Direct naar artikelinhoud
Column

Op Twitter meldden zich in korte tijd meer boerkabuddies dan er gesluierde vrouwen in Nederland rondlopen

Op Twitter meldden zich in korte tijd meer boerkabuddies dan er gesluierde vrouwen in Nederland rondlopen

‘Ben je niqaabdraagster’, vroeg de Amsterdamse Safa vorige week op Twitter, ‘en vrees je voor aanvallen van derden wanneer je buitenshuis een afspraak hebt of om een andere reden buiten moet zijn? Laat het mij weten. Ik kom je graag vergezellen. En misschien zijn meer twitteraars bereid dit te doen.’ Het was het begin van #boerkabuddies, een idee dat ontstond nadat Geert Wilders zijn volgers erop had geattendeerd dat ze best een burgerarrest mogen uitvoeren als ze een boerkadraagster op heterdaad betrappen. Iets wat onder anderen Beppie, een vrouw in een zwart naveltruitje, als muziek in de oren had geklonken: ‘Mooi! Ik denk dat er heel wat PVV-stemmers wat te doen gaan hebben.’

Op Twitter meldden zich in korte tijd meer boerkabuddies dan er gesluierde vrouwen in Nederland rondlopen, al was niqaabmaatjes, naar de dracht waarbij de ogen onbedekt blijven, een accuratere naam geweest. Er is inmiddels een app in de maak, er zijn meerdere regionale WhatsApp-groepen gestart om lokale vrijwilligers en niqaabi’s aan elkaar te koppelen, en ook op Facebook bleken er een heleboel gegadigden, zoals Eef uit Tilburg: ‘Ik ben lang en ik werk in de horeca dus ik ben niet op mijn mondje gevallen. Groetjes en een dikke knuffel vanuit #Brabant.’

Ik sprak Safa na haar allereerste afspraak als boerkabuddie afgelopen woensdag, waar ze onder voorwaarde van anonimiteit over wilde vertellen. De niqaabdraagster in kwestie had speciaal een twitteraccount aangemaakt om haar een berichtje te kunnen sturen: of ze misschien mee boodschappen wilde doen in Hoofddorp. Gezichtsbedekking-technisch is de supermarkt geen verboden terrein, zoals ziekenhuizen of het openbaar vervoer, maar het is al spannend genoeg nu mensen online verkondigen het heft in eigen handen te willen nemen. Wildersvolger @ElcoDeGroot1, met de berustende twitterbio ‘dan maar racist’, vatte het donkerbruine sentiment kort en bondig samen: ‘Alle boerka’s neertrappen.’

De vrouw had haar twee jonge kinderen, die ze normaal altijd meeneemt, uit voorzorg naar de buren gebracht. Geen overbodige luxe bleek nadat Safa haar thuis had opgehaald, ze kort hadden kennisgemaakt en de sluier was omgedaan. ‘Voorbijgangers keken haar vuil aan, scholden haar uit voor vuilniszak en ISIS-hoer en iemand riep dat ze terug moest gaan naar de woestijn’, vertelt Safa, die als hoofddoekdraagster wel wat gewend is maar hier toch van stond te kijken. ‘Er was zelfs een man die zijn hond op een intimiderende manier rondjes om haar heen liet lopen.’ De niqaabi zelf vond het, verontrustend genoeg, alles meevallen. Dit was het bekende recept. Ze was vooral bang geweest om tegen de grond te worden gewerkt.

‘Ik kreeg nog een presentje mee’, vertelt Safa, ‘een doosje bonbons, omdat Twitter had laten zien dat er ook begripvolle en behulpzame mensen zijn.’ Maar hoewel sociale media er in het geval van #boerkabuddies voor zorgen dat vrouwen veilig over straat kunnen, hebben ze het gevoel van onveiligheid volgens haar ook vergroot: ‘Vroeger had je nog het stereotype skinhead in je hoofd, die gast met witte veters in zijn zwarte kisten, daar moest je voor uitkijken. Nu zie je op Twitter en Facebook dat het ook opa Pietje kan zijn die met zijn kleinkinderen op de foto staat, of Henk de dierenliefhebber. Haatdragende mensen zijn zichtbaarder en alledaagser dan ooit.’

Lisa Bouyeure werpt in deze rubriek een blik op onlinecultuur.