Direct naar artikelinhoud
AnalyseZieke kinderen

Steeds meer kinderen krijgen volwassen ziekten: ‘Als dit zo doorgaat, worden kinderen van nu gemiddeld minder oud dan hun ouders’

Steeds meer kinderen krijgen volwassen ziekten: ‘Als dit zo doorgaat, worden kinderen van nu gemiddeld minder oud dan hun ouders’
Beeld Vilain & Gai

Peuters met diabetes type 2, 8-jarigen met hoge bloeddruk, tieners met obstipatie: waarom krijgen steeds meer kinderen grotemensenziekten – en hun medicijnen?

De Maastrichtse kinderarts Anita Vreugdenhil ziet kinderen van 10 jaar met ernstige littekens in hun lever, een ziekte die ze tot voor kort alleen maar kende van collega-artsen die volwassen patiënten behandelen. Haar Rotterdamse collega Erica van den Akker ziet kleuters met diabetes type 2, dat tot voor kort bekend stond als ouderdomssuiker. Verbaasd zijn ze daar niet meer over, hun jonge patiëntjes kampen steeds vaker met ziekten en aandoeningen die vroeger alleen bij hun ouders of grootouders voorkwamen.

Wetenschappelijk onderzoek, cijfers over medicijngebruik, verhalen van artsen, ze wijzen allemaal in dezelfde richting: steeds meer kinderen krijgen volwassen ziekten. Kinderartsen zien tieners met een veel te hoge bloeddruk, jonge kinderen met een verhoogd cholesterol en diabetes type 2. Er zijn pubers met een melancholische depressie, baby’s die maagzuurremmers gebruiken, jongeren met obstipatie, slaapapneu of botontkalking en 15-jarigen die van de dokter vitamine D krijgen voorgeschreven, een vitamine die 70-plussers moeten slikken om botbreuken te voorkomen.

Sick before their time, dat is hoe Amerikaanse media de trend samenvatten die dat land al langer in zijn greep houdt. Zo is het aantal 8- tot 17-jarigen met een verhoogde bloeddruk daar in dertien jaar tijd met bijna 30 procent gestegen en nam het aantal jongeren met ouderdomssuiker in tien jaar toe met jaarlijks 7 procent. Hier zijn de cijfers minder alarmerend, maar omgerekend gaat het in Nederland ook om vele duizenden kinderen en jongeren met volwassen ziekten in een jong lijf. ‘De Amerikaanse getallen zijn nu al fors en wat daar gebeurt komt onze kant op’, zegt Patrick Schrauwen, hoogleraar metabole aspecten van diabetes type 2 aan het Maastricht UMC. ‘De problemen zullen we hier zien toenemen.’

Wat zijn de oorzaken van die voortijdige ziektelast? En wat is er bekend over de gevolgen van de grotemensenziekten en medicatie in een jong lichaam?

Onder de loep: tien volwassen ziekten in een jong lichaam.

Hoge bloeddruk, hoog cholesterol, vetleverziekte

Van de 149 basisschoolleerlingen die kinderarts Anita Vreugdenhil en haar collega’s aan het MUMC onlangs onderzochten had meer dan de helft een verhoogd gehalte aan Alat in het bloed, wat erop duidt dat er cellen in hun lever zijn kapotgegaan. Oorzaak: obesitas. ‘Ze hebben zo veel vet in hun lichaam dat de lever dat niet meer ongestraft kan opslaan.’ Hun lichaam gaf meer alarmsignalen af: 23 procent had een verhoogd cholesterol, 7 procent een hoge bloeddruk, 16 procent beginnende nierproblemen. Bij de 150 obese middelbare schoolleerlingen die werden onderzocht was het beeld al net zo somber, zo blijkt uit de Maastrichtse cijfers die onlangs werden gepubliceerd in een internationaal vakblad.

Het aantal kinderen en jongeren met ernstig overgewicht wil maar niet dalen: in 2017 had 13 procent van de 2- tot 18-jarigen overgewicht en was een kleine 3 procent obees. In die laatste groep neemt het aandeel kinderen met ernstige obesitas toe, zegt kinderarts Erica van den Akker, een van de oprichters van het Centrum Gezond Gewicht in Rotterdam: het gaat al om ruim 18 duizend kinderen en jongeren. En hoe meer vet een jong lichaam moet torsen, hoe groter de problemen. Uit een overzicht dat de Nederlandse Vereniging van Kinderartsen in een recente richtlijn heeft opgenomen, blijkt dat de helft van die kinderen al een hoge bloeddruk heeft en 30 procent een vette lever. ‘Het komt erop neer’, zegt Van den Akker, ‘dat het lichaam op alle fronten laat weten dat het last heeft van al dat vet.’

