Direct naar artikelinhoud
Neuroloog Van Dijk in 'Leve de organen’: met opzet voor een kast met schedels geportretteerd?
Tv-columnRenate van der Bas

Lekker twijfel aan het zaaien over orgaandonatie, Frans Bromet?

Wat waren Frans Bromet en KRO-NCRV nou precies aan het doen maandagavond? Ons bang maken dat keiharde artsen onze kostbare onderdelen gewoon uit onze nog levende lichamen slopen, mochten ze dat willen? De 2Doc-film ‘Leve de organen’ had een hoog speculatiegehalte.

De nieuwe donorwet, de aanleiding voor de documentaire, is natuurlijk geen abc’tje. Vanaf 1 juli 2020 zijn wij allen in principe akkoord met het afstaan van onze organen na onze dood, tenzij we individueel in actie komen en een nee laten registeren. Of aangeven dat onze naasten het mogen bepalen. Een wet die ik zelf met gejuich begroet vanwege het simpele principe van voor wat, hoort wat: wie organen wil ontvangen, moet die zelf ook willen geven. Zo kan een eind komen aan het beschamende geleur om een beetje medemenselijkheid voor al die patiënten op wachtlijsten.

Bromet zit persoonlijk in een spagaat, vertelt hij in zijn nieuwe film. Zijn zwager overleed, wachtend op een donornier. Toch geeft Bromet toe aan particuliere gevoelens als ‘onprettig idee dat na mijn dood mijn lichaam in stukken wordt gesneden’. Heel subtiel omschreven, ja. Door in Leve de organen vooral het fenomeen hersendood te bevragen, lijkt hij bezig feitelijke steun te zoeken voor die onberedeneerde angst voor het donorschap.

Dapper op zoek naar andersdenkenden

Want het centrale thema in de film is: kunnen we vertrouwen op het protocol dat artsen gebruiken om hersendood te constateren? Is de checklist die controleert of ‘we er werkelijk niet meer zijn’ afdoende? Het hersendood-protocol is bij wet vastgesteld op advies van ongetwijfeld reeksen knappe koppen, maar Bromet ging dapper op zoek naar andersdenkenden. Zo haalt hij oud-cardioloog Pim van Lommel van stal, beroemd en verguisd om zijn boek over bijnadoodervaringen. Van Lommel vindt het fenomeen hersendood een verzonnen construct, hoorden we, zonder veel nadere uitleg. We zagen ook twee ervaringsdeskundigen: oud-patiënten die langs de status van hersendood zijn gescheerd, maar er nog steeds zijn. En voor de camera speculeren: wat als het net even anders was gelopen?

Je vraagt je af: wat moeten wij nu denken? Wordt hier gesuggereerd dat veel patiënten te snel worden afgekoppeld? Gaat het om uitzonderingsgevallen of faalt de wetenschap? Zeker, Bromet paste wederhoor toe. Hij liet Jan van Dijk aan het woord, hoogleraar neurologie in Leiden en betrokken bij de totstandkoming van het hersendood-protocol. Maar door hem staand voor een kast vol schedels te filmen, leek Bromet eerder een Dr. Death te willen portretteren dan iemand die levens redt. Enfin.

Zinvol was de getuigenis van Anjo van de Mortel. Hoewel zij als verpleegkundige al vaak bij het ‘leeg­halen van een lichaam’ was geweest, wist ze niet wat ze meemaakte toen haar eigen man hersendood werd verklaard en ze bij het uitnemen van zijn organen aanwezig was. Ze omschrijft hoe het is om afscheid te nemen van een warm lichaam, dat plast, voedsel nodig heeft, ademt en in feite pas overlijdt op het moment dat het hart wordt uitgenomen.

Goed om te beseffen: orgaandonor willen zijn is een serieus besluit. Maar ik blijf bij mijn ja.

Vier keer per week schrijven Renate van der Bas en Maaike Bos columns over televisie.