Direct naar artikelinhoud
Extreem-rechtse mannen

De Poolse politiek lijkt verwikkeld in een oorlog tussen de geslachten

Aanhangers van extreem-rechts protesteren tijdens de Gay Pride in de Poolse stad Lublin.Beeld AFP

Poolse jongeren zijn niet bijster geïnteresseerd in politiek. Zij die dat wel zijn, lijken verwikkeld in een oorlog tussen de geslachten. Extreem-rechts is een zaak van jonge mannen. Jonge vrouwen daarentegen zijn liberaler, linkser en meer pro-EU.

Twaalf belangstellenden hebben zich verzameld in het zaal­tje van restaurant Marysienka; een driekoppig gezinnetje, acht mannen en één vrouw. Ze luisteren naar twee jonge politici die uitleggen hoe ze het leven in de Warschause voorsteden gaan verbeteren als ze op 13 oktober tot parlementariër worden gekozen. Pas bij het vragenrondje komen de grote thema’s van hun partij ter sprake. De Joden die hun vooroorlogse bezit terug willen: “Laat ze maar naar Warschau komen en het puin van hun huizen opgraven. Wij hebben Warschau opgebouwd na de oorlog, niet zij.” De ‘vijfde colonne van Duitsland’ die in ­Polen opereert. De Poolse soevereiniteit die in gevaar is: “We weten welke politici hun oren  laten hangen naar buitenlandse ambassades.”

Drie nationalistische partijtjes ­hebben hun krachten gebundeld in Konfederacja – de Confederatie – die een goede kans maakt de kiesdrempel van vijf procent te overschrijden. Sommige peilingen voorspellen dat de confederaten kingmaker worden als regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) na de parlementsverkiezingen een paar zetels tekort mocht komen om haar huidige meerderheid te behouden.

Een gezin is ‘man, vrouw en ­kinderen’. Al het andere is ‘onnatuurlijk’

De PiS-regering die door velen wordt bestempeld als autoritair, nationalistisch en anti-Europees, is voor de jonge nationalisten veel te laks. Polen moet volgens hen ‘op een veilige manier’ de EU verlaten en korte metten maken met de ‘liberale democratie’. “PiS zegt het een, maar doet het andere”, benadrukt Michal Nieznanski na afloop van de verkiezingsbijeenkomst. “Ze regeren al vier jaar, maar hebben nog steeds abortus niet verboden. Ze hebben de deur opengezet voor immigranten uit Azië. Ze doen niet genoeg om te voorkomen dat lhbt zich in Polen verspreidt.” Zijn jongere partijgenoot, Konrad Smuniewski, verduidelijkt: “Wij willen die homo-prides verbieden.” Een gezin is ‘man, vrouw en ­kinderen’. Al het andere is ‘onnatuurlijk’.

Met deze boodschap scoort de partij goed onder jonge mannen. Twee derde van de Confederatie-stemmers is man. Dat is niet vreemd, meent Nieznanski. “Mannen zijn nu eenmaal meer geïnteresseerd in politiek. Dat is normaal.” Zijn jongere collega vult aan: “Vrouwen kunnen goed voor kinderen zorgen, of een stichting oprichten voor hondjes, poesjes of kinderen. Dat zijn zaken die vrouwen aanvoelen. Wij mannen daarentegen willen politieke strijd. En ­daarin zijn vrouwen nu eenmaal zwakker.”

Nieznanski is kandidaat voor het parlement en verantwoordelijk voor het registeren van de Confederatie-kieslijst in zijn district. “Geïnteresseerd zijn vooral mannen.” Met enige moeite werd het wettelijk verplichte vrouwenquotum van 35 procent gevuld. ­Smuniewski: “Ik heb mijn oma op de lijst gezet.”

“Deze regering denkt totaal niet ecologisch”

De Groenen worstelen met het omgekeerde probleem. “Ik had moeite genoeg om mannen op onze kieslijst te krijgen”, zegt Magdalena Galkiewicz tussen de marmeren zuilen van het Cultuurpaleis, het kolossale bouwwerk uit de communistische jaren vijftig in hartje Warschau. Ook voor mannen geldt dat ze minimaal 35 procent van de kieslijst moeten uitmaken. Galkiewicz is projectmanager bij een IT-bedrijf in de stad Lodz waar ze namens de Groenen nummer acht is op de kieslijst van de Burgercoalitie, een samenwerkingsverband van centrum-linkse en centrum-rechtse oppositiepartijen.

Ze had haar jeugdige activisme al achter zich gelaten toen in 2015 het katholiek-‘patriottische’ PiS een absolute meerderheid behaalde. “Vrouwenrechten waren in gevaar.” Het parlement dreigde in te stemmen met een totaalverbod op abortus. Vrouwen gingen massaal de straat op in ‘zwart protest’. “Dat was het moment dat ik weer volop activiste werd.”

Ze karakteriseert zichzelf als ‘eco­feministe’. “Deze regering denkt totaal niet ecologisch.” Met zegen van de kerk, ‘feitelijk de coalitiegenoot van ­deze regering’. “In Polen verkondigt de katholieke kerk dat de natuur dient om door de mens te worden geëxploiteerd en niet hoeft te worden beschermd. De kerk hoor je niet over het kappen van oerbossen, of over de energietransitie.” Een jaar geleden besloot ze de politiek in te gaan en daar trof ze vooral andere vrouwen aan. “Van de dertig partijleden in Lodz zijn de meesten vrouw.”