Of de ziekten de laatste jaren vaker voorkomen is niet helemaal duidelijk, zegt Meeike Kusters, kinderarts in het Amsterdam UMC. ‘Er is meer aandacht gekomen voor de complicaties van obesitas bij kinderen. Het kan ook zijn dat we het daardoor vaker zien.’

Wat een volwassen ziekte doet met een kinderlichaam, daarover is nog maar weinig bekend, zegt kinderarts Edgar van Mil (Jeroen Bosch ziekenhuis). ‘Maar dat valt wel te bedenken. Amerikaanse artsen waarschuwen dat de huidige generatie de vorige niet gaat overleven. Dat klinkt dramatisch, maar de boodschap klopt: als dit zo doorgaat, worden kinderen van nu gemiddeld minder oud dan hun ouders.’

Als het cholesterol en de bloeddruk gevaarlijk hoog worden, geven kinderartsen soms medicijnen, de statines en de bloeddrukverlagers die ook miljoenen volwassenen slikken. ‘We weten nog niet goed wat bij kinderen de langetermijneffecten zijn van die medicijnen’, zegt Vreugdenhil, ‘maar soms hebben we geen keuze, dan moeten we iets doen omdat anders schade in het lichaam kan ontstaan.’

Artsen moeten wel oppassen dat ze van obesitas niet een louter medisch probleem maken, waarschuwt Van Mil, want dan zijn ouders geneigd om te zeggen: geef maar medicijnen. ‘Van een verhoogde bloeddruk of te veel cholesterol voelt een kind niks, we moeten het gezin verleiden om iets aan te pakken wat pas in de toekomst een probleem gaat worden.’ Nee, uw kind groeit hier niet overheen, zegt hij geregeld tegen ouders. ‘Als je voor je zesde obesitas hebt, is de kans dat je daarna spontaan kilo’s verliest niet groot, dan moet een kind zich gaan inspannen.’

Het goede nieuws is dat de averij in het lichaam valt terug te draaien door gewichtsverlies en een andere leefstijl. Een kind hoeft maar 5 tot 10 procent van zijn gewicht te verliezen om van dreigende chronische ziekten af te komen, zegt Van Mil. En hoe jonger het kind, hoe sterker de resultaten, zo blijkt uit onderzoek in het Maastrichtse centrum voor kinderen en jongeren met overgewicht:  de aangerichte schade is bij jonge kinderen nog minder groot.

Hoge bloeddruk, hoog cholesterol, vetleverziekte
Beeld Vilain & Gai

Diabetes type 2

Vier jaar geleden presenteerde een Amerikaanse arts op een internationaal congres de jongste patiënt ooit met diabetes type 2: een peuter van 3,5 jaar oud met een gewicht van 35 kilo. Inmiddels zien kinderartsen Erica van den Akker (Rotterdam) en Anita Vreugdenhil (Maastricht) op hun spreekuur net zulke jonge kinderen. Van alle kinderen met ernstige obesitas heeft 0,7 procent diabetes type 2: hun alvleesklier heeft zo hard moeten werken om voortdurend al het suiker uit het bloed te halen dat het orgaan uitgeput is geraakt. Maar ook kinderen met milder overgewicht hebben al problemen, zegt kinderarts Kusters. Zij ziet bij die groep vaak al een voorfase van diabetes, waarin het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline.

‘Toen ik met mijn carrière begon, zagen we de ziekte uitsluitend bij 50-plussers’, zegt hoogleraar Schrauwen. ‘Nu komt het steeds vaker bij kinderen voor en dat is ernstig. Patiënten gaan uiteindelijk niet dood aan de diabetes, maar aan de gevolgen ervan. Als je dan nog maar 8 jaar bent, komen die gevolgen op veel jongere leeftijd tot uitdrukking.’

