Direct naar artikelinhoud
Sylvain Ephimenco
Column

Tegen deze terroristische daad was geen desinformatie opgewassen

Genageld aan computer en tv, kon ik gisteren niet van mijn Franse nieuwsbronnen afblijven. Mijn fascinatie ging vooral over het zichtbaar ongemak van politie en regering om eerlijk naar het publiek te communiceren over de aanslag in Parijs donderdag. Een combinatie van ontkenningen, zwijgen over feiten en geruchten verspreiden, die in Frankrijk de naam ‘désinformation’ draagt. Maar eerst de feiten. In het heiligdom van de Franse politie waar de inlichtingendienst DRPP (zeg maar de Franse Aivd) zetelt, worden vier politiefunctionarissen door een collega vermoord. Deze man, Mickaël H. is als ICT’er al jaren medewerker van de inlichtingendienst en is bevoegd om toegang tot de meest geheime onderzoeken te krijgen (secret défense).

Dat een aanslag wordt gepleegd in het sanctuarium van de politie dat juist tot taak heeft door opsporing Frankrijk en zijn burgers voor terroristische aanslagen te behoeden, is al gelijk aan een aardbeving. Maar dat die aanslag van binnenuit door een politiefunctionaris is gepleegd heeft daarbij ook de kracht van een tsunami na de beving. Frankrijk is het meest getroffen land in Europa als het gaat om moslimterrorisme en jihadisme. Sinds 2015 zijn in dat land honderden doden gevallen in de meest ondenkbare vorm van geweld. Van de aanslag die de redactie van Charlie Hebdo uitroeide tot het politiestel dat voor de ogen van hun kind werd vermoord.

Allahu Akbar

Vanaf de eerste uren na de moord op de vier politiefunctionarissen hebben politie en regering alles in het werk gesteld om zo min mogelijk informatie prijs te geven die op een terroristische aanslag zou duiden. Relationele of werkrelatie werden als mogelijke oorzaken genoemd. Toen duidelijk werd dat de dader zich een tijdje terug tot de islam had bekeerd, antwoordden de autoriteiten dat dit nog moest worden ‘geëvalueerd’.

En terwijl ik dit begon te tikken (een dag later) was dit nog steeds officieel het geval terwijl in de kranten genoeg getuigenissen opdoken van buren die de dader in djellaba vroeg in de ochtend naar de moskee zagen gaan. Gisteren lekte de politie zelf uit de verhoren van de vrouw van de dader dat hij de nacht voor de aanslag en ‘warrige taal uitsloeg’. Maar een getuige en buurman vertelde aan krant Le Figaro dat die bewuste nacht Mickaël H. schreeuwde ‘Allahu Akbar’.

Dat de politie Mickaël H. liever als een ‘verwarde medewerker’ en niet als moslimterrorist had voorgesteld is, hoe doorzichtig ook, toch begrijpelijk. Anders zou het schandaal enorme proporties krijgen: inlichtingendienst wist niet dat zijn medewerker moslim was geworden en naar het blijkt islamistische terrorist die ongehinderd op een hyper gevoelige plek doorwerkte wat de dood van vier mensen later zou betekenen. Gisteren rond 18 uur was de situatie onhoudbaar en de anti-terrorisme-afdeling werd op de zaak gezet.

Dat autoriteiten heuse terroristen met termen als ‘verwarde mensen’ proberen ‘wit te wassen’, zie je ook in Nederland. Maar soms is waarheid door knullige ‘désinformation’ niet tegen te houden.

Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.