Bang voor het G-woord

Het verbaast haar niet dat jonge mannen rechts stemmen. “Vrouwen worden steeds sterker en komen op voor hun rechten. Misschien zijn mannen gewoon bang voor verandering en klampen ze zich daarom vast aan traditie.” En met een lach: “Misschien zijn ze gewoon gefrustreerd dat jonge meiden hen niet meer willen met die traditionele ideeën.” Ze heeft ’s ochtends meegelopen in de klimaatmars en is nu aangeschoven bij het jaarlijkse VrouwenCongres in de hoofdstad.

Tijdens de openingstoespraken haalt de bekende feministe Magdalena Sroda een recent onderzoek aan. “Vrouwen zijn bang voor het ineenstorten van de gezondheidszorg, mannen zijn bang voor ­‘gender-ideologie’”. De zaal lacht luid bij het horen van het g-woord ­waarmee de bisschoppen waarschuwen voor homo- en transseksuelen. Dan is de burgemeester van Warschau aan de beurt, sinds kort een man, Rafal ­Trzaskowski van de Burgercoalitie: “Bij demonstraties voor het behoud van de democratie zijn de meeste deelnemers vrouw.” ­Applaus. “Vrouwen maken zich vooral zorgen om het klimaat en de ­gezondheidszorg, mannen over het ­verlies van identiteit. Het parlement zou er heel anders uitzien als alleen vrouwen ­zouden stemmen.”

Regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) scoort onder beide geslachten ongeveer even goed, maar de Burgercoalitie, de belangrijkste oppositiepartij, doet het duidelijk beter onder vrouwen. Het contrast is groter naarmate partijen verder van het midden staan en het electoraat jonger is. Bij de Europese verkiezingen in mei kreeg de extreem-rechtse Confederatie duidelijk meer mannen- dan vrouwenstemmen (8,9 procent versus 7 procent), terwijl de nieuwe linkse partij Voorjaar (Wios­na) het met 7,7 procent aanzienlijk ­beter deed onder vrouwen dan onder mannen (5,5 procent). Vertaald naar landelijke verkiezingen zou de uitslag van mei – als het aan vrouwelijke kiezers lag – een centrum-linkse regering in Polen opleveren.

“Het verschil tussen mannen en vrouwen wordt steeds groter”

In de coulissen van het congres geeft de bekende hoogleraar en feministe Malgorzata Fuszara mogelijke ­verklaringen voor dit fenomeen. Zo zijn vrouwen beter opgeleid dan mannen. “Dat verschil wordt steeds groter. Al een paar jaar geleden was in Polen twee derde van de afgestudeerden vrouw.” Daarnaast wijst ze op het ‘managers­matriarchaat’ onder het communisme. “In die zware tijden, toen de winkels leeg ­waren, lag de verantwoordelijkheid om het gezin te voeden bij de vrouw. De Poolse vrouw was gehard en paste zich daardoor beter aan de nieuwe omstandigheden aan.”

Na de val van het communisme in 1989 kwam het traditionele gezinsmodel in Polen op de tocht te staan. “Veel mannen verlangen terug naar de oude situatie. Dat vertalen ze dan naar: onze beschaving wordt bedreigd. Ze zeggen dat ze opkomen voor het ‘traditionele gezin’, maar dat is niets anders dan het patriarchaat.

Niet mannelijk genoeg

Vlak voor de Europese verkiezingen dit voorjaar publiceerde peilingbureau Kantar een onderzoek onder jongeren tot dertig jaar. Veel meer jonge mannen dan jonge vrouwen waren alleenstaand, vooral op het platteland. En van de jonge mannen steunt bijna dertig procent de extreem-rechtse Confederatie, als ze al gaan stemmen. 

“Polen is een superconservatief land, waar de kerk jonge mensen socialiseert”, constateert Gosia Rawa in de wandelgangen van het VrouwenCongres. Ze is actief in de dierenbescherming en in de ‘anti-fascismebeweging’, waar – hoe kan het anders – vrouwen de meerderheid vormen. “Poolse mannen waren eeuwenlang aan het vechten in opstanden, in oorlogen en nu zoeken ze vijanden die er niet zijn.”

Met haar blonde dreads en piercings ziet ze er ‘links’ uit. Ze werd meerdere malen op straat uitgescholden en zelfs een keer fysiek aangevallen. “De heren zijn een beetje sneu”, meent ze. “Ze ­zitten opgesloten in hun eigen stijve definitie van mannelijkheid. Ze zijn doodsbang daar niet aan te voldoen, bang dat ze niet mannelijk genoeg zijn.”

Lees ook:

 De Poolse regering knijpt bij huiselijk geweld een oogje dicht

Familiewaarden zijn belangrijk in Polen, maar daar zit ook een keerzijde aan. Bij huiselijk geweld blijkt de politie vaak een oogje toe te knijpen.

Van een schuldcomplex hebben de gewezen Oostbloklanden geen last

In 2004, toen voormalige Oostbloklanden EU-lid werden, dachten we dat als de nieuwkomers eenmaal economisch waren aangehaakt, de overgang voltooid zou zijn. Maar veel inwoners van de Oostbloklanden zijn, anders dan in West-Europa, nog ongegeneerd trots op volk en vaderland. En dat wringt.