Direct naar artikelinhoud
Max Pam en Paul Brill

Eén kwestie, twee visies: is het mondiale populisme op z’n retour?

Eén kwestie, twee visies: de Amsterdamse blik en een mondiale kijk op de actualiteit. Deze week: zand in de machine van het populisme.

en
Max Pam en Paul BrillBeeld Artur Krynicki

Pam

Regelmatig raadpleeg ik RealClearPolitics.com, waar alle peilingen voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen worden verzameld. Al lange tijd staat Trump behoorlijk achter en opmerkelijk genoeg zie ik nauwelijks verbetering te zijner gunste. 

Dat kan natuurlijk veranderen zodra de verkiezingscampagnes werkelijk beginnen. De vorige keer won Trump ook totaal onverwacht, dus waarom zou dat niet opnieuw kunnen? Toch vermoed ik dat de opiniepeilers nu meer geneigd zijn rekening te houden met factoren die in 2017 over het hoofd werden gezien.

Intussen is in Israël de positie van Netanyahu aan het wankelen gebracht. Dat Trump als steuntje in de rug Jeruzalem erkende als de hoofdstad, heeft ‘Bibi’ kennelijk onvoldoende geholpen. Ook de steun van Trump aan Boris Johnson is geen onverdeeld succes. 

In elk geval lijken ze in Brussel niet van plan Johnson enig succes te gunnen. Daar zijn ze niet vergeten dat Johnson in zijn boek The Churchill Factor met instemming zijn grote voorbeeld heeft geciteerd. In 1946 zei Churchill in Zürich: “Wij moet een Verenigde Staten van Europa bouwen. Wanneer de fundamenten stevig zijn neergezet, zal de kracht van het geheel groter zijn dan die van een enkele staat.” 

Churchill bedoelde vrijwel zeker een Europa mét het Verenigd Koninkrijk en niet zonder. Opportunisme – het verlangen om premier te worden – deed Johnson naar het brexitkamp overlopen en dat zal hem niet snel worden vergeven.

Daarom is het politiek-strategisch bijzonder onhandig – zeg maar dom – dat Thierry Baudet in navolging van Johnson een nexit heeft bepleit. Dat heeft hij inmiddels afgezwakt naar het suffige voorstel om een referendum over de nexit te houden. Maar Nederlanders hebben genoeg waargenomen van de klucht die zich de laatste maanden in het Lagerhuis heeft afgespeeld, om nog erg enthousiast te worden over een vertrek uit de Europese Unie.

Zit er wereldwijd zand in de machine van de populisten? In Nederland lijkt het er veel op. Zelden heeft een succespartij in zo’n korte tijd weer zoveel zetels in de peilingen verloren. 

Onlangs kwam ik Thierry Baudet tegen op de presentatie van Tocquevilles L’Ancien Régime et la Revolution, vertaald door Martin Sommer & Zonen. Minister-president Rutte hield daar weer een van zijn even weergaloze als gezellige praatjes, waar wij allemaal gebiologeerd naar luisterden. 

Ook Thierry Baudet, al moest hij af een toe een inkomend belletje van zijn mobiel beantwoorden. Was dat nou de Baudet die zich afzet tegen de ­elite en tegen het partijkartel, dat ons in een wurgende greep schijnt te houden? Mijn inschatting is dat deze conservatieve rebel en salonrevolu­tionair er diep in zijn hart juist bij wil horen.

Max Pam

Brill

Op de dag van de Israëlische verkiezingen had de progressieve krant Haaretz een treffende repor­tage uit Rosh Haayin, een voorstadje van Tel Aviv. Het is de woonplaats van oppositie­leider Benny Gantz, maar ook van Miri Regev, minister van Cultuur en strijdvaardige partij­genote van premier Benjamin Netanyahu. 

Ze staan ingeschreven bij hetzelfde stem­bureau in de wijk Neve Afek en het toeval wilde dat ze tegelijkertijd hun opwachting maakten om te gaan stemmen. Vanuit pr-oogpunt een ongemakkelijke situatie voor beide politici.

Dat de oppositieleider en de minister in de­zelfde buurt wonen, is niet zo vreemd. Neve Afek is speciaal opgezet als woonwijk van beroeps­militairen. Dat zijn of liever waren ze ­allebei. Gantz, begonnen als paratrooper, was van 2011 tot 2015 stafchef van de Israëlische strijdkrachten. Regev heeft carrière gemaakt in de afdeling voorlichting van het leger; zij was dege­ne die in 2005 de ontruiming van de Gazastrook (door de regering van Ariel Sharon) aan het grote publiek moest verkopen.

Dat ze verschillende politieke wegen zijn in­geslagen, heeft eigenlijk iets willekeurigs. Ze komen allebei uit een socialistisch milieu. Misschien waren ze ook wel uitgekomen bij de Arbeiderspartij als die nog een politieke kracht van betekenis was geweest. Regev heeft in het verleden zelfs een gooi gedaan naar een parlementszetel voor die partij.

Het verhaal van Gantz en Regev leert ons een belangrijke les over de Israëlische politiek in en na het tijdperk-Netanyahu. Laat niemand denken dat er een totaal andere wind gaat waaien als de ‘eeuwige’ premier van het toneel verdwijnt. 

De ideologische verschillen zijn klein. Vooral bij de seculiere partijen draait het om de macht. De verkiezingen van dinsdag hebben dat in optima forma laten zien. De overheersende, zo niet de enige kwestie in de campagne was: wordt Bibi eindelijk van de troon gestoten of krijgt hij er toch nog een termijn bij?

Daarmee is niet gezegd dat een wisseling van de wacht van weinig belang is. Toen Netanyahu een paar jaar geleden Nederland bezocht, zat ik tijdens een persontmoeting naast hem. Zijn zelfverzekerdheid walmde over me heen. Hij was ontspannen en ad rem: een politicus on top of his game

Dinsdagavond zag ik op de televisie een andere Netanyahu: gespannen en vermoeid. Een leider die zich vastklampt aan de macht, niet in de laatste plaats omdat daarin de beschutting ligt tegen een veroordeling wegens corruptie.

Hoewel de verschillen klein zijn, zou het voor Israël een zegen zijn als de landspolitiek eindelijk niet meer om koning Bibi draait. Maar reken erop dat hij niet stilletjes door een zijdeur vertrekt.

Paul Brill