Direct naar artikelinhoud
Interview

Hoogleraar: ‘Complotdenkers demoniseren is zinloos’

Via internet worden complottheorieën sneller verspreid. Volgens Hoogleraar Stef Aupers hoeft dat niet erg te zijn. ‘Je kunt het ook zien als een beperkt neveneffect van de democratisering.’

Stef Aupers, cultuursocioloog, hoogleraar mediacultuur aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Met de dood van de Amerikaanse miljardair Jeffrey Epstein lijkt het complotdenken in een hogere versnelling te zijn beland. Stef Aupers, hoogleraar mediacultuur aan de Katholieke Universiteit Leuven en onderzoeker van complottheorieën en hun bedenkers, plaatst een kanttekening: “De paranoïde stijl van politiek bedrijven zag je in Amerika al in de jaren 50, bij de klopjacht van senator McCarthy op alles dat volgens hem riekte naar communisme. Trump is wat dat betreft geen nieuw fenomeen. Je kunt het verspreiden van complottheorieën ook niet exclusief koppelen aan populistisch rechts. Democraten doen eraan mee.”

Is Amerika er vatbaarder voor?

“Dat was lange tijd wel een gangbaar idee hier. Alle verhalen rond de moord op president Kennedy werden in Nederland gezien als iets typisch Amerikaans. Maar 9/11 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh hebben ook hier tot veel complottheorieën geleid, analoog aan die rondom Kennedy. Het kan niet één schutter zijn geweest, zat het koninklijk huis erachter of de Bilderbergconferentie? Het was het startsein voor een golf theorieën die te maken hadden met onbehagen over de overheid en de elite.”

“Bij het Mexicaanse griepvirus in 2009 doken ook verhalen op in lijn met de Amerikaanse denktrant: bestaat het virus wel? Is het niet gekweekt in een laboratorium? Zijn de vaccinaties niet gevaarlijk?”

“Of het complotdenken toeneemt is niet te zeggen. Daarvoor ontbreken harde data. Zeker is wel dat het van karakter is veranderd. Het klassieke complot draaide om de zogenaamd exotische ander, die buiten de samenleving zou staan: Joden, communisten, moslims et cetera. In het moderne complot vormen onze eigen instituties en instanties het gevaar: de regering, de medische industrie.”

Is er een remedie tegen?

“De eerste reflex is dat het problematisch en gevaar­lijk is. Maar je kunt ook zeggen: dit is een beperkt neveneffect van de democratisering van de samenleving. De burger is mondig en geeft daar via internet en sociale media uiting aan.”

“De gemiddelde complotdenker is niet een schuimbekkende, meestal mannelijke idioot die naar de wapens grijpt. Dat clichébeeld slaat op een heel klein percentage. Een groot deel bestaat uit mensen die twijfelen. Die denken: mogelijk zat Al Qaida achter 9/11. Maar het kan ook de regering-Bush zijn geweest. Er bestaat grote onzekerheid over wat waar is en hoe wij zeker weten wat waar is.”

Maar de schietpartij in El Paso, waarbij de ­dader gelooft in de zogenaamde omvolkingstheorie waarbij de oorspronkelijke bevolking moet wijken voor latino’s, bewijst toch dat er gevaarlijke kanten aan zoiets zitten?

“Natuurlijk, als mensen radicaliseren onder invloed van zulke theorieën, is dat problematisch en moet er tegen worden opgetreden. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. De gangbare reactie om mensen beter te informeren en uit te leggen hoe het werkelijk zit, werkt vaak averechts. Dat zie je bijvoorbeeld bij de vaccinatiecampagnes. Die werken goed bij mensen die toch al vertrouwen hebben in de overheid. Bij groepen die de overheid wantrouwen, versterkt de informatie slechts het wantrouwen.”

“Dat is het lastige van de logica van de complotdenkers. Een tegenargument geldt voor hen vaak als onderdeel van het complot. Onderzoekers hebben dat mooi beschreven rondom mensen die geloven in meerdere complottheorieën, zelfs als die in strijd zijn met elkaar: Osama bin Laden is dead and alive.”

Dus er is geen recept tegen te bedenken?

“Heel moeilijk. Het beste wat je kunt doen is het vergroten van het inzicht in waarom mensen een bepaalde overtuiging hebben. Vaak heeft dat te maken met persoonlijke problemen in combinatie met informatie die ze via media tot zich krijgen en de filterbubbel van informatie op internet. Op internet is het altijd mogelijk om bevestiging te vinden van je eigen uitgangspunten. Die mechanismen blootleggen is nuttiger dan het demoniseren van complotdenkers. Hoe meer je dat doet, hoe meer ze overtuigd ­raken van hun alternatieve realiteit.”

We moeten ze doodknuffelen?

“Dat zeg ik niet. Maar je moet het niet meteen problematiseren. El Paso is een heel extreem voorbeeld van waar het toe kan leiden. Daar is niet één bepalende factor voor aan te wijzen. Trump wijst naar videogames, een ander naar de wapenwetten en weer een ander naar de omvolkingstheorie. Het is een complex samenspel van factoren.”