De Nederlandse goudvoorraad gaat op transport. De ruim 14.000 staven - ter waarde van 7,7 miljard euro - worden voor eind 2020 verplaatst naar de kluizen van de gelddrukkerij Johan Enschede in Haarlem.
De goudstaven worden daar maar tijdelijk gelegd. Het DNB-kantoor in de binnenstad van Amsterdam moet namelijk gemoderniseerd worden, en dat duurt langer als het goud daar ligt.
Nu het goud tijdelijk naar Haarlem gaat, is de verbouwing bij DNB een jaar eerder klaar. Daarna gaat het goud naar Zeist, waar dit jaar een nieuwe DNB-kluis wordt gebouwd op een terrein van defensie.
Balie Amsterdam blijft open
Het gebouw van DNB aan het Frederiksplein dateert uit 1968 en is al een tijdje aan onderhoud toe. Als goud en eurobiljetten niet meer onder het gebouw liggen, hoeft de beveiliging ook veel minder te zijn.
Het kluiscentrum in Zeist moet in 2023 klaar zijn. Dan gaan het goud en geld weer van Haarlem naar Zeist. De publieksbalie in Amsterdam blijft wel gewoon open. Mensen zijn er welkom om geld en oude munten in te leveren.
Miljarden in New York, VK, Canada
Het nieuwe cashcentrum krijgt naast het opslaan van goud, bankbiljetten en munten meerdere functies. Er komt een nationaal centrum voor vervalsingen, bankbiljetten worden er gesorteerd en gedistribueerd en de goud- en geldvoorraad wordt er dus opgeslagen.
Het goud dat de DNB in Nederland heeft opgeslagen is niet het enige dat we hebben. In Nederland wordt ongeveer een derde van de Nederlandse goudreserve opgeslagen. De rest wordt opgeslagen in New York, Londen en Ottawa. De goudvoorraad is het tegenwicht voor een deel van de Nederlandse munten en bankbiljetten.