Obesitas is de belangrijkste oorzaak maar kinderarts Van Mil ziet vaak dat sprake is van een kluwen aan factoren. Door de betere medische zorg bijvoorbeeld blijven kinderen met een laag geboortegewicht vaker in leven, maar dat gaat gepaard met een hoger risico op diabetes, mogelijk doordat hun organen relatief klein blijven voor hun leeftijd. ‘Hun alvleesklier is simpelweg een kleinere fabriek en komt eerder in de problemen.’

Kinderartsen kunnen de ziekte niet ongemoeid laten: kinderen krijgen metformine, in een later stadium insuline. ‘Maar wat die medicijnen voor een jong lichaam betekenen, is nog onbekend’, zegt Schrauwen. Amerikaanse kinderartsen concludeerden twee jaar geleden in het vakblad Jama dat patiënten die al op de kinderleeftijd diabetes type 2 krijgen twee keer zo vaak complicaties krijgen als leeftijdsgenoten met diabetes type 1.

Kinderarts Van den Akker vindt het vooral zorgwekkend dat zij de ziekte al ziet voordat de puberteit begint. ‘Jonge kinderen hebben veerkracht, hun alvleesklier kan veel hebben. Als het nodig is, kunnen zij enorm veel insuline aanmaken, veel meer dan een volwassene. Als zich dan op zo’n leeftijd al diabetes type 2 openbaart, dan is er iets goed mis.’

Haar Amsterdamse collega Meeike Kusters noemt het ‘frustrerend’ om kinderen medicijnen te moeten voorschrijven, omdat ze weet hoeveel er valt te winnen met een andere leefstijl. ‘Maar wij zien vaak hoe moeilijk dat is.’ En toch, soms wordt ze opeens verrast. Laatst kreeg ze een jongen op haar spreekuur die 27 kilo was afgevallen. Zijn diabetes was verdwenen, zijn cholesterol was gehalveerd, zijn bloeddruk weer normaal. ‘Ik ben gewoon begonnen en ik voelde me steeds beter, zei hij.’

Brandend maagzuur

Meer dan twee miljoen volwassenen gebruiken jaarlijks pillen tegen zuurbranden, een kwaal die te maken heeft met ouderdom, overgewicht, roken en drinken. Maar die medicijnen werden vorig jaar ook aan ruim 18 duizend nul- tot tweejarigen voorgeschreven, en dat zijn er twee keer zoveel als tien jaar geleden.

Bij zuigelingen is al jaren sprake van overbehandeling, zegt Niek de Wit, hoogleraar huisartsgeneeskunde aan het UMC Utrecht. De Wit schreef voor de Gezondheidsraad een advies over onnodige medicalisering waarin hij het gebruik van maagzuurremmers bij baby’s besprak.

Veel kinderen zijn in de eerste maanden prikkelbaar, huilen en spugen melk terug, vertelt hij, maar ouders zijn daar de laatste jaren eerder ongerust over en gaan sneller naar de huisarts, daartoe soms aangespoord door wat ze lezen op blogs en forums: kan dat onverklaarbare huilen niet te maken hebben met reflux, waarbij de zure maaginhoud in de slokdarm terechtkomt?

Omdat zulke jonge patiënten het nog niet zelf kunnen vertellen, is de diagnose alleen te stellen met een kijkonderzoek van de slokdarm, zegt hij, maar dat is te belastend. Meestal gaat het huilen vanzelf over, artsen moeten er eigenlijk voor kiezen om af te wachten, aldus De Wit, maar dat gebeurt vaak niet en zo krijgen te veel baby’s maagzuurremmers tegen een kwaal die ze niet hebben. Onderzoek heeft uitgewezen dat het huilgedrag van baby’s meestal niet door reflux wordt veroorzaakt, medicijnen zijn dan niet effectief.

Wat ook meespeelt: de farmaceutische industrie heeft bij artsen en via de media de term ‘zure reflux’ geïntroduceerd, om zo een natuurlijk verschijnsel te benoemen als medische aandoening, die met maagzuurremmers kan worden verholpen.

Vorige maand publiceerde het vakblad Pediatrics een studie waarin een verband wordt aangetoond tussen het gebruik van maagzuurremmers in het eerste levensjaar en botbreuken later in de kindertijd. Bij volwassenen zijn op de lange termijn ook andere bijwerkingen gemeld. De Wit: ‘We hoeven niet meteen groot alarm te slaan, maar het is wel een waarschuwing: geef die medicijnen niet als ze niet nodig zijn.’

