Direct naar artikelinhoud
Theodor Holman
Theodor Holman

Een huwelijk is een tussentijds verdrag met de dood

Op de receptie zat ik naast de zoon die al in de veertig was. Elke keer als de ober voorbij balanceerde met de verversingen nam hij een glas rode wijn.

“Goed georganiseerd,” zei ik, want ik voelde dat ik geluid moest maken.

“Zag ik u ook niet op het huwelijk van mijn moeder?” antwoordde hij.

Ik knikte. “En ik was ook op het huwelijk van je moeder met je vader.”

De bruidegom – wandelstok met zilveren knop, huwelijkscadeau – strompelde op zijn glimmende schoenen naar ons toe.

“Vermaken jullie je wel een beetje? Met Theodor kun je heel leuke gesprekken hebben, hoor,” zei hij tegen ons, maar meer tegen zijn zoon.

“Hij was ook al op je huwelijk met mamma!”

De vader liet de zin op de grond vallen en zou hem het liefst hebben weggeschopt, maar dat kon hij niet meer. Hij keek mij aan en vroeg: “Heb jij nog tips voor restaurants in New York. We vertrekken morgenmiddag dus.”

“Nee, ik loop altijd ergens binnen als ik honger heb.”

Het antwoord stelde hem teleur.

De zoon zag de ober langslopen en ging hem achterna met een leeg glas. Zijn vader keek hem na.

“We gaan,” zei hij, “in New York mijn 67ste verjaardag vieren, dus ik dacht… Misschien weet jij iets speciaals.”

Ik haalde mijn schouders op.

Dit was al het vijfde huwelijk van zestigers dat ik in twee jaar meemaakte. Vroeger trouwden ze omdat er een kind kwam, tegenwoordig om de ander goed achter te laten. Anders gezegd: een huwelijk is een tussentijds verdrag met de dood.

Zijn ex, Theresa, en haar nieuwe man verschenen nu ook in mijn blikveld. Die nieuwe man – wiens naam ik niet kan onthouden, maar het was iets Engels – hinkte. Opeens stonden bruidegom en ex weer naast elkaar.

“Heb je last van je poot, Jimmy?” vroeg de bruidegom.

“Hielspoor,” zei hij.

“Dan moet je gelzooltjes in je schoen doen.”

“Heb ik.”

Ik wilde deze conversatie verlaten, maar Theresa hield me tegen.

“Je moet me alles vertellen over je nieuwe hondje. Je hebt toch een nieuw hondje?”

Even later stonden we over een foto in mijn telefoon gebogen, zoals we vroeger naar een babyfoto in onze portemonnee staarden.

Het begon zachtjes te regenen. Onze knekels scharnierden zich roestig naar een tent. Ik schatte dat de totale leeftijd van de weinige gasten ongeveer vijfduizend jaar was.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.