Direct naar artikelinhoud

Meer problemen AEB: al verkochte energie kan niet worden geleverd

Vuilverbrander AEB wacht nog een forse financiële tegenvaller. Door de technische problemen wordt veel minder stroom opgewekt, energie die op de termijnmarkt al verkocht was.

Het Amsterdamse Afval Energie Bedrijf (AEB).Beeld ANP

Naast de problemen met afvalverwerking hangt er nog tweede grote financiële kwestie boven het Amsterdamse afval- en energiebedrijf AEB. Sinds de start van de problemen gaat de meeste aandacht uit naar de verwerking van afval, die gevaar loopt. Maar elke dag dat AEB op beperkte capaciteit draait, wordt er ook minder elektriciteit opgewekt, energie die via termijncontracten al verkocht is.

AEB wil er weinig over zeggen, om zijn concurrentiepositie op de energiemarkten geen schade toe te brengen. “Als de elektriciteit niet zelf geleverd kan worden, wordt deze ingekocht op de markt,” bevestigt AEB summier in antwoord op vragen over de kwestie. “Er wordt minder verkocht en meer aangekocht.” Ook over de omvang van het bedrag dat AEB moet bijleggen rept een zegsman van het bedrijf niet. Ingewijden op het stadhuis houden rekening met meerdere miljoenen euro’s die AEB nodig heeft om aan hun leveringsverplichtingen te kunnen voldoen.

Probleem

Op 5 juli schakelde AEB vier van de zes verbrandingslijnen gecontroleerd uit. De technische staat van de ovens was zo slecht dat het uit ­veiligheidsoverwegingen niet langer verantwoord was om door te gaan. AEB raakte daardoor in de financiële problemen, omdat het hiermee 70 procent van de verwerkingscapaciteit verliest, en veel minder kan verdienen aan de verbranding van afval.

Een andere grote inkomstenbron voor AEB is de verkoop van elektriciteit. Gezamenlijk hebben de ovens van AEB een capaciteit van 115 ­megawatt, die jaarlijks 1 miljoen megawattuur stroom oplevert, naar eigen zeggen ongeveer 1 procent van de totale energiebehoefte in Nederland. Vooral via de hoogrendementsketel die in 2007 werd opgeleverd, en die nu zes tot negen maanden buiten gebruik is gesteld, werd tot 5 juli op een zeer efficiënte manier stroom opgewekt. In 2017 verdiende AEB bijna 36 miljoen euro door de verkoop van elektriciteit.

In hetzelfde jaarverslag staat vermeld dat AEB langlopende contracten is aangegaan, tot en met 2020, voor de verkoop van energie. Dat contract heeft een waarde van 44,8 miljoen euro. Door de energie die AEB verwachtte te produceren op de termijnmarkt alvast te verkopen, verzekert het bedrijf zich van een stabiele inkomstenstroom die minder gevoelig is voor de sterk fluctuerende dagprijs voor elektriciteit. Maar als AEB de ­levering deels niet kan nakomen, ­zoals nu het geval is, ontstaat een probleem. Dan moet het bedrijf elders stroom opkopen om aan de contractuele verplichtingen te voldoen.

‘Financiële aderlating’

AEB moet forse verliezen nemen door het wegvallen van de elektriciteitsproductie, zolang de reparaties duren. “De gemiddelde prijs voor een megawattuur elektriciteit op de termijnmarkt ligt hoger dan een aantal jaar geleden,” zegt energiespecialist Remko ten Barge van NieuweStroom. “AEB kan niet leveren wat het in 2017 beloofd heeft, daardoor moeten zij het verschil nu bijkopen. Dat zal een financiële aderlating zijn.”

Ten Barge is verbaasd dat AEB dit termijn­contract überhaupt heeft afgesloten. “AEB is hiermee wel verzekerd van een vaste prijs, maar verzekert vervolgens niet het risico als er niet geleverd kan worden. Bij een zonneweide of een windmolen is dat begrijpelijk, die gaan niet snel kapot. Maar bij een technisch complexe centrale als AEB, die al vaker problemen heeft gehad, vind ik dat een groot risico,” zegt Ten Barge. “Door een groter deel van de elektriciteit op de kortetermijnmarkt te verkopen, zou de ­opbrengst minder zeker zijn, maar is er geen ­risico op contractbreuk.”

Gecontroleerd faillissement

Het energiebedrijf wil niets zeggen over de eventuele meerkosten die het moet maken nu de ovens niet aan staan.

Een team van herstructureringsspecialisten van adviesbureau Alvarez & Marsal is bij AEB aan het werk om te inventariseren hoe groot de schade is die het stilzetten van een groot deel van de productie heeft veroorzaakt. Ook wordt gekeken wat er in de toekomst met het bedrijf en de vierhonderd medewerkers moet gebeuren. Bij de gemeente Amsterdam wordt rekening ­gehouden met een gecontroleerd faillissement, waarbij gezonde bedrijfsonderdelen doorstarten of verkocht worden.

De gemeente Amsterdam en de schuldeisers, vier grootbanken, hebben AEB in juli een noodkrediet van 16 miljoen euro toegezegd. De verwachting is dat AEB binnenkort nog een financiële injectie nodig heeft om overeind te blijven.

Bent u (oud)-medewerker van AEB en kent u de situatie van binnenuit? Dan komt Het Parool graag met u in contact via onze verslaggever Ruben Koops – r.koops@parool.nl of 020 - 5584398