Direct naar artikelinhoud
ColumnBas den Hond

Staatsmeteorologen VS moeten buigen voor zwarte pen van Donald Trump

Staatsmeteorologen VS moeten buigen voor zwarte pen van Donald Trump
Beeld Trouw

Tot vrijdag kon je er nog om lachen: de Amerikaanse president die eigenhandig met een pen een weerkaart bijwerkt om te verdoezelen dat hij iets verkeerds heeft gezegd. Maar dat was tot het wetenschappelijke instituut voor atmosfeer en oceanen van de Amerikaanse overheid zo ongeveer hetzelfde deed. De Amerikaanse meteorologen voelen zich verraden. En de Amerikaanse politiek heeft er weer een instituut bij dat onder Donald Trump zijn politieke neutraliteit heeft verloren.

De National Oceanographic and Atmospheric Administration (NOAA) gaf nog net geen nieuwe weerkaart uit voor zondag 1 september, de dag dat Trump twitterde dat orkaan Dorian de staat Alabama ‘waarschijnlijk veel harder zal treffen dan verwacht’. Maar in een persverklaring suggereert de leiding van de organisatie dat er met het weerkundige inzicht van de president helemaal niets mis is.

Daarmee kiest NOAA, ongetwijfeld onder grote druk van het Witte Huis, de kant van Trump in de controverse. Die barstte los toen kort na Trumps tweet de afdeling Alabama van de National Weather Service, de Amerikaanse tegenhanger van het KNMI, die onder NOAA valt, de president corrigeerde met een tegentweet: “Alabama zal GEEN last hebben van Dorian”.

De hele week hield Trump de discussie daarover levend, eerst via Twitter en daarna door op 1 september de beruchte kaart te tonen. Daarop kwam Dorian van de Atlantische Oceaan het land op, stak Florida over en vormde een ernstige bedreiging voor Alabama. Als je tenminste geloofde in de zwarte lus die de president had toegevoegd aan het risicogebied van de orkaan. En als je met de mantel der politieke liefde wilde bedekken dat die hele kaart toen al drie dagen oud was, en dat volgens de meest recente voorspellingen Dorian Florida helemaal niet eens zou doorkruisen.

Een latere kaart die Trump rondtwitterde, en waarop Alabama inderdaad een kleine kans leek te hebben om in de baan van de orkaan te liggen, maakte het alleen maar erger. Die kaart was namelijk nog een dag ouder en op 1 september dus nog minder relevant.

Maakt allemaal niet uit, was vrijdag de boodschap van NOAA: “Van woensdag 28 augustus tot en met maandag 2 september liet de informatie van NOAA en het National Hurricane Center voor de president en het publiek zien dat wind met de kracht van een tropische storm als gevolg van orkaan Dorian effecten zou hebben in Alabama. De tweet van zondagochtend van het bureau in Birmingham van de National Weather Service was gesteld in absolute termen die niet stroken met de waarschijnlijkheden van de beste verwachtingen die op dat moment beschikbaar waren.”

Op die mededeling kwam geen weerwoord van de National Weather Service, uiteraard, want het was een machtswoord van het hoofdkantoor. Sterker nog, de Washington Post onthulde zaterdag dat er al meteen na die corrigerende tweet uit Birmingham in Alabama een oekaze was uitgegaan dat dit niet voor herhaling vatbaar was: de president mocht niet worden gecorrigeerd.

Van meteorologen en andere wetenschappers kwam er des te meer protest. De verklaring van NOAA klopt namelijk alleen als je hem absurd letterlijk neemt. Een heel klein hoekje van de staat zou heel misschien harde wind te verduren krijgen. Als dat zou gebeuren, zou dat geen wind zijn van orkaankracht, maar met de sterkte van een tropische storm, het voor- of nastadium van een orkaan, tussen de 63 en 120 kilometer per uur. Geen kleinigheid, maar ook geen windsnelheid waardoor hele dorpen tegen de vlakte gaan. En de aanvankelijke kans daarop, in de dagen voor Trumps tweet, was volgens de modellen hoogstens een op vijf.

De Amerikaanse vereniging van meteorologen verdedigde de collega’s in Birmingham. “De kritiek is onterecht; ze zouden juist moeten worden geprezen voor hun snelle, wetenschappelijk gefundeerde actie, waarmee ze duidelijk het ontbreken van gevaar overbrachten aan de burgers van Alabama.”

Jane Lubchenco, die onder president Obama NOAA leidde, vond de verklaring ‘klassieke, politiek gemotiveerde verwarringzaaierij om onjuiste mededelingen van de baas te rechtvaardigen. “Het is werkelijk triest om te zien hoe politiek benoemde ambtenaren het voortreffelijke, levensreddende werk ondermijnen van NOAA’s getalenteerde en toegewijde mensen.”

Hoe dan ook stelt de NOAA-verklaring Trump in staat het weerkundige strijdperk te verlaten zonder gezichtsverlies. Althans als hij in de spiegel kijkt. In de media – zelfs op de rechtse tv-zender Fox News - staat hij onverminderd te kijk als iemand die nooit zijn ongelijk zal erkennen.

Mogelijk beet Trump zich in deze kwestie extra vast omdat het in eerste instantie niet zozeer de media waren die hem corrigeerden – voor de hoon van feitencheckers is hij tamelijk immuun – maar een overheidsdienst. Zijn eigen ondergeschikten die hem trotseren, dat is onacceptabel.

Je zou haast kunnen denken dat het hem om de knieval van NOAA te doen was, analyseert Lili Loofbourow in webmagazine Slate: “Zo onhandig en doorzichtig was zijn met een Sharpie gemaakte uitbreiding, dat het een test leek: waar kan ik allemaal wel niet mee wegkomen? Autoritaire leiders peilen regelmatig de loyaliteit van hun ondergeschikten door hen dingen te laten beamen die duidelijk onwaar zijn. Dat is het eerste wat Trump deed met toenmalig woordvoerder Sean Spicer, die werd gedwongen om in het openbaar de claims van de president te verdedigen over de omvang van de menigte bij zijn beëdiging, ondanks fotografisch bewijs van het tegendeel.”

En in de Washington Post herinnerde verslaggever Philip Bump er zijn lezers aan dat een briljante Engelse romanschrijver loepzuiver had geschetst hoe die dingen werken. George Orwell, in ‘1984': “Op het laatst zou de Partij aankondigen dat twee en twee samen vijf zijn, en je zou het moeten geloven.”

Trouw-correspondent Bas den Hond (standplaats Boston) schrijft wekelijks een column over de Amerikaanse politiek. Lees ze hier terug.