Zakendoen met Duitsers: 'Nederlander begint met koffie, Duitser drinkt pas na afloop als zaak beklonken is'

 ,,Een Nederlander begint het gesprek met koffie, een Duitser drinkt het pas na afloop omdat je het dan verdiend hebt.’’

,,Een Nederlander begint het gesprek met koffie, een Duitser drinkt het pas na afloop omdat je het dan verdiend hebt.’’ Foto: Shutterstock

Duitsers en Nederlanders weten zich nog steeds geen raad met elkaar als ze samen gaan ondernemen. Maar het wordt beter.

Nederlanders en Duitsers. Ze vormen een wereld van verschil, zo ervaart Caroline Wille, maar ze begrijpen elkaar steeds beter. Wille kan het weten. Ze is Duitse, spreekt Nederlands, opgeleid bij Stenden in Emmen en staat met één been in Duitsland door voor Ems Achse (banenportal) te werken en met het andere been in Nederland waar hogeschool NHL Stenden haar ook in dienst heeft. ,,Een Nederlander begint het gesprek met koffie, een Duitser drinkt het pas na afloop omdat je het dan verdiend hebt’’, weet ze.

Grensculturen in het bedrijfsleven

Caroline Wille sprak deze week op een bijeenkomst van Eems Dollard Regio (EDR) in Emmen. Het thema: grensculturen in het bedrijfsleven. Ofwel: wat kan aan de ene kant van de grens wel wat aan de andere kant niet kan. Achter dat ene kopje koffie schuilt al een wereld van cultuurverschillen. Wille: ,,Nederland is een handelsnatie. Psychologisch is het slim je gesprekspartner wat aan te bieden, het zorgt voor een betere sfeer.’’

Een Nederlander is ook wat persoonlijker, want die begint tegen een Duitser ook meteen te jijen en te jouen. Tenminste, zo ervaren wij Nederlanders dat.

Caroline Wille: ,,De Nederlander weet vaak wel dat een Duitser het niet prettig vindt om direct al met jij te worden aangesproken. De Nederlander houdt er ook wel rekening mee, maar is het ook snel weer vergeten als-ie in Duitsland is. Hij is het nu eenmaal niet gewend.’’

‘Laten we gewoon beginnen, we zien wel’

Een wezenlijk verschil is de aard van bedrijvigheid in beide landen. Duitsland is een heus productieland, Nederland is wat losser, wat creatiever en meer van de innovatie.

,,De Duitser heeft helder een begin en einde in beeld als er iets geproduceerd moet worden’’, aldus Wille. ,,De Nederlander zegt snel: Laten we gewoon beginnen. Daarna heeft hij onderweg allerlei overwegingen en verbeteringen, hij ziet wel hoe het uitpakt.’’

Haar man, Thorsten Wille, werkt in een leidinggevende functie bij Peters Maschinenbau in Twist. Dat bedrijf werd groot door de samenwerking met een Nederlandse partner.

De oude Peters en de Nederlandse partner troffen elkaar jaren geleden. ,,Na een paar minuten weet de Nederlander al waar hij aan toe is en zegt tegen Peters: Mach mal. De deal was beklonken. Die snelheid is in Duitsland ondenkbaar. Gelukkig had Peters de tegenwoordigheid van geest om niet te zeggen: Even wachten, ik maak eerst een prijs.’’

Ook al spreekt de Duitser Nederlands en de Nederlander het omgekeerde, er is snel onbegrip. Caroline Wille had bijvoorbeeld het gevoel dat Nederlanders ruzie hadden toen de een tegen de ander zei: Gedraag je een beetje. En toen ze zelf eens als ‘bitch’ werd betiteld, was ze diep gekrenkt.

Wille: ,,Toen het later uitgelegd werd, begreep ik het wel. Ik weet nu: ik spreek Nederlands, maar het heeft niet de bandbreedte die ik in het Duits wel voel.’’

Solliciteren in Duitsland onderdeel van de opleiding

Wist u dat solliciteren in Duitsland onderdeel van de opleiding is? De Duitser overlegt bij een sollicitatie dan ook een soort Wehkamp-gids.

De Nederlander stuurt een briefje, maar niet nadat hij of zij eerst even heeft gebeld met de vraag of het wel iets voor hem of haar is. De Nederlander heeft ook nog eens heel veel baantjes op de cv staan, de Duitser vaak maar één.

Caroline Wille: ,,Als ik mijn sollicitatiebrief bij een Nederlandse personeelsmanager inlever, vraagt die meteen: Wat is er met je gebeurd, ben je niet flexibel? De Duitse personeelsmanager zal omgekeerd aan een Nederlandse sollicitant vragen: Kun je je niet vastleggen of zo, ben je wel loyaal?’’

Tijdens de EDR-bijeenkomst kwamen veel stigma’s voorbij. De eigen observatie – van de koude grond - is dat de Nederlander steeds meer op de Duitser van vroeger is gaan lijken en de Duitser op de Nederlander van weleer.

De Duitsers zijn losser geworden, minder formeel en uitbundiger. Nederland is een land waar steeds meer managers in plaats van ondernemers de dienst uit maken waardoor we qua bureaucratie zeker gelijkwaardig aan de Duitsers zijn. En er is nog iets veranderd: tot voor kort wonnen juist de Duitsers met voetbal altijd in de laatste minuten...