Direct naar artikelinhoud
CommentaarProces-Wilders

Met het ‘minder Marokkanenproces’ tegen Geert Wilders kan het niet meer goed komen

Justitie sterkt Geert Wilders in de overtuiging dat een politiek proces tegen hem wordt gevoerd.

Met het ‘minder Marokkanenproces’ tegen Geert Wilders kan het niet meer goed komen. Ongeacht de uitspraak die de rechter mogelijk op 11 oktober doet. De zaak heeft te lang gespeeld en is gepaard gegaan met te veel ongerijmdheden om nog te kunnen resulteren in een vonnis dat het rechtsgevoel bevredigt.

De meest fundamentele vraag is natuurlijk of een rechter moet oordelen over de toelaatbaarheid van een uitspraak van een politicus – hoeveel stof die ook doet opwaaien. Verder is het discutabel of de retorische ‘minder Marokkanenvraag’ die Wilders op 19 maart 2014 aan zijn aanhangers voorlegde wel als uiting van racisme kan worden aangemerkt. Hij doelde tenslotte op een nationaliteit, niet op een ras.

En dan was er de vraag waarom het OM aansloeg op uitspraken van Wilders, terwijl zo’n reactie uitbleef nadat mainstream-politici als Hans Spekman, Diederik Samsom en Alexander Pechtold zich op vergelijkbare wijze hadden uitgelaten – over Marokkanen dan wel Russen.

Al deze omstandigheden hebben Geert Wilders gesterkt in zijn overtuiging dat een politiek proces tegen hem wordt gevoerd. Daarbij doelde hij aanvankelijk vooral op het feit dat het OM was gezwicht voor de druk die uitging van de 6.400 aangiften tegen de PVV-leider, op het feit dat maar heel weinig deskundigen bereid waren om in zijn voordeel te getuigen (uit beduchtheid voor de reputatieschade die ze daarbij zouden oplopen), en op de veronderstelde vooringenomenheid van de rechters (van wie er drie om die reden werden gewraakt).

Maar Wilders lijkt nu meer gelijk te hebben gekregen dan hij aanvankelijk zelf besefte. Ambtenaren van het ministerie van Justitie hebben het OM aangespoord tot een harde aanpak van Wilders, en hebben strategische adviezen verstrekt over diens vervolging.

Zelfs als die interventies geen enkel effect hebben gesorteerd, getuigen ze van een zorgwekkend gemis aan gevoel voor het leerstuk van de scheiding der machten. Daarover verlangt de Kamer terecht opheldering. En zo komt de zaak Wilders via een omweg toch terecht waar hij thuishoort: bij de volksvertegenwoordiging.