Terug naar de krant

Scheidsrechters mijden risicoclubs: ‘Omstanders dachten dat ik werd doodgeschopt’

Leeslijst achtergrond

Agressie op het voetbalveld Het amateurvoetbalseizoen begint: 1,2 miljoen Nederlanders gaan weer de velden op. Zeven jaar na de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen is geweld op het veld nog altijd aan de orde van de dag, melden spelers en scheidsrechters.

Leeslijst

Wat is het nieuws?

  • Amateurscheidsrechters in het hele land weigeren te fluiten bij ‘risicoclubs’ in hun regio, blijkt uit onderzoek van NRC.
  • Ze maken gebruik van de mogelijkheid om clubs ‘uit te zetten’ in het online systeem van voetbalbond KNVB, zodat ze er niet meer worden ingedeeld.
  • Voetbalbond KNVB laat in een reactie weten incidenten bij amateurvoetbalclubs, zoals vechtpartijen, nauwlettend in de gaten te houden.

Lees het volledige nieuwsbericht: Scheidsrechters weigeren te fluiten bij risicoclubs

Scheidsrechter Jan Smit (56) uit Opmeer, Noord-Holland, staat op de rand van het strafschopgebied als hij een groep spelers van Ankaraspor uit Amsterdam op zich af ziet stormen. Een wedstrijd in de vierde amateurklasse, aan het einde van het afgelopen seizoen. Tegenstander De Meteoor heeft vlak voor tijd 4-3 gemaakt en de spelers van Ankaraspor komen verhaal halen. Hij vertelt hoe ze tegen hem schreeuwden. ‘Je ziet al de hele wedstrijd niks’, ‘je verneukt ons’, ‘heb je nu je zin!’

De scheidsrechter wil de jongens wegsturen en doorspelen, maar ze blijven doorgaan. Hij besluit een rode kaart te geven. Vijf man komen in een halve cirkel om hem heen staan. Een speler loopt achter hen langs. Ineens ziet Smit dat die jongen tussen de benen van de anderen door een schop geeft. Hij zet zich schrap, en voelt dan de noppen in zijn been boren. „Ik wist meteen dat ik niet meer op kon staan”, zegt Smit.

De jongens beginnen kriskras door elkaar te lopen. Supporters bemoeien zich ermee. Vanaf zijn plek bij het strafschopgebied ziet Jan Smit allerlei mensen met elkaar op de vuist gaan. Hij kan zich nauwelijks bewegen. Een verzorger van De Meteoor helpt hem van het veld af en via de achteringang naar de ruimte van de fysiotherapeut. De deur gaat op slot.

Pas als de politie er is, durft Smit het sportpark te verlaten. Nog kilometers wordt hij over de snelweg geëscorteerd door de politie. De scheidsrechter, vrachtwagenchauffeur van beroep, kan twee weken niet werken. „Van knie tot hiel was het bont en blauw”, vertelt hij. Jan Smit is nu, maanden later, nog steeds geblesseerd.

Het amateurvoetbalseizoen begint: 1,2 miljoen Nederlanders gaan dit weekend weer de velden op. Bouwvakkers tegen studenten. Stadse jongens met een Marokkaanse achtergrond tegen boerenzonen uit het dorp. Jongeren van het woonwagenkamp tegen studenten van de universiteit. Meestal gaat het goed, maar buitensporige agressie is ook al jaren een probleem op de amateurvelden. Deze week werd een grensrechter (niet van de KNVB) door de rechter veroordeeld tot een geldboete van 500 euro. Hij had in maart een keeper knock-out geslagen bij een vechtpartij in een voetbalwedstrijd. Twee seizoenen geleden, het laatste waarover cijfers bekend zijn, werden bijna twaalfhonderd wedstrijden in het amateurvoetbal wegens „wanordelijkheden” gestaakt. . Nieuwe cijfers worden in oktober gepubliceerd. Jaarlijks worden er zo’n 750.000 wedstrijden gespeeld.

NRC sprak verschillende spelers, negen scheidsrechters en twintig scheidsrechtersverenigingen over massale gevechten, grove scheldpartijen en de impact van geweldsincidenten.

