Direct naar artikelinhoud
Diversiteitsbeleid

Docenten met migratieachtergrond moeten uitval bij Hogeschool van Amsterdam tegengaan

Trainee Demirtürkoglu (links) voert met collega-aspiranten het welkomstgesprek.Beeld Patrick Post

De Hogeschool van Amsterdam leidt veertig trainees met een migratieachtergrond op tot docent. ‘Onze studenten hebben behoefte aan docenten waar ze zich in herkennen.’

Zijn basisschoolleraar had geen hoge verwachtingen van zijn schoolcarrière. Maar Gündogdu Demirtürkoglu, afkomstig uit het noordoosten van Turkije, bewees het tegenovergestelde. Hij kwam terecht in een havo/vwo-brugklas, rondde met succes het vwo af, en deed uiteindelijk een master politicologie in Leiden.

Momenteel is hij een van de zeventien twintigers die meedoen aan een drie- of vierjarig traineeship van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Allemaal willen ze uiteindelijk voor de klas en allemaal hebben ze een migratieachtergrond. Dat laatste is een voorwaarde om toegelaten te worden.

De aanjager van het project, Aliya Çelik, spreekt liever niet over positieve discriminatie. “We hebben deze mensen echt nodig voor onze doelgroep”, zegt Çelik, die het diversiteitsbeleid van de HvA vormgeeft.

Studiesucces

Van de HvA-studentenpopulatie heeft 27 procent een niet-westerse achtergrond, het landelijk hbo-gemiddelde ligt op 16 procent. Het is bekend dat eerstegeneratiestudenten, onder wie jongeren met een migratieachtergrond, vaker uitvallen dan anderen. Het strookt met de cijfers van de HvA. De uitval in het eerste jaar ligt op 17 procent, iets hoger dan het landelijke gemiddelde.

“We willen het studiesucces in het eerste jaar verbeteren”, zegt Huib de Jong, voorzitter van het college van bestuur. Met een neutraal diversiteitsbeleid kom je er in zijn ogen niet. Hij pleit voor duidelijke keuzes. Çelik vult aan: “We weten dat onze studenten behoefte hebben aan docenten waar ze zich in herkennen. Dan is de drempel om vragen te stellen lager.”

Het traineeship behelst meer dan de twintigers opleiden tot goede docenten. Çelik wil dat de zeventien trainees – eind volgend jaar moeten dat er veertig zijn – een voorbeeldfunctie gaan vervullen binnen de HvA. Ze delen hun bevindingen op bijeenkomsten met medewerkers van de hogeschool, en ze moeten allemaal met een vraagstuk aan de slag op het gebied van diversiteit.

Om te beginnen maken ze kennis met het college van bestuur. Dat gebeurde deze week tijdens een lunch waar de trainees en de bestuursleden aan de hand van zogenoemde diversiteitskaarten iets vertellen over zichzelf. 

Demirtürkoglu, als trainee verbonden aan de faculteit bestuurskunde, kiest voor de kaart ‘klasse’. Een begrip dat voor zijn gevoel veel ‘bij elkaar brengt’. Dat zijn basisschoolleraar geen vertrouwen had in zijn capaciteiten, heeft volgens Demirtürkoglu alles te maken met de andere klasse waar hij in geplaatst werd. “Ik heb mensen moeten overtuigen.” 

Het beeld bij sommige leraren is vertekend, vindt hij. Nu hij zelf voor de klas staat, hoopt hij studenten met een migratie-achtergrond vooruit te helpen.

Bevlogenheid

De Jong en Çelik zijn onder de indruk van de bevlogenheid van de trainees. Toch bestaat er ook weerstand tegen het instellen van quota. Zo zei Anne de Graaf, verantwoordelijk voor het diversiteitsbeleid van de UvA, vorig jaar in deze krant dat je geen overhaaste stappen moet nemen. “Het idee in de VS was dat het snel geregeld kon worden. Maar op lange termijn zie je dat het niet werkt. Het heeft daar geleid tot polarisering”, aldus De Graaf. 

Het is precies waar een van de HvA-trainees bang voor is. Aan het eind van de lunch stelt ze een kritische vraag aan collegevoorzitter Huib de Jong: hoe is dit traineeship ontvangen bij de rest van het personeel?

De Jong: “Bij sommige opleidingen, bijvoorbeeld bij de faculteit Beweging, Sport en Voeding, was het wennen. Mensen vroegen: ‘waarom selecteer je op achtergrond?’ Maar ik merk dat het na verloop van tijd indaalt en het brengt een breder gesprek binnen de hogeschool op gang. Precies wat we voor ogen hebben.”

Lees ook: De UvA wordt geen ‘safe space’

Nergens liep de discussie over diversiteit in de collegezalen zo hoog op als aan de Universiteit van Amsterdam. Anne de Graaf is de eerste Diversity Officer van deze universiteit. ‘Je bent of een racist of je bent slachtoffer. Er is weinig ruimte daartussen.’