Direct naar artikelinhoud

71 procent van de moslims voelt zich geviseerd: "Harder glimlachen om te tonen dat we geen terrorist zijn"

71 procent van de moslims voelt zich geviseerd: "Harder glimlachen om te tonen dat we geen terrorist zijn"

Belgische moslims voelen zich in eigen land niet geliefd. 71 procent van hen zegt te worden beschouwd als een potentiële terrorist, 63 procent van de ondervraagden bevestigt zich angstig te voelen bij de toestroom van vluchtelingen in dit land - ze worden geviseerd omdat ze zelf moslim zijn - en 77 procent voelt zich hier, in tegenstelling tot vroeger, niet meer thuis. Het zijn de resultaten van een peiling van de Waalse krant Le Soir en televisiezender RTBF.

Na de aanslagen in Brussel vreesden veel moslimjongeren geassocieerd te zullen worden met moslimsextremisme en terrorisme. Daarnaast ziet gelijkekansencentrum Unia een duidelijke stijging van het aantal bedreigingen tegenover moslims. 'Boomende islamofobie', het verontrust de politici, maar vooral de moslims in dit land. En de beeldvorming - "wij allen zijn verantwoordelijk voor wat er is gebeurd" - is maar moeilijk weg te krijgen.

Reportagemaker Christophe Deborsu trok voor zijn programma 'C'est pas tous les jours dimanche', te zien op het Franstalige RTL, door de straten van Schaarbeek en vroeg Belgische moslims naar hun welbevinden. Hij wilde weten of ze zich ooit al eens bekeken voelden als mogelijke terrorist en of ze onlangs, vanwege hun geloof, al eens in verband gebracht werden met terrorisme.

"Het hangt ervan af waar je je bevindt. Wanneer je in Ukkel rondloopt, misschien wel", vertelt er eentje. "In Schaarbeek bijvoorbeeld niet. Een Europeaan die naar Saoedi-Arabië trekt, kan daar ook aanzien worden als terrorist", voegt iemand anders eraan toe.

Moslims voelen zich wel vaker geviseerd, zeker tijdens veiligheids- of politiecontroles. "Aan het station Brussel-Noord werd ik eens staande gehouden, misschien omdat ik een grote tas bij me had en terugkwam van reis", zegt een jonge man. "Het deert me eigenlijk niet zo. Ik ben trots Belg te zijn. En moslim." Een voorbijganger roept: "Leve de koning." Een jonge moslimsvrouw, zonder sluier, merkt eigenlijk geen verschil: "Iedereen is vriendelijk. Maar dat zou misschien anders zijn moest ik gesluierd door de straten lopen.

Hoofddoek

Dat beaamt een andere vrouw: "Mensen zijn bang. Zeker als  ze het aan je zien dat je islamitisch bent, bijvoorbeeld door het dragen van een hoofddoek. Als moslim moeten we eigenlijk twee keer meer glimlachen dan anderen, in een poging iedereen duidelijk te maken dat we zeker géén slechte bedoelingen hebben." 

En dan is er nog de discriminatie op de huizenmarkt, of op de werkvloer. "Het is niet gemakkelijk werk te vinden, maar ik ben niet van plan mijn sluier weg te laten. Daarom ga ik niet werken, nochtans heb ik een bachelordiploma", vervolgt de vrouw. "Mijn vriendin en ik hebben dezelfde studierichting gedaan", zegt iemand. "We volgden beiden een opleiding aan de universiteit en hebben dus dezelfde kwalificaties. Ik heb een job, zij - ze draagt een hoofddoek - niet. Door alles wat er is gebeurd, krijgen we het veel moeilijker."  

Moslims voelen zich bekeken, in de winkel en op straat. Een vader met een zoontje van twee voelde onlangs nog de blikken in zijn rug én werd er zelfs op aangesproken. "Een klant bukte zich naar mijn zoontje en zei hem: 'Nu ben je nog mooi, nu je zo klein bent. Maar ik hoop dat jij geen terrorist wordt wanneer je groot bent. Ongelofelijk."

Klachten
In 2015 kwamen bij Unia, het Interfederaal Gelijkekansencentrum, in totaal 4.554 klachten binnen, waarvan 1.335 specifiek betrekking hadden op discriminatie. Ten opzichte van 2010 betekende dat een lichte daling van een tweehonderdtal dossiers. Op het eerste gezicht een positieve tendens, maar de feiten worden wel steeds zwaarder. Terwijl het zes jaar terug om 48 dossiers over 'haatmisdrijven' ging, verdubbelde dat aantal bijna tot 84 in 2015. Ook de klachten over het 'aanzetten tot haat' nam in diezelfde periode toe van 338 naar 404.

Een klant in de Carrefour bukte zich naar mijn zoontje en zei hem: 'Nu ben je nog mooi, nu je zo klein bent. Maar ik hoop dat jij geen terrorist wordt wanneer je groot bent.