Commentaar: Daken genoeg in Nederland, dakloosheid is een probleem van de samenleving
Het aantal daklozen in ons land is in tien jaar ruim verdubbeld, meldde het statistiekbureau vrijdag. Staatssecretaris Paul Blokhuis ‘schrok zich rot’, en PVV-leider Geert Wilders wist terstond de oorzaak te benoemen: het kabinet geeft huizen aan asielzoekers, en ‘onze eigen mensen liggen op straat’.
Dat zijn rare reacties. Van Blokhuis, omdat hij in maart nog een actieprogramma lanceerde om dak- en thuisloze jongeren te coachen bij het zoeken naar huisvesting en het op orde brengen van hun leven; de cijfers en problemen moesten hem dan toch bekend zijn.
En van Wilders, omdat ruim de helft van de daklozen een migratieachtergrond heeft. De snelst groeiende groep straatslapers zijn jonge mannen van niet-westerse komaf. Dat is overigens heel verklaarbaar: nieuwkomers hebben vaak geen familie of netwerk dat hen aan een kamer helpt of op de bank laat slapen.
Je kunt natuurlijk meteen naar de overheid wijzen, als het CBS zo’n statistiek in de media gooit. Het leven is te duur en er is te weinig betaalbare woonruimte: kabinet, doe iets! Temeer omdat het steeds vaker over jonge mensen gaat, mét een baan. Dat is niet het oude stereotiep van de ‘eigen-schuld-dakloze’: echtbreuk, baan kwijt, verslaving of andere gedragsproblemen, schulden, sociaal netwerk verspeeld: zo belanden middelbare mannen traditioneel op straat.
Maar de nieuwe daklozen zijn steeds vaker jongvolwassenen (18 tot 30 jaar). Dat ook deze groep kennelijk geen sociaal vangnet meer heeft en geen kamer kan vinden, zegt iets over de samenleving, over familierelaties en sociale verbanden. Want dat veel jonge mensen ook bij hun ouders niet meer terechtkunnen, komt bijvoorbeeld doordat die ouders gescheiden zijn, en met een nieuwe partner begonnen, die niet op een inwonende twintiger zit te wachten.
‘Inwonen’ – dat zijn we sowieso helemaal verleerd. In de naoorlogse periode van woningnood werden veel leegstaande kamers verhuurd aan jongvolwassenen. Maar de hospita van vroeger – vaak een weduwe die door kamerverhuur in inkomsten én sociale contacten voorzag – is zeldzaam geworden. Ook het kraken van langdurig, speculatief leegstaande panden is voor een keurig mens geen oplossing meer, sinds de antikraakwet (2010, een initiatiefwet van CDA, VVD en CU) krakers criminaliseert. Maar intussen staan er wel kilometers onroerend goed leeg, en worden grote gezinshuizen en villa’s bewoond door één enkel eenzaam mens.
Daken genoeg in Nederland. Er is één kerkgenootschap dat zich reeds tot de grootste professionele daklozen-opvanger heeft ontwikkeld: het Leger des Heils. Dat is een inspirerend voorbeeld voor particulier initiatief.
de mening van het Nederlands Dagblad