Obstipatie

Verstopping is een kwaal die vaak voorkomt bij 75-plussers, maar uit cijfers die de stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) op verzoek van de Volkskrant verzamelde, blijkt dat ook steeds meer kinderen en jongeren een laxeermiddel gebruiken. Vorig jaar ging het om 160 duizend kinderen onder de 18, ruim 20 duizend meer dan tien jaar geleden.

‘Dat zijn er best veel’, zegt hoogleraar Marc Benninga, in het Amsterdam UMC gespecialiseerd in kindermaag-darm-leverziekten. Het aantal Nederlandse kinderen en jongeren met obstipatie is stabiel en ligt al jaren rond de 100 duizend, zegt hij, de stijging van het aantal jonge gebruikers kan hij niet verklaren. ‘Veel kinderen hebben last van buikpijn, maar bij lang niet allemaal is verstopping de oorzaak.’ Toch denkt hij niet meteen aan overbehandeling, omdat de cijfers niet duidelijk maken hoe vaak sprake is van langdurig medicijngebruik. Sterker: Benninga ziet nog te vaak dat artsen afwachten en een kind met verkeerde adviezen opzadelen. ‘Water drinken en vezels eten, er zijn nog altijd dokters die dat zeggen, ze zouden beter moeten weten. Dat helpt hooguit om obstipatie te voorkomen, maar een oplossing is het niet.’ Een kind met obstipatie moet daar zo snel mogelijk vanaf, zegt hij, en de kans daarop is met een laxeermiddel 80 procent. Lange termijn bijwerkingen van de medicijnen zijn er nauwelijks, zegt hij. ‘Ook geen luie darm, zoals je nogal eens hoort. En nee, ik heb er geen baat bij om deze middelen te promoten. Ze zijn inmiddels zo goedkoop dat er ook niks meer aan te verdienen valt.’

Vermoeidheid

Een opmerkelijke kandidaat in het overzicht van meestgebruikte medicijnen onder jongeren dat de Stichting Farmaceutische Kengetallen samenstelde: 25 duizend jongeren tussen de 13 en de 17 kregen vorig jaar door een arts vitamine D voorgeschreven. Het is de vitamine die ouderen bij moeten slikken omdat hun huid die stof onder invloed van de zon minder snel aanmaakt. Waarom zoveel jongeren een recept krijgen, is niet duidelijk. Hoogleraar huisartsgeneeskunde Niek de Wit heeft wel een vermoeden. ‘Vitamine D wordt altijd geassocieerd met vage klachten als moeheid. Er zijn mensen met een vitamine-D-tekort die moe zijn, maar je moet dat niet omdraaien, het betekent niet dat iedereen die moe is een vitaminetekort heeft. Mogelijk nemen ouders bij een lamlendige puber hun kind sneller mee naar de dokter. Die laat het bloed onderzoeken en als de vitamine D dan op het randje van een tekort zit, is een recept snel gegeven.’

Internationale studies laten zien dat wereldwijd steeds meer kinderen kampen met een vitamine-D-tekort, het gevolg van gebrek aan zonlicht en een verkeerd voedingspatroon. Her en der wordt zelfs gewaarschuwd voor een terugkeer van de Engelse ziekte, die in de 18de eeuw bij jonge kinderen botvergroeiingen veroorzaakte. Maar bij Nederlandse kinderen met een normaal voedingspatroon is er niet meteen reden om aan een vitamine-D-gebrek te denken als ze moe zijn, zegt De Wit.

Slaapproblemen

Vorige maand bleek uit Rotterdams onderzoek dat een op de zeventien jonge tieners wekelijks melatoninepillen gebruikt vanwege slaapklachten. Artsen maken zich daar zorgen over, omdat de langetermijneffecten van die medicijnen bij kinderen onbekend zijn. De oorzaak van al dat wakker liggen zit hem waarschijnlijk in het drukke hoofd van veel kinderen, en niet, zoals vaak wordt gedacht, in het blauwe licht van schermpjes.

