Tech

IS gebruikt internetpropaganda om een ‘virtueel kalifaat’ in stand te houden

Volgens de Verenigde Naties heeft de terroristische groepering nog steeds een wereldwijd bereik.
UN Report: ISIS Maintaining Its 'Virtual Caliphate'
Demonstranten uit Kashmir met een IS-vlag tijdens een demonstratie in Srinagar. Foto: Idrees Abbas/Sopa Images/Lightrocket via Getty Images

Islamitische Staat heeft geen gebieden meer in handen, en het zogenaamde kalifaat is vernietigd. Maar volgens een rapport van de Verenigde Naties over de status van Al Qaida en IS, gebruikt IS nu het internet om z'n wereldwijde netwerk opnieuw op te bouwen.

Het rapport werd opgesteld in opdracht van de VN Veiligheidsraad. Er staat in hoe IS zich heeft ontwikkeld naar een "voornamelijk verborgen netwerk", dat nog steeds aanhangers heeft in het voormalige gebied van het kalifaat. Het ‘virtuele kalifaat’, wordt dit ook wel genoemd. De groepering heeft volgens het rapport nog steeds het vermogen om internationale aanvallen te inspireren of uit te voeren. "Door propaganda te gebruiken houdt de groepering zijn reputatie in stand als wereldwijd toonaangevend terreurnetwerk."

Advertentie

IS richt zich volgens het rapport nu op het verbeteren van de technische vaardigheden van buitenlandse aanhangers, door “online tutorials over hoe je zelf chemische en biologische wapens kunt maken” te verspreiden. Tegelijkertijd moedigt de groepering ook nog steeds low-tech-aanslagen aan: de steekpartijen en autobommen die burgers over de hele wereld hebben getroffen.

In het voorjaar van 2014, toen IS begon aan de verovering van een aanzienlijk grondgebied in Irak en Syrië, gebruikte de groepering social media als een soort tactiek om het westen te intimideren en nieuwe aanhangers te werven. Nu ze hun netwerk opnieuw willen opbouwen, omarmen ze hun vroegere online tactieken weer. Ze gebruiken opnieuw het internet om hun boodschap te verspreiden.

In het rapport werd ook bewijs aangehaald dat een terroristische organisatie het dark web heeft gebruikt om vervalste reisdocumenten te kopen, om zo “internationale reizen van vermeende terroristen makkelijker te maken”. Dit bewijs was door de inlichtingendienst van een overheid verstrekt. Er is slechts schaars (en vaak sterk aangezet) bewijs dat mensen die vermeende banden met IS hebben het Tor-netwerk voor propaganda gebruiken, maar het bewijs in het VN-rapport komt wel overeen met eerdere berichtgeving dat IS op het dark web illegale reisdocumenten van de Italiaanse maffia heeft gekocht.

Joshua Fisher-Birch is een onderzoeker van het Counter Extremism Project, een Amerikaanse organisatie die terrorisme in de gaten houdt. Ook hij zegt dat IS weliswaar veel grondgebieden heeft verloren, maar online wel door is blijven groeien.

Advertentie

“IS en zijn online aanhangers hebben nog steeds een geavanceerd online netwerk, dat propaganda verspreidt, aanslagen aanmoedigt en informatie verschaft over cybersecurity, explosieven en het gebruik van verschillende wapens,” zegt hij. IS gebruikt volgens hem verschillende gecodeerde apps om zijn wereldwijde propagandanetwerk aan elkaar te koppelen.

“Hoewel bepaalde social media het belangrijk vinden om gevaarlijke content te verwijderen en hun systemen hebben verbeterd om dat ook daadwerkelijk te doen, zijn er nog steeds communicatieplatforms als Telegram en Rocket Chat die ervoor zorgen dat IS online kan voortbestaan,” zegt Fisher-Birch.

In het VN-rapport worden overheden van over de hele wereld opgeroepen om manieren te vinden om het Tor-netwerk en dark web te bespioneren, zodat terreurdreiging kan worden opgespoord. Daarmee wordt de jarenlange angst van privacywaakhonden bevestigd dat het internet wordt ondermijnd door inlichtingendiensten als de NSA, waarvan bekend is dat ze geprobeerd hebben om de identiteit van mensen op Tor bloot te leggen. Onlangs werd onthuld dat ook de Russische inlichtingendienst dat met Tor-gebruikers probeerde te doen.

“[Het VN-rapport] beveelt de commissie aan om tegen alle lidstaten te zeggen dat ze de terroristische dreigingen op het dark web moeten aangeven,” staat er in het rapport. “Lidstaten die dat nog niet doen, moeten aangemoedigd worden om gespecialiseerde eenheden voor wetshandhaving op te richten, zodat misdaden op het dark web opgespoord en onderzocht kunnen worden. Ook moeten lidstaten aangemoedigd worden om nationale contactpunten op te richten, zodat de data tussen de lidstaten kan worden gedeeld en aangevuld.”

Advertentie

Daarnaast laat het VN-rapport zien dat overheden zich nog steeds zorgen maken dat terroristische groepen cryptocurrencies gebruiken. “Eén lidstaat die de terroristische activiteiten op het dark web in de gaten houdt, heeft gezien dat terroristen [met behulp van cryptocurrencies] geprobeerd hebben om geld in te zamelen – hoewel niet kon worden vastgesteld of ze daarmee IS of Al Qaida financieel wilden steunen.”

Hoewel er al veel bekend is over de mogelijkheid om wapens op het dark web te kopen, zegt de VN dat IS dat niet op een grote schaal doet. In plaats daarvan is de organisatie bang dat lone wolves een kleinere hoeveelheid wapens kopen om aanslagen uit te voeren.

“Het dark web is geen belangrijke bron voor wapens in conflictgebieden,” staat in het rapport. “Maar toch is er een risico, omdat mensen die alleen handelen of kleine groepen via het dark web wel aan wapens kunnen komen. Dat risico is vooral groot in gebieden waar de aankoop van wapens gereguleerd is.”

Hoewel aanslagen van lone wolves en niet-officiële leden van IS nog steeds tot slachtoffers leiden, zijn volgens een aantal overheden de mogelijkheden van IS om grotere aanvallen uit te voeren wel afgenomen. Volgens hen komt dat vanwege de inspanningen van de inlichtingendiensten en autoriteiten om IS-leden op te sporen en aanslagen te voorkomen.

Volgens de VN echter, is het wel degelijk realistisch dat er serieuze aanslagen kunnen plaatsvinden, nu IS zich hergroepeert. “Zodra IS weer tijd en ruimte heeft om opnieuw te investeren in buitenlandse operaties, zal het weer internationale aanslagen leiden en faciliteren. Daarnaast zullen de door IS geïnspireerde aanslagen op veel plekken in de hele wereld blijven plaatsvinden,” staat in het rapport. “De huidige luwte van zulke aanslagen zal daarom misschien niet lang meer duren – misschien zelfs niet tot het einde van 2019.”