Jan Smit, scheidsrechter.
Foto Roger Cremers

Amateurscheidsrechters in het hele land weigeren te fluiten bij „risicoclubs” uit hun regio, zo blijkt uit de rondgang. Ze maken gebruik van de mogelijkheid om clubs ‘uit’ te zetten, in het online systeem van de KNVB, dat elke scheidsrechter zelf kan invullen. Om hoeveel scheidsrechters het gaat wordt niet apart geregistreerd, maar de landelijke scheidsrechtersvereniging bevestigt dat veel scheidsrechters ervoor kiezen om sommige clubs links te laten liggen.

Scheve ruggenwervels

Waar de scheidsrechters het over eens zijn: sinds de dood van Richard Nieuwenhuizen, de grensrechter uit Almere die in 2012 werd doodgeschopt, is de sfeer op de velden niet beter geworden. En, zo zeggen ze, de officiële cijfers van het aantal gestaakte wedstrijden vormen het topje van de ijsberg – heel veel incidenten worden volgens hen nooit aan de KNVB doorgegeven. Bovendien gaat het bij wedstrijdstakingen die wél bekend zijn soms om zeer ernstige incidenten, die nog jaren invloed kunnen hebben op de betrokken slachtoffers.

Thijmen Gerringa is 23 jaar en spits van het eerste elftal van vv Haaften als hij in 2016 een thuiswedstrijd speelt tegen TGG uit Den Bosch.

Gerringa is in vorm dat seizoen. Tegen TGG scoort hij twee keer. Daarna beginnen de tegenstanders hem te ‘zoeken’. Harde slidings, vol op de man. „Ik zei tegen de trainer: haal mij er maar uit, want straks breek ik mijn enkels.”

Thijmen Gerringa, spits.
Foto Roger Cremers

Vanaf de reservebank ziet Gerringa zijn ploeg vrij eenvoudig winnen (5-1). Na afloop wandelt hij naar de kleedkamer. Een paar spelers van de tegenstander roepen wat, proberen te provoceren. Gerringa reageert niet – hij weet dat de jongens gefrustreerd zijn. Toch wordt hij aan de rand van het veld ingesloten. Ineens geven twee jongens hem een kopstoot.

Gerringa: „Toen wilde ik ze zelf aanvliegen, maar ik gleed uit. Daarna kwam er een grote verdediger aan rennen en die, hoorde ik later, schopte me vol op de achterkant van mijn hoofd. Ik ging knock-out en kwam pas bij toen de politie er al was.”

De tegenstanders waren toen al van het sportpark verdwenen. Het team werd later door de eigen club uit de competitie gehaald en de daders werden geroyeerd. Vorig jaar werd één van hen door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vier voorwaardelijk. De rechter rekende het de man zwaar aan dat hij de „confrontatie bewust opzocht” – „niet alleen bracht hij hiermee letsel toe aan het slachtoffer, maar hij beschadigt ook de reputatie van de voetbalsport en zijn eigen voetbalclub.” De elftalleider van TGG die een kopstoot zou hebben gegeven, werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.

Met Thijmen Gerringa lijkt het die oktobermiddag in 2016 wel weer te gaan als hij is bijgekomen. In de avond gaat hij naar een feest van een vriend. „Na een uurtje kreeg ik heel veel last van mijn hoofd, mijn vingers en tenen begonnen te tintelen, mijn zicht werd heel raar. Toen begon ik te kotsen en heb ik mijn moeder gebeld: we moeten naar het ziekenhuis.”

De spits had een hersenschudding, een whiplash en zijn ruggenwervels stonden scheef. Zijn kortetermijngeheugen was een paar weken slecht. „Dat was wel eng, want je denkt: als dit blijft, dan ben je wel klaar.” Zijn geheugen is inmiddels hersteld, maar Gerringa heeft nog wel pijn aan zijn rug. Een seizoen later kon hij weer voetballen – dat doet hij nog steeds. „Ik heb er nog steeds plezier in en probeer het nuchter te bekijken. Gebeurd is gebeurd, je moet weer door. Maar het was heftig. Tijdens de rechtszaak zeiden mensen die erbij waren dat ze dachten dat ik werd doodgeschopt. Iedereen dacht meteen aan de overleden grensrechter.”