Ernstig is ook het aantal kinderen dat nu al slaapapneu heeft, een ziekte die zich meestal pas op latere leeftijd openbaart en waarbij de ademhaling tijdens het slapen geregeld stokt. Van alle kinderen met ernstige obesitas die in Maastricht door het obesitasteam worden gezien heeft 10 procent ernstige slaapapneu, zegt kinderarts Vreugdenhil. Ze hebben overmatige vetopslag in hun nek en keel waardoor er minder ruimte is om door te ademen, legt ze uit, en ze hebben een zware buik wat de ademhaling ’s nachts beïnvloedt.

De kinderen hebben zo een dubbel risico: vanwege hun obesitas lopen ze al meer kans op een hoge bloeddruk,  maar als ze door de obesitas ook nog slaapapneu hebben, wordt die kans groter. Ze zijn bovendien minder uitgerust, door die slaapstoornis slapen ze oppervlakkiger en dat geeft vaak weer schoolproblemen. Een deel van de kinderen gebruikt ’s nachts een neusmasker, waardoor een continue luchtstroom de luchtwegen openhoudt tijdens de slaap.

Slaapproblemen
Beeld Vilain & Gai

Depressie

Steeds meer jongeren komen de laatste jaren in de buurt van wat kinderpsychiater Jan Buitelaar ‘de grote psychiatrie’ noemt. ‘We zien bij jongeren een ziektebeeld dat we kennen van volwassenen, de melancholische depressie, die gepaard gaat met minder eetlust en met een vertraagd denken en handelen.’

Het gebruik van antidepressiva onder jongeren laat een forse stijging zien: cijfers van de SFK wijzen uit dat vorig jaar 6.600 jongeren tussen de 13 en 18 een SSRI gebruikten, de nieuwste generatie antidepressiva. Dat is een toename van bijna 70 procent in tien jaar tijd. ‘Ik vind het veel’, zegt Buitelaar, hoogleraar aan het Radboudumc. ‘Niet dat er sprake hoeft te zijn van verkeerd voorschrijven, daarvoor weet ik niet voldoende. Maar het is wel een trend die nieuwsgierig maakt.’ Het flinke aantal jonge SSRI-gebruikers is opmerkelijk omdat artsen is gemaand om voorzichtig te zijn met die medicijnen, nu uit onderzoek is gebleken dat ze het risico op zelfdoding bij jongeren kunnen verhogen.

Kinderpsychiaters weten dat ze terughoudend moeten zijn en depressieve kinderen bij voorkeur moeten behandelen met cognitieve gedragstherapie, zegt Buitelaar. ‘Maar bij een ernstige depressie zijn jongeren niet meer bereikbaar voor gesprekken, dan moeten we ze met medicijnen eerst proberen terug te brengen naar een vitale conditie.’

Buitelaar hoort van psychiaters dat depressies bij jongeren ernstiger worden, omdat er tal van problemen of andere psychische aandoeningen bij komen. ‘Kinderen hebben vaker te maken met gezinsproblemen, met gescheiden ouders die ruziën bijvoorbeeld. En wat kinderen allemaal niet moeten doen om in de ogen van hun leeftijdsgenoten succesvol te zijn. Die impliciete eisen nemen toe, en het oordeel van de groep is snoeihard.’

Botontkalking

Broze botten stonden tot voor kort te boek als een ouderdomskwaal maar Joop van den Bergh, bijzonder hoogleraar botkwaliteit en metabole botaandoeningen aan de Universiteit Maastricht, heeft de indruk dat de aandoening zich vaker dan voorheen al op jonge leeftijd openbaart. Dat kan te maken hebben met de leefstijl van jongeren, die minder bewegen, minder zuivel eten en minder buiten komen, dus minder vitamine D aanmaken (cruciaal voor het behoud van stevige botten), mailt hij. Het kan ook gewoon zijn dat er meer aandacht voor de problemen is en patiënten eerder in het medische traject komen. 

Klachten ontstaan, net als bij een hoge bloeddruk, pas na jaren. De botmassa neemt af met het stijgen van de leeftijd, dus wie in de jeugd niet genoeg heeft opgebouwd (de piekbotmassa) loopt eerder kans op botbreuken.

Botontkalking

Zit er een limiet aan het aantal mensen dat je kunt kennen? Wat bewijst de uitslag van een schriftelijke test eigenlijk? In onze Grote Vragen Podcast beantwoorden we ‘vragen waar je nooit over na hebt gedacht maar plotseling dolgraag een antwoord op wilt hebben’.