De twee religieuze groepen hebben al decennialang ruzie over het stuk land in het noordoosten van India, waarop tot 1992 een moskee stond.
Het gebedshuis werd in dat jaar verwoest door hindoes die zeggen dat de hindoegod Ram op precies dezelfde plek werd geboren, vóór de bouw van de moskee in 1528.
Het hof acht bewezen dat onder de overblijfselen van de moskee resten van een hindoetempel zijn gevonden.
De moslims die bij de rechtszaak betrokken waren, hebben een perceel van 2 hectare toegewezen gekregen, waarop ze een nieuwe moskee mogen bouwen. De groep is het niet eens met de uitspraak, maar het is niet duidelijk of het vonnis wordt aangevochten. "Dit is geen gerechtigheid", meent hun advocaat.
Hindoes vieren feest na de uitspraak van het hooggerechtshof. (Foto: Reuters)
Duizenden doden bij conflicten om perceel
De verwoesting van de moskee leidde in de jaren negentig tot conflicten in heel het land, waarbij zo'n tweeduizend doden vielen. De meeste slachtoffers waren moslim. Sindsdien lopen er rechtszaken over het inmiddels zwaarbeveiligde stuk land dat slechts 1,1 hectare groot is.
De Indiase autoriteiten stuurden in aanloop naar de uitspraak van het hof duizenden paramilitairen en agenten naar Ayodhya. Nu besloten is naar wie de grond gaat, kan een begin worden gemaakt met de bouw van een hindoetempel.
Premier Narendra Modi, wiens hindoe-nationalistische partij de plannen voor een nieuwe tempel steunt, zegt dat het vonnis niet gezien moet worden als een winst of een verlies. "Moge vrede en harmonie zegevieren", voegt hij daaraan toe.