Tienminutenstraf

Michael van Praag, voorzitter van voetbalbond KNVB, noemde het overlijden van Richard Nieuwenhuizen in 2012 tijdens een stille tocht „ongelofelijk” en „onvoorstelbaar”. Bovenal: het mocht nóóit meer gebeuren. De voetbalbond kwam met maatregelen. Voor elke wedstrijd moesten voortaan de pasjes van alle spelers worden gecontroleerd: zo moest het moeilijker worden om gastspelers te laten voetballen die nergens stonden geregistreerd. Er kwam een tienminutenstraf na een gele kaart – om af te koelen. Dat gebeurt voornamelijk bij clubs op het lagere amateurniveau. Clubs kregen cursussen aangeboden over sportiviteit en respect.

Intern, op het bondsbureau in Zeist, worden alle clubs gemonitord en sommige clubs nauwlettender in de gaten gehouden. De KNVB stelt dat op 45 van de 3.200 verenigingen extra wordt gelet, omdat ze bijvoorbeeld een bovengemiddeld groot aantal tuchtzaken hebben. Bij ongeveer vijftien clubs werd een zogeheten procesbegeleider aangesteld, en soms werd ook de gemeente betrokken. Vier clubs stonden vorig seizoen onder verscherpte aandacht, SC Hoge Vucht uit Breda mocht zelfs geen lid blijven van de KNVB. De laatste keer dat dat een club overkwam, was vijf jaar geleden. De scheidsrechters en hun lokale verenigingen steunen die aanpak – allemaal kennen ze wel clubs met een slechte reputatie in hun regio.

Bij voetbalclub Phenix uit Enschede komen bijvoorbeeld leden van de motorclub Satudarah in de kantine. Eind vorig jaar zeiden de KNVB en de gemeente Enschede tegenover RTV Oost dat berichten daarover bekend zijn, maar dat ze er niet veel aan kunnen doen. Scheidsrechters in de omgeving durven niet meer naar de club.

Huub Nijhuis werd vlak voor de winterstop, vorig jaar, aangewezen als scheidsrechter bij de wedstrijd Phenix tegen SVV – volgens verschillende scheidsrechters uit de regio ook een club met een slechte reputatie. Nijhuis kende het verhaal over de Satudarah-leden, maar had zelf nog nooit bij Phenix gefloten. Tijdens de wedstrijd hoorde hij al fluisteren: als u affluit voor het einde gaat het gebeuren. Toen hij affloot, begonnen spelers en supporters van beide ploegen met elkaar te vechten.

Nijhuis: „Ik heb het van een afstandje bekeken, daar ga ik echt niet tussen staan. Tijdens het douchen heb ik mijn kleedkamer op slot gedraaid en daarna ben ik gauw van het sportpark vertrokken. Ik ga nu niet meer naar die club toe, je weet van tevoren dat het verkeerd afloopt.”

Het is niet makkelijk te bewijzen dat het bij bepaalde clubs vaak fout gaat. De voetbalbond – geen opsporingsdienst – is voor de registratie van incidenten afhankelijk van meldingen door clubs, spelers en scheidsrechters. Veel incidenten worden door scheidsrechters niet doorgegeven of door clubs geheim gehouden, melden scheidsrechtersverenigingen.

Tweede geel, dus rood

Martin Arends (50), een logistiek manager uit Dalen in Drenthe, fluit al twintig jaar wedstrijden op het veld en in de zaal. Hij vindt spelers en begeleiders veel mondiger geworden. Het respect voor de arbitrage heeft een „grote wending genomen”, zegt hij. Arends denkt dat het een afspiegeling is van de maatschappij.

Het is tegen het einde van het afgelopen seizoen. Er wordt een corner genomen, in de laatste minuut van de wedstrijd, als een overtreding wordt gemaakt. Arends zegt liever niet om welke clubs het gaat, omdat hij geen problemen wil in het komende seizoen. De speler die de overtreding maakt had al een gele kaart en Arends besluit: tweede geel, dus rood. De speler loopt niet het veld af, maar gaat richting Arends. Die weet wat er gaat gebeuren, maar denkt ook: ik kan niks doen, want dan lok ik hem uit.

Arends: „Toen gaf hij een enorme drukkert. Ik kwam met twee benen los en lag op de grond.” Na die duw ontstaat een dreigende situatie. Arends ligt met een pijnlijke elleboog op de grond en ziet vanaf het gras dat spelers van de thuisploeg in de gaten houden dat de tegenstanders hem niet meer zullen aanvallen. Toch besluit hij de wedstrijd door te laten gaan. Het is bijna afgelopen, denkt hij, en straks loopt het nog meer uit de hand. Nu heeft hij spijt van dat besluit. Dit incident zal nooit voorkomen in de KNVB-cijfers over gestaakte duels. Arends: „Ik had meteen moeten staken.”

