© Milo

Ze spraken van een ‘bevrijdingsdag’, de veehouders die met hun belangenbehartiger LTO Nederland jarenlang hadden gelobbyd voor het afschaffen van de melkquota. Op 1 april 2015 was het zo ver: de Europese maatregel die in 1984 was ingevoerd om de boterberg en de melkplas te verminderen, verdween in de prullenmand. De Europese ketenen en de grenzen aan de groei waren van de baan en boeren investeerden massaal in nieuwe stallen en extra runderen. Er kwamen maar liefst 1,75 miljoen runderen bij, een stijging van negentien procent. Waarschuwingen dat er nieuwe grenzen naderden, vooral op het gebied van fosfaat- en stikstofuitstoot, werden niet serieus genomen. Het investeringsfeestje mocht niet verstoord worden.

De ‘bevrijde’ melkboeren kwamen al snel van een koude kermis thuis. Hun gloednieuwe stallen bleven veelal leegstaan omdat de benodigde fosfaatrechten niet werden verleend. Dit leidde veelvuldig tot bedrijfssluitingen. Het aantal veehouders neemt onder andere hierdoor al jaren af, maar de overblijvende bedrijven worden gemiddeld steeds groter.

Een wereld waarin boeren braaf hun beloften nakomen bleek niet te bestaan

Met de uitstoot van stikstof ontvouwt zich een vergelijkbaar scenario. Al jaren is bekend dat Nederland boven de Europese stikstofnormen zit, met name als het gaat om ammoniak. De 1,7 miljoen Nederlandse melkkoeien, 12,5 miljoen varkens en honderd miljoen kippen stoten in Europa per hectare de meeste ammoniak uit, opgeteld zo’n 155 miljoen ton, en dat heeft een vernietigend effect op de biodiversiteit in nabijgelegen natuurgebieden. Bomen worden aangetast en de hoeveelheid plant- en diersoorten neemt af. Het aantal vlindersoorten is alleen al de afgelopen jaren met dertig procent verminderd. Natuurlijk wordt er ook stikstof in de vorm van stikstofoxide uitgestoten door industrie en auto’s, maar dat is minder schadelijk voor de natuur en – nog belangrijker – daarmee zitten we al onder de Europese grens. Alleen in en rond de steden zorgen deze oxiden voor onaanvaardbare concentraties fijnstof.

In een poging de veehouders te hulp te schieten bedacht de politiek het Programma Aanpak Stikstof (pas) – hoezo verhullend taalgebruik? Deze regeling maakte nieuwe stikstof uitstotende activiteiten mogelijk als er positieve effecten te verwachten waren van voorgenomen maatregelen. Een boer mocht dan bijvoorbeeld uitbreiden omdat collega’s in de buurt van plan waren nieuwe luchtwassers aan te schaffen. De prognoses bleken niet te kloppen, want een ideale wereld waarin boeren braaf de beloofde maatregelen uitvoeren bleek niet te bestaan. Metingen met drones en satellieten toonden al tien jaar geen enkele daling aan. De Raad van State oordeelde dan ook niet voor niets dat de pas niet meer gebruikt kan worden voor de toestemming van activiteiten, omdat deze in strijd is met de Europese Habitatrichtlijn. Het is de zoveelste keer dat de regering gedwongen wordt zich aan afgesproken milieumaatregelen te houden.

De gevolgen zijn nu echter dramatisch: maar liefst achttienduizend bouwprojecten komen stil te liggen omdat er geen vergunning verleend kan worden, becijferde NRC Handelsblad. Een commissie onder leiding van oud-minister Johan Remkes moet nu met oplossingen komen. In vvd-kringen hoopt men op een nieuwe ‘truc’ die bijvoorbeeld de uitbreiding van luchthaven Lelystad mogelijk moet maken. Het voorstel van d66 om het aantal varkens en kippen met de helft in te krimpen is wat dat betreft een stuk reëler – al blijft het vreemd dat koeien, de grootste uitstoters, grotendeels buiten schot blijven. Maar een sector met een toegevoegde waarde aan het bnp van slechts één procent en een aandeel van maar 1,3 procent in de werkgelegenheid, veroorzaakt te veel milieuschade en te grote maatschappelijke ontwrichting. Alleen een sterke daling van het aantal dieren kan een echte oplossing bieden.