten ze dat het CDA zich blijft profileren als plattelandspartij die opkomt voor de boeren.