95% biologen erkent: menselijk leven begint bij bevruchting (maar dat onderzoek wordt onderdrukt)

16-08-2019 13:57

Steve Jacobs heeft kort geleden zijn doctoraat gehaald aan de gerenommeerde universiteit van Chicago. Dit had echter meer voeten in de aarde dan hij vooraf voor mogelijk hield. Zijn proefschrift, over het begin van menselijk leven, werd door velen tegengewerkt, zelfs door zijn eigen promotor.

Het begin van menselijk leven is één van de fundamentele twistpunten tussen de pro-choice en pro-life bewegingen. Daarom besloot Jacobs een wereldwijde enquête onder academische biologen op touw te zetten als onderdeel van zijn proefschrift. Hij stelde hen onder meer de simpele vraag ‘Wanneer begint het menselijk leven?’. De uitkomst lijkt problematisch voor de morele positie van pro-choice.

‘Hij kreeg regelmatig te horen dat hij te wit, te mannelijk en te christelijk was om zich te mengen in het abortusdebat’

Eerder al had Jacobs 2.899 Amerikaanse volwassenen gevraagd wie deze vraag het beste kunnen beantwoorden. Maar liefst 81 procent vond dat biologen hiervoor de meeste beroepsmatige autoriteit dragen. Ook bleek uit zijn onderzoek dat 83 procent van de pro-choicers gelooft dat de steun voor legale abortus af zou nemen als het gemeengoed wordt dat iedereen biologisch gezien vanaf de bevruchting mens is.

Jacobs stuurde zijn enquête naar academische biologen wereldwijd. Uiteindelijk kwam daar uit dat maar liefst 95% van de biologen (5212 van de 5502) erkent dat individueel menselijk leven begint bij de bevruchting. Dit resultaat kan gezien worden als de zoveelste bevestiging van het feit dat de pro-life beweging dit wetenschappelijke argument op legitieme wijze gebruikt in het morele abortusdebat.

Onder pro-choicers wordt dit wetenschappelijke feit minder breed gedragen. Volgens het onderzoek van Jacobs gelooft slechts 23 procent van hen dat de foetus een biologisch mens is gedurende de gehele zwangerschap. Zij zijn het dus in grote mate oneens met wat gezien kan worden als een academische consensus.

De uitkomst van Jacobs’ onderzoek is voor de objectieve toeschouwer geen verrassing, maar:

“Het kan beleidsmakers hopelijk bewegen tot het stoppen met twijfel zaaien over de vraag of een foetus een mens is. Ze kunnen veel beter debatteren over de vraag of alle mensen rechten hebben – en zo ja, hoe de balans moet liggen tussen het recht op abortus en het mensenrecht op leven”

Aldus Jacobs in The Daily Wire.

Helaas eindigt het verhaal van Jacobs niet met slechts een verwijzing naar deze onderzoeksresultaten. Vijf jaar lang werd hij gekweld, door tegenstanders binnen en buiten zijn universiteit, die zijn onderzoek weigerden te steunen. Van medestudenten, mentoren en het professoraat kreeg hij regelmatig te horen dat hij te wit, te mannelijk en te christelijk was om zich te mengen in het abortusdebat. Zijn eerste promotor zegde in een vroeg stadium zijn steun toe aan het onderzoek. Maar toen Jacobs na een tussentijdse rechtenstudie begon met zijn enquête bleek al snel dat het een lange en pijnlijke weg zou worden.

Binnen een paar dagen na de start van zijn wereldwijde enquête beschuldigde één van de benaderde biologen Jacobs al van ‘pro-life spionage’. Deze persoon dreigde zijn onderzoek te saboteren en stapte zelfs naar de ethische commissie van de universiteit in Chicago. Daarna liet de promotor Jacobs stoppen met al zijn onderzoek. Toen hij later weer begon, werd het aantal klachten groter en vernietigender. Hierdoor kon zijn promotor, zelf een groot pro-choice voorstander, hem wederom niet door laten gaan. Enkele van de reacties van vijandige biologen waren:

“Wordt deze studie gefinancierd door Trump en de Ku Klux Klan?” “Ik hoop dat je geen **** christen bent!!

Jacobs moest zijn onderzoeksvoorstel eerst verdedigen voor een commissie van de universiteit, zo stelde de promotor. Maar ook daarna bleef deze begeleider hem beschuldigen van het uitvoeren van een onethisch onderzoek:

“Mijn promotor liet me regelmatig weten dat hij zelf pro-choice was en uitte daarbij een radicale visie omtrent abortusrechten. Maar ik geloofde nog steeds dat hij zijn persoonlijke geloof opzij kon zetten omwille van academische integriteit. Mijn promotor vergeleek mijn werk met moreel verwerpelijk onderzoek en deed alsof ik werkte naar een moreel gezien walgelijk einddoel.”

Uiteindelijk trok de promotor een grens waarna hij op een aantal punten weigerde Jacobs’ onderzoek te steunen. Hij ging zelfs zo ver dat hij dreigde zijn proefschrift af te keuren als hij zou aanblijven in Jacobs’ promotiecommissie.

Gelukkig vond Jacobs uiteindelijk een andere professor van de universiteit van Chicago bereid om te dienen als hoofdpromotor vanuit de faculteit Comparatieve Menselijke Ontwikkeling, waarna hij zijn onderzoek kon afronden. Maar vanwege alle tegenwerking kon hij geen voldoende hoog responspercentage voor zijn enquête genereren om in aanmerking te komen voor publicatie in de top van de academische tijdschriften.

Als verklaring voor de tegenwerking vanuit de academie en de wereld van biologen gaf Jacobs aan dat:

“Abortus het kroonjuweel is van de moderne progressieve beweging. Het is een typische ‘heilige koe’ en de pro-choice beweging is begaan met het onderdrukken van ieder onderzoek dat de aannames kan ondermijnen waarop deze heilige koe zo losjes is gebaseerd.”

Sociologen noemen dit fenomeen een ‘identiteit beschermende cognitie’, waarbij mensen bewust ontwijkend of afwijzend oordelen om waarheidsvinding te vermijden.

Nu Jacobs zijn doctoraat heeft behaald, blikt hij genuanceerd terug:

“De vrees van academici voor gebalanceerd onderzoek binnen het Amerikaanse abortusdebat heeft me vijf jaar van mijn leven gekost. Ik bracht die vijf jaar door met de kwellende realisering dat vertegenwoordigers van één van de beste academische instituten bereid waren hun principes van academische vrijheid te offeren om hun ideologie te beschermen; dat zij bereid waren hun reputatie op het spel te zetten door onderzoek om zeep te helpen dat de dogma’s rondom abortusrechten onderzocht. Ondanks deze individuen hebben vaandeldragers van de traditie binnen de Universiteit van Chicago moed getoond, door hun vooroordelen opzij te zetten en hun academische principes hoog te houden, waardoor mijn onderzoek alsnog de benodigde ruimte kreeg.”

 

De auteur is medewerker van de christelijke pro-life organisatie Stichting Schreeuw om leven.