JavaScript is required for this website to work.
post

Psychologen: ‘Trump lijdt aan kwaadaardig narcisme’

Maar wat betekent dat in een professionele omgeving?

Jan Van Peteghem3/9/2019Leestijd 5 minuten
De oppernarcist?

De oppernarcist?

foto © Reporters / DPA

Narcisme en Trump, het debat woedt al sinds 2017. Maar wat is narcisme? En hoe ga je er mee om op de werkvloer? Een handige gids

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Narcisme is een middelzware psychische aandoening die minstens gedeeltelijk een erfelijke basis heeft, maar ook wordt beïnvloed door de opvoeding die de symptomen kan afzwakken doch ook in een belangrijke mate kan versterken.

Kenmerken van narcisten[1]

  1. Mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis zijn charismatisch bij de eerste kennismaking. Ze stralen zelfvertrouwen en bekwaamheid uit, zijn charmant en geïnteresseerd. Ze geven je het gevoel dat je speciaal bent en hebben een vlotte babbel. Wel zijn ze niet goed in staat zijn tot binding en intimiteit, laat staan empathie; ze haken dan ook af wanneer iemand iets emotioneels meemaakt of een verhaal brengt dat om een zekere inleving vraagt. Dit laatste maakt mede dat ze zelf doorgaans erg gespannen in het leven staan, ook al merk je daar uitwendig meestal niets van.
  2. Deze personen scoren goed bij de andere sekse: ze zijn op hun gemak, ongeremd, extravert en losjes. Ze zijn aantrekkelijk — mede doordat ze meer aandacht aan hun uiterlijk besteden dan gemiddeld. Ze worden vaak gezien als uitnodigend voor een relatie (minder voor een vriendschap, wegens een gebrek aan een oprechte belangstelling voor de andere). Ze hebben relatief veel seksuele partners gehad. Ook tijdens een relatie kijken ze vaak al om zich heen of ze een leuker iemand ontdekken en door die geringe betrokkenheid zijn ze ook vaker ontrouw. Ze zien liefde als een spel: ze spelen met de gevoelens van de ander, bijvoorbeeld door ze aan te trekken en af te stoten of door ze in het ongewisse te laten. Zien hun partner als ‘aanhang’ die hun eigen status en bijzonderheid onderstreept (denk aan de zogenaamde ‘trophy wife’).
  3. Narcisten zijn overtuigd van hun eigen superioriteit, en geven dus anderen weinig waardering. En als de ander ergens goed in is, gaan ze de strijd aan, want ze willen altijd béter zijn en kunnen extreem boos worden als ze kritiek krijgen of onvoldoende erkenning. Dat mondt uit in narcistic rage: vijandig en boos gedrag waarbij je bijvoorbeeld wordt doodgezwegen of uit de groep wordt gestoten. Ook professioneel hebben narcisten op een dwangmatige manier behoefte aan aandacht, bewondering en erkenning.
  4. Narcisten liegen, draaien en komen hun beloften niet na. Ze geven anderen de schuld en wijzen op hun gebreken terwijl ze zichzelf zien als een slachtoffer: het ligt altijd aan de ander, de narcist doet nóóit iets verkeerd. Ze hebben behoefte aan macht en controle en zijn mede daardoor snel jaloers. Door die narcistische krenking liggen ze ook vaak in conflict met anderen. Ze hebben geen berouw en doen niet aan reflectie over wat verkeerd liep, waardoor hun zelfinzicht ondermaats is. Dit laatste is één van de redenen waarom narcisme een moeilijk aan te pakken psychische aandoening is.

 

Zonder Donald Trump zelf ooit ontmoet te hebben: is die geen schoolvoorbeeld van het bovenstaande? Een narcist weggelopen uit het boekje…

En hoe ga je daarmee om? Als je in een relatie zit met een narcist (privé of op het werk), is de kans op verandering minimaal. Je kan het alleen maar uitzitten. Hoopgevend: een aantal mensen slagen daarin. Vuistregels zijn de volgende[2]:

  1. Smeer ze stroop om de mond. Moet je iets van een narcist gedaan krijgen? Slijmen helpt. Bij het bedelven onder lof en bewondering kan je onmogelijk overdrijven: een narcist krijgt daar nooit genoeg van en doorziet niet dat je komedie speelt. Alleszins ga je bij elke confrontatie blijk moeten geven van een onderdanigheid en een aan- en afhankelijkheid. Maar maak je geen illusies: ooit loopt de relatie spaak.
  2. Lever nooit openlijk kritiek. Ga nooit in gezelschap tegen een narcist in — dat zal hij/zij je nooit vergeven.
  3. Blijf op je hoede. Overtroeven lukt niet, maar met een beetje handigheid kun je wel terugmanipuleren. Het is de enige lange-termijn-strategie voor een medewerker van een narcistische leidinggevende.
  4. Let op je gevoelens. Vaak duurt het even voor je doorhebt dat je met een narcist te maken hebt, terwijl hij/zij ondertussen ongemerkt je zelfbeeld ondergraaft. Laat negatieve commentaren op je persoonlijkheid en gedrag vanwege een narcist van je aflopen, genre ‘water en eend’.
  5. Neem ze zoals ze zijn. Wat je ook doet, geef de hoop op dat je een narcist kunt veranderen. Acceptatie is een betere strategie.