Lees ook Nu wachten op die Nederlandse scheidsrechter
De Noord-Koreaanse scheidsrechter Ri Hyang-ok spreekt met Caroline Weor van de Schotse ploeg.

Martin Arends is een officiële KNVB-scheidsrechter, die fluit op de hogere amateurniveaus. Clubs in de laagste klassen hebben vaak een scheidsrechter die vrijwilliger is bij de eigen club. Mannen die in hun eigen trainingspak een wedstrijdje fluiten en vaak niet eens gele en rode kaarten bij zich hebben. Dat heeft twee nadelen: het loopt sneller uit de hand omdat de scheidsrechter eerder wordt verdacht van partijdigheid door de tegenpartij. En juist clubscheidsrechters geven minder snel incidenten door aan de KNVB, omdat ze dan hun club kunnen benadelen (die kan een boete krijgen of teams kunnen uit de competitie worden gehaald).

Rob Olde Klieverink, voorzitter van scheidsrechtersvereniging Noord-Oost Twente: „Het meeste wordt in de doofpot gestopt. Kaarten worden weggestreept, ingetrokken, alles wordt onderling geregeld. Zelfs bij ons als KNVB-scheidsrechters proberen bestuursleden het áltijd na afloop: ‘Ach scheids, dat opstootje hoeft niet op het wedstrijdformulier toch?’ Ze geven je een biertje en een broodje bal. Scheidsrechters zonder persoonlijkheid laten zich inpalmen.”

Hoe lager het voetbalniveau, zegt Olde Klieverink, hoe meer gescheld en geschop. Hij zat eens in de kleedkamer bij een wedstrijdje op een laag amateurniveau. De competitie was bijna voorbij, de ploegen speelden nergens meer voor. Hóórde hij in de kleedkamer naast hem toch de trainer tekeergaan. Olde Klieverink: „‘Jullie moeten er kort op zitten, desnoods schop je ze tegen de grond!’ Dan denk ik: doe toch eens normaal.”

Bijna alle scheidsrechters die NRC sprak, zijn doorgegaan met fluiten nadat ze zijn uitgescholden, geduwd of belaagd. Martin Arends uit Drenthe vindt dat hij er „sterker” van is geworden – „niemand doet me wat”. Peter Geerdink uit Twente – die eraan gewend is geraakt om uitgescholden te worden voor „mongool” of „kankerlijer” – zegt precies hetzelfde: „Laat ze maar doen, het maakt me alleen maar sterker.”

‘Penalty tegen mijn hoofd’

Maar sommige incidenten zijn zo ernstig dat mensen er nog jaren last van hebben. Jeffrey van der Gaag, een storingstechnicus uit Oud-Beijerland, kreeg in 2006 als speler van Zinkwegse Boys een kopstoot van een Bolnes-speler. Toen hij op de grond lag, vertelt Van der Gaag, „nam-ie een penalty tegen mijn hoofd”. Zijn hoofd begon te tollen, het bloed stroomde over het veld. „Ik begon in mezelf rekensommetjes te maken: wanneer ben je geboren? Om mezelf te checken.”

Zijn ouders stonden langs de kant te kijken. „Die zagen”, zegt Van der Gaag, „hun zoon afgeslacht worden”.

Zijn gezicht lag in puin: scheuren in zijn schedel, splinters in het hersenvlies, zijn schedel was verschoven. In het ziekenhuis werd hij van oor tot oor opengesneden. Er zitten nog steeds ijzeren plaatjes in zijn hoofd. De zenuwen in zijn neus zijn voor altijd beschadigd – hij ruikt niets meer. De dader – door de rechtbank omschreven als een werkloze man die zijn eigenwaarde alleen uit het voetbal haalde – werd veroordeeld tot een celstraf van drie jaar, waarvan één voorwaardelijk.

Van der Gaag probeerde na zijn revalidatie nog een paar jaar te voetballen. Zonder succes, zegt hij. „Iedereen wist wat er was gebeurd. Dan ga je voetballen en dan staan er eikels langs de zijlijn die roepen: schop nog een keer zijn schedel in elkaar. Zo proberen ze je uit de wedstrijd te halen. Toen ben ik gestopt. Die kansloze mensen verziekstralen het voor de rest.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 31 augustus 2019.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in