 

Hoe pak je dat aan in een werkkring?

Net zoals bij een psychopaat geldt de regel: probeer te vermijden dat je met dergelijke personen te maken krijgt in je leven — en dat geldt in de eerste plaats in je beroepsrelaties, waarin je toch een bepaalde keuzevrijheid hebt.

Indien je toch met een narcist opgescheept zit in een professionele omgeving, weet dat bovenstaande richtlijnen onverkort blijven gelden. Vooral wanneer je onmiddellijke chef een doorgewinterde narcist is, is het noodzakelijk om de vijf standaardgedragsregels minutieus in acht te nemen, op straffe van beknotte loopbaanmogelijkheden of een blijvende grafstilte tussen jou en je narcistische verantwoordelijke. In een dergelijk geval is er maar één vuistregel: beperk het contact met je leidinggevende zoveel mogelijk, blijf uit de buurt.

En als dit echt niet mogelijk is, bestaat de enige oplossing erin je werkkring te verlaten: verander van afdeling of neem ontslag en zoek een andere opportuniteit. Want narcisten zijn louter uit op hun eigen voordeel en denken ook recht te hebben op bepaalde privileges vanwege hun vermeende bijzondere kwaliteiten. Ondertussen laten ze anderen geloven in hun goede bedoelingen. Ze hebben een talent om overal een draai aan te geven waardoor de ánder onredelijk of dom lijkt, en als dat lukt via leugenachtig gedrag zullen ze daarvoor niet terugschrikken[3].

Maar sommige medewerkers kunnen zich kennelijk wel degelijk schikken in bovenstaande richtlijnen, zelfs gedurende een langere periode. Dat geldt doorgaans in werkrelaties waarbij een mannelijke narcist de plak zwaait over damespersoneel. Narcistische gedragingen zijn immers infantiele manieren van doen (Freud-adepten houden doorgaans voor dat elk kind kortstondig narcistisch gedrag vertoont, doch deze fase normaliter zelf wel te boven komt). Vrouwelijke werknemers hebben voor zo’n narcistische eindverantwoordelijke blijkbaar meer begrip, en hebben er allicht ook meer ervaring mee wanneer ze zelf kinderen hebben gehad (in de hypothese dat Freud op dit vlak gelijk heeft). En dus slagen zij er soms in om de infantiele gedragingen van hun superieur zonder al te veel problemen en gedurende lange tijd te doorstaan, doorgaans vanuit een onbestemd gevoel van medelijden.

Maar let toch maar op…

Zelfs dan nog is het voor hen belangrijk om steeds een slag om de arm te houden: narcistische verantwoordelijken houden zich zelden aan afspraken en beloften, en denken er geen twee keer over na je te ontslaan als ze bij jou niet aan hun trekken komen. En je moet ermee leren leven dat narcisten professioneel vooral imago-doelen koesteren (wat vindt de ander van mij?) in plaats van aandacht te schenken aan de medewerkers (hoe maak ik het aangenaam voor de ander?). Ze zetten immers hun medewerkers en collega’s in voor hun eigen plannen zonder zich daarbij af te vragen wat die ander eigenlijk wil.

Mannelijke werknemers accepteren een dergelijk gedragspatroon evenwel minder gemakkelijk van hun leidinggevende. Zij zijn, terecht overigens, van mening dat een manager een volwassen manier van communiceren moet hanteren en krijgen na verloop van tijd de buik vol van dergelijke aandacht- en energie-opslorpende gedragingen; bovendien zij ze vaak mondiger in een arbeidsrelatie en blijven het niet accepteren dat hun baas de enige is voor wie de zon mag schijnen. Vooral wanneer een vrouwelijke narciste de plak voert over mannen is de kans reëel dat de verhoudingen dan compleet spaak lopen[4]. Stuklopende professionele relaties leiden bij de narcistische hiërarchisch verantwoordelijke evenwel zelden tot zelfinzicht en een aanpassing van de leiderschapsstijl.

Onderneming draagt de tol

Maar de onderneming draagt wel de tol van een dergelijk narcistisch gedrag, en die vertaalt zich in werknemers die psychisch afhaken en snel ontslag nemen. En zelfs wanneer het niet zo’n vaart loopt zullen personeelsleden uit afdelingen waar een narcistische bedrijfscultuur heerst klagen over gebrek aan sociale steun, rolonduidelijkheid en algemeen onwelbevinden.

Een narcistisch persoon aanwerven, laat staan hem/haar benoemen in een leidinggevende functie, is daarom een ernstige vergissing: maar omdat het vaak een hele tijd vooraleer dit gedragspatroon wordt geduid door de omgeving, komen deze personen vaak terecht in een hogere functie ‘omdat ze zo vlot met iedereen om kunnen’. De oplossing bestaat er dan om, waar mogelijk, narcisten in te zetten in commerciële functies die veel kortdurende contacten inhouden met de buitenwereld en waarbij het gedrag weinig impact heeft op de eigen organisatie.

Kortom, het is verstandig om Donald Trump terug te sturen naar waar hij vandaan komt: als verkoper.

Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.

Commentaren en reacties